RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Beschikking op verzoek ex artikel 7:685 BW d.d. 7 december 2011
Zaak/Rep.nr. : 451462 ej 11-305
JS
gezien het verzoekschrift van de naamloze vennootschap LICOM N.V., gevestigd en kantoorhoudende te Heerlen, op 25 oktober 2011 ter griffie ingediend door mr. P.M.G. Lardinois te Sittard, strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wegens gewichtige redenen met:
[verweerder], wonende te [adres], gemachtigde mr. A.M.W. Franssen, ARAG Rechtsbijstand Roermond;
voorts gezien de overige stukken, waaronder het op 18 november 2011 ontvangen verweerschrift, de op 21 november 2011 ontvangen ontbrekende producties bij het verzoekschrift en de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 23 november 2011;
1 [verweerder], geboren op [geboortedatum], is op 1 november 1987 bij (de rechtsvoorgangster van) Licom in dienst getreden. Hij was laatstelijk werkzaam als medewerker afwerking schoenen tegen een salaris van € 1.801,00 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag en 3% eindejaarsuitkering.
2 Licom verzoekt de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden wegens gewichtige redenen, bestaande uit een verandering van omstandigheden. [verweerder] is bij haar werkzaam in het kader van de sociale werkvoorziening. De arbeidsverhouding is onherstelbaar aangetast door de problemen rondom [verweerder], die onoverkomelijk zijn. Er is bij [verweerder] sprake van persisterend verbaal agressief gedrag, ernstige bedreigingen naar leiding, p-functionarissen, bedrijfsartsen en collega-medewerkers, alsmede een notoire weigerachtigheid van [verweerder] om zijn gedrag te normaliseren en daaraan constructief mee te werken.
Licom verwijst naar meerdere incidenten, die zich sinds 1996 hebben voorgedaan en waarbij [verweerder] regelmatig is gewaarschuwd wegens wangedrag en intimiderend gedrag jegens ondermeer de bedrijfsarts. [verweerder] is in verband met deze gedragingen meerdere keren overgeplaatst in andere functies. Laatstelijk betroffen dit de functies van postbezorger in 2006, toezichthouder van een parkeergarage in 2008 en per 5 juli 2010 huismeester van een appartementencomplex. Omdat men geen heil meer zag in samenwerking met [verweerder] is hem in het voorjaar van 2011 een agressie-regulatietraining aangeboden, maar ook daar blijkt [verweerder] niet te handhaven in verband met spanningen tussen hem en de andere deelnemers. Tenslotte krijgt [verweerder] een laatste kans bij Emma, waar hij op 27 juni 2011 begint. Intussen is per 24 juni 2011 de begeleiding van een personal coaching ingezet, maar deze is in augustus 2011 stopgezet wegens de intimiderende benaderingen door [verweerder] van de personal coach. Tenslotte wordt [verweerder], na zich op 18 en 19 augustus 2011 sexueel intimiderend te hebben gedragen jegens een vrouwelijke collega, niet meer plaatsbaar geacht bij Emma. De conclusie is dat Licom alles uit de kast heeft gehaald om [verweerder] tegemoet te komen. Door het handelen van [verweerder] acht Emma hem niet meer plaatsbaar. Voortzetting van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] is niet zinvol, omdat dat iedere kans op succes is uitgesloten door de recidiverende en persisterende negatieve opstelling van [verweerder].
3 [verweerder] verzet zich gemotiveerd tegen het verzoek. Hij is van mening dat zowel de door Licom gestelde mondeling als schriftelijk gegeven waarschuwingen wegens wangedrag niet zijn onderbouwd. Overplaatsing binnen de tak schoonmaak had niets van doen met zijn gedragingen, doch met zijn beperkingen en Licom heeft hem niet begeleid bij de door haar genoemde incidenten. Dat de functie bij Emma het laatste aanbod van Licom zou zijn, is hem nooit meegedeeld, maar moest hij lezen in de brief van 15 juni 2011. Licom toont niet aan dat er geen plaatsingsmogelijkheden meer zijn en heeft hem slechts een minimale begeleiding geboden, waardoor zij onvoldoende tegemoet komt aan de situatie waarin hij thans is komen te verkeren.
4 Uit het over en weer gestelde en de overgelegde stukken is de kantonrechter genoegzaam gebleken dat bij [verweerder] sprake is van persisterend intimiderend gedrag. Dat is niet alleen het geval bij de achtereenvolgende functies, die Licom aan [verweerder] heeft aangeboden, maar zelfs tijdens de agressie-reguleringstraining en de personal coaching zijn deze gedragingen doorgegaan. [verweerder] heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit gedrag en de vele wijzigingen in functies de afgelopen jaren (groten)deels samenhingen met zijn beperkingen. Integendeel: Licom heeft juist getracht door plaatsing c.q. tewerkstelling van [verweerder] bij verschillende werkgevers een geschikte arbeidsomgeving voor hem te vinden, rekeninghoudend met zijn medische beperkingen. Ook heeft zij hem kansen geboden om zijn houding structureel te verbeteren door hem deel te laten nemen aan trainingen en hem te coachen. Dat dit geen succes bleek heeft [verweerder] geheel aan zichzelf te danken. Doordat [verweerder] zich op zowel 18 als 19 augustus 2011 grievend en sexueel intimiderend ten opzichte van een vrouwelijke collega bij Emma heeft gedragen heeft hij zijn laatste kans tot behoud van zijn werkplek bij (Emma en) Licom verspeeld en is de arbeidsrelatie tussen partijen dusdanig verstoord geraakt, dat sprake is van een verandering van omstandigheden. De arbeidsovereenkomst tussen partijen behoort op korte termijn te eindigen en wel per 1 januari 2012.
5 Partijen verschillen van mening over een aan [verweerder] toe te kennen vergoeding. [verweerder] stelt dat gelet op alle omstandigheden van het geval, en daarbij speciaal duidende op zijn leeftijd van 54 jaar evenals het gegeven dat het voor hem moeilijk zal zijn, gelet op zijn beperkingen, een nieuwe baan te vinden op de huidige arbeidsmarkt, aan hem een vergoeding dient te worden toegekend met correctiefactor hoger dan 1. Licom ziet gezien de onhandelbare houding van [verweerder] geen aanleiding tot toekenning van een vergoeding aan [verweerder].
De kantonrechter is van oordeel dat de wijziging van omstandigheden overwegend het gevolg is van de persisterende intimiderende gedragingen van [verweerder], vooral gedurende het laatste jaar. Dat gedrag vertoonde hij niet alleen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden op 18 en 19 augustus 2011, maar ook daaraan voorafgaand tijdens de hem door Licom geboden agressiviteit-reguleringstraining en personal coaching. Daarom is sprake van een grote mate van verwijtbaarheid aan de zijde van [verweerder]. Van Licom had echter verwacht mogen worden dat zij [verweerder] er expliciet en schriftelijk op zou hebben gewezen, dat bij het niet voldoen in de laatste functie, ontslag zou volgen. Een enkele verwijzing in de brief van 15 juni 2011 naar artikel 48 van de CAO volstaat daarvoor niet. Het gaat immers om een werknemer in de sociale werkvoorziening en daarom was een heldere schriftelijke waarschuwing in deze op zijn plaats. Bovendien zal het voor [verweerder], gezien zijn beperkingen en leeftijd, zeer moeilijk zijn elders een andere functie te vinden.
Op grond van het vorenstaande komt het de kantonrechter billijk voor om aan [verweerder] een vergoeding toe te kennen van, afgerond, € 8.500,00 bruto.
Licom krijgt in verband met het voorgaande tot 20 december 2011 de gelegenheid het verzoekschrift in te trekken.
stelt Licom in de gelegenheid uiterlijk 20 december 2011 het verzoek in te trekken;
voor het geval het verzoek niet tijdig wordt ingetrokken:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen wegens gewichtige redenen, met ingang van 1 januari 2012;
kent aan [verweerder] ten laste van Licom een vergoeding toe van € 8.500,00 bruto;
veroordeelt Licom dit bedrag tegen bewijs van kwijting aan [verweerder] of aan een door hem aan te wijzen derde te voldoen;
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte;
en voor het geval het verzoek tijdig wordt ingetrokken:
veroordeelt Licom in de proceskosten aan de zijde van [verweerder] tot de uitspraak van deze beschikking begroot op € 400,00 aan salaris gemachtigde.
Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A.C. Oosterman-Meulenbeld, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.