ECLI:NL:RBMAA:2011:BP7861
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Misbruik van bevoegdheid door schuldeiser bij saneringsplan en toetsingskader
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 9 maart 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap (hierna: eiseres) en een andere besloten vennootschap (hierna: gedaagde). Eiseres vorderde betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 14.077,12, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. Gedaagde had eerder een voorstel gedaan aan haar schuldeisers om slechts 15% van hun vorderingen te voldoen, maar eiseres weigerde dit voorstel. Gedaagde stelde dat eiseres misbruik maakte van haar bevoegdheid door niet akkoord te gaan met het saneringsvoorstel, en vorderde in reconventie dat eiseres zou worden bevolen om akkoord te gaan met het voorstel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres recht had op volledige betaling van haar vordering, ook al was er geen direct uitzicht op betaling door gedaagde. De rechtbank oordeelde dat het een schuldeiser in beginsel vrijstaat om een akkoord te weigeren, tenzij er sprake is van misbruik van die bevoegdheid. De rechtbank heeft de door gedaagde aangevoerde gezichtspunten over de financiële situatie en de gevolgen van een faillissement van gedaagde in overweging genomen, maar oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die nopen tot afwijking van de hoofdregel. De vordering van eiseres werd toegewezen, met uitzondering van de wettelijke handelsrente over de buitengerechtelijke incassokosten, en de vordering in reconventie werd afgewezen. Gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten.