ECLI:NL:RBMAA:2011:BR2068

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
15 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
160950 / FA RK 11-518
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging hoofdverblijfplaats van een minderjarige na verzoek van de minderjarige en instemming van de ouders

In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 15 juli 2011 uitspraak gedaan over het verzoek van een minderjarige om zijn hoofdverblijfplaats te wijzigen. De minderjarige, geboren in 1997, heeft in een brief van 25 april 2011 aangegeven dat hij liever bij zijn vader wil wonen. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en bij beschikking van 30 juni 2004 was het hoofdverblijf van de minderjarige bij de moeder vastgesteld. Tijdens een verhoor op 17 mei 2011 heeft de minderjarige zijn wens om bij zijn vader te wonen toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders, na overleg, instemmen met de wijziging van het hoofdverblijf van de minderjarige naar de vader.

De rechtbank overweegt dat de informele rechtsingang, zoals genoemd in artikel 1:377g BW, ook openstaat voor minderjarigen die een ambtshalve beslissing wensen over hun hoofdverblijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat er overeenstemming is tussen de ouders en dat de raad voor de kinderbescherming instemt met de wijziging. Gezien het belang van de minderjarige heeft de rechtbank besloten dat het hoofdverblijf van de minderjarige bij zijn vader zal zijn.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, worden aangevochten bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De uitspraak is gedaan door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 15 juli 2011
Zaaknummer: 160950 / FA RK 11-518
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gege[de minderjarige] de zaak van:
[naam 1],
verder te noemen [de minderjarige],
wonende te [woonplaats],
Belanghebbenden:
[belanghebbende 1],
verder te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats],
en
[belanghebbende 2],
verder te noemen de vader,
wonende te [woonplaats].
1. Het verloop van de procedure
Ter griffie van de rechtbank is een brief d.d. 25 april 2011 van de minderjarige [de minderjarige] ontvangen, waarin hij, kort gezegd, verzoekt om zijn hoofdverblijfplaats bij zijn vader vast te stellen.
De vader heeft een brief d.d. 5 mei 2011 ter griffie ingediend.
De moeder heeft een brief d.d. 23 mei 2011 ter griffie ingediend.
[de minderjarige] is op 17 mei 2011 door de kinderrechter gehoord.
De ouders van [de minderjarige] zijn gehoord op 8 juli 2011.
2. De feiten
[de minderjarige] is op [1997] te [geboorteplaats] geboren uit het huwelijk van de ouders.
Bij beschikking van 30 juni 2004 van deze rechtbank is de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en daarbij is het hoofdverblijf van [de minderjarige] bij de moeder bepaald.
De ouders hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over [de minderjarige].
3. Het verzoek
[de minderjarige] heeft in zijn brief van 25 april 2011 aangegeven dat hij liever bij zijn vader wil wonen.
Tijdens het verhoor op 17 mei 2011 heeft [de minderjarige] uitgelegd wat hem heeft bewogen voormelde brief te schrijven. Hij heeft toen herhaald dat het zijn wens is om bij zijn vader te wonen.
Ter zitting van 8 juli 2011 hebben de beide ouders aangegeven dat zij de wens van [de minderjarige] willen respecteren en dat zij ermee instemmen dat het hoofdverblijf van [de minderjarige] bij de vader wordt bepaald.
De raad voor de kinderbescherming, verder te noemen de raad, heeft ter zitting van 8 juli 2011 gesteld zich te kunnen vinden in een wijziging van het hoofdverblijf.
4. Beoordeling
De rechtbank acht het verzoek om het hoofdverblijf van [de minderjarige] te wijzigen ontvankelijk.
In artikel 1:253a lid 4 Burgerlijk Wetboek, hierna BW, wordt artikel 1:377g BW van overeenkomstige toepassing verklaard. Hieruit leidt de rechtbank af dat de in artikel 1:377g BW genoemde informele rechtsingang voor minderjarigen van twaalf jaar en ouder ook open staat voor minderjarigen die een ambtshalve beslissing wensen betreffende het in artikel 1:253a lid 2 onder b BW genoemde hoofdverblijf.
Gebleken is dat [de minderjarige] en zijn ouders overeenstemming hebben bereikt over een wijziging van het hoofdverblijf en dat de raad daarmee instemt.
De rechtbank zal daarom bepalen dat het hoofdverblijf van [de minderjarige] bij de vader zal zijn, nu de rechtbank dit ook in het belang van [de minderjarige] acht.
5. Beslissing
De rechtbank:
Wijzigt de beschikking van deze rechtbank van 30 juni 2004 en bepaalt dat [de minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [1997], zijn hoofdverblijf bij zijn vader, [belanghebbende 2], zal hebben.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.