ECLI:NL:RBMAA:2011:BP1561

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
14 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03/702548-11
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige staandehouding en inverzekeringstelling in het kader van Mobiel Toezicht Vreemdelingen

Op 14 januari 2011 heeft de rechter-commissaris in Maastricht een beslissing genomen over de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling van een verdachte. De zaak betreft een staandehouding die plaatsvond in het kader van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) door de Koninklijke Marechaussee (KMar). De rechter-commissaris oordeelde dat de staandehouding niet rechtmatig was, omdat er een wettelijk voorschrift ontbrak dat als basis voor het MTV kon dienen. De bestaande grondslag in de Vreemdelingencirculaire 2000 werd als onvoldoende beoordeeld. Hierdoor werd ook de inverzekeringstelling van de verdachte als onrechtmatig aangemerkt.

De rechter-commissaris baseerde zijn oordeel op eerdere uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. In deze uitspraken werd benadrukt dat controles van het MTV, met name net over de grens, alleen rechtmatig kunnen plaatsvinden indien deze zijn vastgelegd in een wettelijk voorschrift. De rechter-commissaris concludeerde dat de huidige regelgeving, zoals neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000, niet voldeed aan deze vereisten. Dit leidde tot de conclusie dat zowel de staandehouding als de daaropvolgende aanhouding en inverzekeringstelling van de verdachte onrechtmatig waren.

De uitspraak van de rechter-commissaris is van belang voor de rechtsbescherming van vreemdelingen en benadrukt de noodzaak van een duidelijke wettelijke basis voor het uitvoeren van controles door de KMar. De beslissing werd ambtshalve genomen, waarbij de rechter-commissaris de relevante jurisprudentie in acht nam en de overwegingen uit eerdere uitspraken tot de zijne maakte.

Uitspraak

BESCHIKKING RECHTER-COMMISSARIS STRAFZAKEN
Parketnr. : 03/702548-11
OvJ : mr. D. van Kuppeveld
RC-nr. : 11/70
Betreft de verdachte:
naam : [verdachte]
voornamen : [voornaam verdachte]
geboren op : [geboortegegevens]
woonplaats : [B.]
adres : [adresgegevens]
De rechter-commissaris heeft als volgt in het kader van de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling ambtshalve beslist:
Met verwijzing naar de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 22 juni 2010
(C-188/10 & C-189/10) in de zaken [M.] en [A.]en de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 december 2010 (nummer 201010790/1/V3) is de rechter-commissaris van oordeel dat in de onderhavige zaak sprake is van een onrechtmatige staandehouding, tengevolge waarvan ook de aanhouding en aansluitende inverzekeringstelling onrechtmatig moeten worden geacht.
Daarbij overweegt de rechter-commissaris dat uit voormelde jurisprudentie moet worden afgeleid dat de controles van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) net over de grens alleen dan rechtmatig kunnen plaatsvinden indien die controles zijn vastgelegd in een wettelijk voorschrift. Op dit moment is de grondslag voor MTV-controles neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000 (par. A3/2.4) en vormt aldus onvoldoende basis om tot controle en vervolgens tot het toepassen van dwangmiddelen overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering over te gaan.
De rechter-commissaris verwijst verder naar hetgeen in het bijzonder vermeld is op pagina 9 van eerdervermelde uitspraak van 28 december 2010 en maakt de daar vermelde overwegingen tot de zijne.
Aldus opgesteld te Maastricht op vrijdag 14 januari 2011.
mr W.L.J. Voogt
rechter-commissaris