Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 maart 2011,
- het proces-verbaal van voortzetting van comparitie van 30 maart 2011.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“de administratieve verwerking in overeenstemming met onze intern administratieve procedures tijdelijk en tot nader te bepalen orde(hebben)
opgeschort”.Nadat de advocaat van DNG NKC bij brief van 14 juni 2010 heeft gesommeerd over te gaan tot betaling van waarborgsommen, zendt NKC in reactie daarop op 15 juni 2010 een email (onderdeel van productie 12 van DNG) aan de advocaat van DNG, waarin eraan wordt gerefereerd dat de afhandeling van de afleveringsbon was opgeschort, maar dat - nu partijen volgens NKC een akkoord hebben over continuering van de leveringen door NKC - deze opschorting zal worden opgeheven en de facturen vanaf het moment van levering met elkaar kunnen worden verrekend. Op dezelfde dag zendt NKC ook een email (onderdeel van productie 12 van DNG) aan DNG, waarin eveneens wordt gemeld dat toekomstige bestellingen kunnen worden verrekend met de afleveringsbon. In een email van 25 juni 2010 (onderdeel van productie 12 van DNG) schrijft NKC aan DNG dat
“vanaf het begin (…) een terugbetaling cq onderlinge verrekening van de door uw firma betaalde waarborgsom bij ons nooit ter discussie (heeft) gestaan”en
“wij wensen tot een terugbetaling cq. onderlinge verrekening van de waarborgsommen over te gaan op het moment dat het discussiepunt is weggehaald en in het verlengde hiervan onze lopende samenwerkingsovereenkomst volledig en correct door uw firma wordt gerespecteerd”.
handelsrente verschuldigd is. DNG heeft, ook daarna, haar standpunt terzake niet onderbouwd terwijl dat wel op haar weg ligt, nu het niet klip en klaar is dat de handelsrente verschuldigd is. De vordering van DNG vindt immers weliswaar zijn oorsprong in een aan een handelsovereenkomst gekoppelde afspraak, maar het kan niet zonder meer worden aangenomen dat de aanspraak tot terugbetaling van het statiegeld een betalingsverplichting betreft die (rechtstreeks) voortvloeit uit die handelsovereenkomst. Dit betekent dat niet de wettelijke handelsrente zal worden toegewezen, maar de ‘gewone’ handelsrente als bedoeld in artikel 6:119 BW.
€ 1.737,00(3,0 punten × tarief € 579,00)