ECLI:NL:RBMAA:2011:BU3869
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.H.M. Kuster
- M.C.A.E. van Binnebeke
- G. Dijkshoorn-Sleebe
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige aanhouding van een ongewenst vreemdeling in Nederland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht op 9 november 2011, stond de verdachte terecht voor het feit dat hij als vreemdeling in Nederland verbleef, terwijl hij wist dat hij tot ongewenst vreemdeling was verklaard. De verdachte, van Marokkaanse nationaliteit, was op 13 juni 2011 aangehouden tijdens een Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) controle. De officier van justitie stelde dat de aanhouding rechtmatig was, verwijzend naar de Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000. De verdediging betwistte de rechtmatigheid van de aanhouding en voerde aan dat de steekproefsgewijze controle in strijd was met de Europese regelgeving inzake vrij verkeer van personen.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen EU-burger was en dat hij geen recht had op bescherming onder de Europese regelgeving. De rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen, gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de proces-verbalen van de Koninklijke Marechaussee. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid van het feit uitsloten. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, en volgde de oriëntatiepunten voor strafmeting.