ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ4452
Rechtbank Maastricht
- Raadkamer
- E.H.A.F.M. Krol
- J.H. Klifman
- E.B.A. Ferwerda
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing herhaalde vordering tot inbewaringstelling
Op 28 april 2011 heeft de officier van justitie (OvJ) hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechter-commissaris (RC) van 19 april 2011, die de vordering tot inbewaringstelling van de verdachte had afgewezen. De OvJ vorderde dat de rechtbank de bewaring zou bevelen. Tijdens de zitting op 4 mei 2011 was de verdachte niet aanwezig, maar de OvJ en de raadsvrouwe werden gehoord. De rechtbank oordeelde dat herhaalde toepassing van dwangmiddelen moet worden voorkomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden (nova) zijn die dit rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van nova, omdat de feiten en omstandigheden die de OvJ aanvoerde niet nieuw waren en eerder bekend hadden kunnen zijn. De rechtbank merkte op dat de foto’s van de honden, die als bewijs dienden, al eerder waren gemaakt en dat de getuige eerder was gehoord. Ook de opgenomen telefoongesprekken waren niet nieuw, aangezien deze plaatsvonden vóór de invrijheidstelling van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de belangenafweging niet in het voordeel van de OvJ uitviel, en dat de herhaalde vordering tot inbewaringstelling niet kon worden toegewezen. De rechtbank verklaarde het hoger beroep van de OvJ ongegrond en wees de vordering tot inbewaringstelling af.