ECLI:NL:RBMAA:2011:BP3035
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W. Oosterman
- C.M.W. Nobis
- F.A.G.M. Vluggen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het uitvoeren, verstrekken en aanwezig hebben van amfetamine
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Maastricht op 1 februari 2011 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het uitvoeren, verstrekken en aanwezig hebben van amfetamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 oktober 2010 samen met anderen 1.711,5 gram amfetamine naar Duitsland heeft uitgevoerd. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was, omdat er slechts één belastende verklaring van een medeverdachte was. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat de verklaring van de medeverdachte werd ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals observaties en informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het meermalen uitvoeren van amfetamine, maar achtte het aanwezig hebben van 78,4 gram amfetamine in de woning van de verdachte wel bewezen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van achttien maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als opdrachtgever van de medeverdachte kan worden beschouwd en dat de uitvoer van harddrugs naar het buitenland ernstige gevolgen heeft voor de samenleving. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 47, 56 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.