ECLI:NL:RBMAA:2011:BR5515

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
17 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
411891 CV EXPL 11-445
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van vervolgjaarkaart en bewijsvoering van overeenkomst

In deze zaak vordert eiseres, NS Reizigers B.V., betaling van de vervolgjaarkaart voor de periode van 8 september 2009 tot en met 7 september 2010. Eiseres stelt dat de kaart op 26 augustus 2009 naar gedaagde is verzonden, om te voorkomen dat gedaagde geen gebruik meer zou kunnen maken van de diensten. Gedaagde ontkent echter de ontvangst van de jaarkaart en betwist dat er een doorlopende overeenkomst met eiseres is gesloten. De kantonrechter overweegt dat uit de door eiseres overgelegde overeenkomst niet duidelijk blijkt dat dit een doorlopende overeenkomst betreft. Bovendien ontbreekt een deugdelijke toelichting op de voorwaarden waaronder de overeenkomst is aangegaan.

De kantonrechter merkt op dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar vordering te onderbouwen. Eiseres had al eerder de gelegenheid gekregen om haar vordering nader te onderbouwen, maar heeft verzuimd om de relevante factuur en bewijsstukken in het geding te brengen. De kantonrechter concludeert dat de vordering van eiseres moet worden afgewezen, omdat er geen bewijs is dat de jaarkaart op de genoemde datum naar gedaagde is verzonden. Eiseres wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 175,00 voor het salaris van de gemachtigde.

De uitspraak is gedaan door de kantonrechter op 17 augustus 2011 en is openbaar uitgesproken in de civiele terechtzitting. De zaak betreft een geschil in het civiel recht, waarbij de rechter de bewijsvoering en de voorwaarden van de overeenkomst kritisch heeft beoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Sittard-Geleen
Zaak/rolnr.: 411891 CV EXPL 11-445
Typ.: lja
Vonnis van de kantonrechter d.d. 17 augustus 2011
i n z a k e
de besloten vennootschap NS Reizigers B.V.,
voorheen genaamd NS Railbedrijven B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te [plaats]
eiseres,
gemachtigde: Rosmalen Gerechtsdeurwaarders te Breda
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [adres]
gedaagde,
aanvankelijk procederende in persoon, thans vertegenwoordigd door mr. J.P.H.J. Hermans.
Het verdere verloop van de procedure
Eiseres heeft naar aanleiding van het tussenvonnis van 27 april 2011 bij akte haar vordering van een nadere onderbouwing voorzien. Gedaagde, althans zijn gemachtigde, heeft een reactie op deze akte gegeven.
De inhoud van voormelde stukken geldt als hier ingevoegd. De uitspraak van het vonnis is vervolgens bepaald op heden.
De verdere beoordeling
Eiseres vordert betaling van de jaarkaart voor de periode 8 september 2009 tot en met
7 september 2010. Volgens eiseres is deze kaart op 26 augustus 2009 naar gedaagde gezonden en is de bijbehorende rekening al op 18 augustus 2009 naar gedaagde gezonden.
Eiseres legt uit dat de toezending van de nieuwe (vervolg)jaarkaart vóór het einde van het verlopen van de lopende jaarkaart wordt gedaan, ter voorkoming van de situatie dat klanten niet aansluitend gebruik kunnen maken van de diensten van eiseres.
Gedaagde ontkent een rekening en of jaarkaart te hebben ontvangen met betrekking tot de periode 8 september 2009 tot en met 7 september 2010. De rekening d.d. 18 augustus 2009 is niet in het geding gebracht.
Gedaagde betwist dat hij een overeenkomst met eiseres heeft gesloten welke zou doorlopen
na de periode van 8 september 2008 tot en met 7 september 2009.
De kantonrechter overweegt als volgt:
Eiseres heeft verzuimd om de onderhavige factuur in het geding te brengen, alsmede een deugdelijke toelichting op en de voorwaarden waaronder de overeenkomst is aangegaan. De kantonrechter is met gedaagde van oordeel dat uit de door eiseres overgelegde overeenkomst niet op voorhand duidelijk is dat dit een voortdurende overeenkomst betreft. Bewijs dat de jaarkaart op 26 augustus 2009 naar gedaagde is gezonden ontbreekt eveneens.
Dat het gebruikelijk is dat de nieuwe (vervolg)jaarkaart al vóór het einde van het verlopen van de lopende jaarkaart wordt toegezonden, ter voorkoming dat klanten niet aansluitend gebruik kunnen maken van de diensten van eiseres, van welke werkwijze eiseres bewijs heeft aangeboden, staat niet ter discussie. De vraag is of eiseres op 26 augustus 2009 een jaarkaart naar gedaagde heeft gezonden.
Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat eiseres onvoldoende heeft gesteld om te worden toegelaten tot bewijs, temeer nu eiseres al extra in de gelegenheid is gesteld om haar vordering nader te onderbouwen.
Op grond van het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen.
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, als hierna bepaald.
De uitspraak
De kantonrechter:
wijst de vordering van eiseres af;
veroordeelt eiseres in de proceskosten van gedaagde, welke tot op heden worden begroot op
€ 175,00 ter zake salaris gemachtigde van gedaagde.
Aldus gewezen door mr. J.J. Groen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.