ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ4455
Rechtbank Maastricht
- Raadkamer
- E.H.A.F.M. Krol
- J.H. Klifman
- E.B.A. Ferwerda
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing herhaalde vordering tot inbewaringstelling
Op 19 april 2011 heeft de rechter-commissaris (RC) de vordering tot inbewaringstelling van de verdachte afgewezen. De officier van justitie (OvJ) heeft hiertegen hoger beroep ingesteld op 28 april 2011, waarbij hij verzocht om de bewaring van de verdachte te bevelen. De OvJ en de raadsvrouwe van de verdachte zijn op 4 mei 2011 in raadkamer gehoord, maar de verdachte was niet verschenen. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat herhaalde vorderingen tot inbewaringstelling zorgvuldig moeten worden afgewogen, vooral om te voorkomen dat een verdachte onterecht herhaaldelijk wordt lastiggevallen met dezelfde verdenking. De rechtbank oordeelt dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden (nova) zijn die een herhaalde vordering tot inbewaringstelling rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat de eerdere afwijzing van de vordering door de RC terecht was, omdat de nieuwe onderzoeksresultaten niet substantieel genoeg zijn om de herhaalde vordering te onderbouwen. De rechtbank wijst het hoger beroep van de OvJ af en bevestigt de beslissing van de RC.