ECLI:NL:RBMAA:2011:BP1561
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige staandehouding en inverzekeringstelling in het kader van Mobiel Toezicht Vreemdelingen
Op 14 januari 2011 heeft de rechter-commissaris in Maastricht een beslissing genomen over de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling van een verdachte. De zaak betreft een staandehouding die plaatsvond in het kader van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) door de Koninklijke Marechaussee (KMar). De rechter-commissaris oordeelde dat de staandehouding niet rechtmatig was, omdat er een wettelijk voorschrift ontbrak dat als basis voor het MTV kon dienen. De bestaande grondslag in de Vreemdelingencirculaire 2000 werd als onvoldoende beoordeeld. Hierdoor werd ook de inverzekeringstelling van de verdachte als onrechtmatig aangemerkt.
De rechter-commissaris baseerde zijn oordeel op eerdere uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. In deze uitspraken werd benadrukt dat controles van het MTV, met name net over de grens, alleen rechtmatig kunnen plaatsvinden indien deze zijn vastgelegd in een wettelijk voorschrift. De rechter-commissaris concludeerde dat de huidige regelgeving, zoals neergelegd in de Vreemdelingencirculaire 2000, niet voldeed aan deze vereisten. Dit leidde tot de conclusie dat zowel de staandehouding als de daaropvolgende aanhouding en inverzekeringstelling van de verdachte onrechtmatig waren.
De uitspraak van de rechter-commissaris is van belang voor de rechtsbescherming van vreemdelingen en benadrukt de noodzaak van een duidelijke wettelijke basis voor het uitvoeren van controles door de KMar. De beslissing werd ambtshalve genomen, waarbij de rechter-commissaris de relevante jurisprudentie in acht nam en de overwegingen uit eerdere uitspraken tot de zijne maakte.