ECLI:NL:RBMAA:2011:BT6363
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.V. Pelsser
- J.S. Holthuis
- W.H.B. Dreissen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in belagingzaak met betrekking tot meerdere benadeelde partijen
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht, stond de verdachte terecht voor belaging van vier personen in de periode van 1 maart 2009 tot en met 18 augustus 2009. De rechtbank heeft op 1 juli 2011 uitspraak gedaan. De officier van justitie was van mening dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan belaging, maar de rechtbank oordeelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk was in de vervolging voor twee van de vier benadeelde partijen, omdat er geen tijdige klacht was ingediend. Voor de andere twee benadeelde partijen werd de verdachte vrijgesproken. De rechtbank concludeerde dat de gedragingen van de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen konden worden als belaging in de zin van artikel 285b lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de verdachte niet inbreuk maakten op de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde partijen en dat er geen opzet was om hen te dwingen iets te doen of vrees aan te jagen. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen tot schadevergoeding, aangezien aan de verdachte geen straf of maatregel werd opgelegd. De rechtbank heeft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.