ECLI:NL:RBMAA:2011:BS8686
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.S. Holthuis
- G. Dijkshoorn-Sleebe
- R.P.J. Quaedackers
- Rechtspraak.nl
Medeplegen uitkeringsfraude door het verzwijgen van huurinkomsten en eigendom van onroerend goed
Op 2 augustus 2011 heeft de Rechtbank Maastricht een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die samen met zijn vrouw uitkeringsfraude heeft gepleegd. De verdachte heeft gedurende een lange periode, van 29 december 1997 tot en met 30 november 2009, opzettelijk geen melding gemaakt van huurinkomsten en de eigendom van een woning in België, wat resulteerde in een onterecht ontvangen uitkering van de gemeente Maastricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn vrouw meerdere periodieke verklaringen hebben ingevuld en ondertekend, waarin zij onterecht 'nee' hebben geantwoord op vragen over hun vermogen en inkomsten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift en het opzettelijk nalaten van het verstrekken van relevante gegevens aan de gemeente, wat in strijd is met de Algemene Bijstandswet en de Wet Werk en Bijstand.
De officier van justitie eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 6 maanden op, waarvan de uitvoering voorwaardelijk is, en een werkstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij geen strafblad had. De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van juiste informatie aan de gemeente en de gevolgen van het verzwijgen van relevante gegevens voor de sociale zekerheid.