ECLI:NL:RBMAA:2011:BW4597
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dwaling of toerekenbare tekortkoming bij overdracht onderneming en de rol van te verwachten onderzoeksinspanningen koper
In deze zaak, die voor de Rechtbank Maastricht werd behandeld, ging het om een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als [eiseres], en de besloten vennootschappen PEBE B.V. en OPTU BEHEER BV, hierna aangeduid als gedaagden. De zaak betreft de overdracht van aandelen in Uniclean Industriële Reiniging B.V. aan [eiseres] en de vraag of er sprake was van dwaling of toerekenbare tekortkomingen door de verkopers. De rechtbank heeft op 28 december 2011 vonnis gewezen in deze kwestie, waarbij de vorderingen van [eiseres] tot schadevergoeding en aanpassing van de koopprijs zijn afgewezen.
De procedure begon met een dagvaarding op 17 juni 2005, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder producties en conclusies van antwoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aandelen in Uniclean zijn overgedragen op basis van een notariële akte, waarin garanties zijn opgenomen door de verkopers. [Eiseres] stelde dat deze garanties niet zijn nagekomen en dat er relevante informatie is achtergehouden, wat heeft geleid tot schade. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van [eiseres] niet konden worden toegewezen, omdat de schade niet het gevolg was van wanprestatie of onrechtmatige daad van de verkopers.
De rechtbank benadrukte dat de verkopers niet verplicht waren om [eiseres] verder te informeren over de afspraken met werknemers, omdat [eiseres] zelf een due diligence onderzoek had uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van [eiseres] tot schadevergoeding en vermindering van de koopprijs niet konden worden toegewezen, omdat de gestelde schade niet voldoende was onderbouwd en de aansprakelijkheid van de verkopers niet was aangetoond. In reconventie werd [eiseres] veroordeeld tot betaling van een geldlening aan PEBE B.V. en werden de proceskosten gecompenseerd.
Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.R.M. de Bruijn en heeft belangrijke implicaties voor de aansprakelijkheid van verkopers bij de overdracht van ondernemingen, vooral in het kader van de mededelingsplicht en de onderzoeksverplichting van de koper.