ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ6886
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.W. Oosterman
- G. Dijkshoorn-Sleebe
- M.J.M. Goessen
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden verdovende middelen in Maastricht
Op 29 maart 2011 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 30 november 2010 in Maastricht werd aangetroffen met grote hoeveelheden verdovende middelen. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van 1266,5 gram heroïne, 70 gram cocaïne, 1023,5 gram hasjiesj en 8277 gram hennep. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, samen met anderen, deze middelen opzettelijk aanwezig had. Tijdens de zitting werden verschillende getuigen gehoord, waaronder getuigen die verklaarden dat er in de woning waar de verdachte zich bevond, vermoedelijk werd gedeald. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat hij betrokken was bij de verdovende middelen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig. De rechtbank gelastte ook de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen verdovende middelen en bepaalde dat bepaalde voorwerpen bewaard moesten worden ten behoeve van de rechthebbenden.