Ter bepaling van de waarde van de grond aan de [adres a] en de [adres b] te Amstenrade is bij brief van 17 juni 2005 (door [naam], een medewerker van de afdeling ROV ([naam])) opgesteld en door eiser in zijn hoedanigheid van hoofd ROV ondertekend) aan Meertens Vastgoed verzocht om de grond te taxeren.
Bij besluit van 6 december 2005 is het college akkoord gegaan met de verkoop van de drie bouwkavels aan de [adres a]/[adres b] tegen een verkoopprijs van € 185,- per m² exclusief BTW k.k., conform taxatierapporten, met verrekening van boven- of ondermaat onder de vrijblijvende optie met betrekking tot het kavel aan de [adres a] tot gehele of gedeeltelijke aankoop van de optionele kavel (groenstrook ter grootte van 163 m²) . Voorts is besloten aan respectievelijk eiser en de heer [dhr y] (schoonzoon van eiser) voor genoemde percelen een optie te verlenen tot 1 maart 2006 . Het advies daartoe werd door [naam] opgesteld en door eiser in zijn hoedanigheid van hoofd ROV voor akkoord geparafeerd.
Bij brieven van 3 januari 2006 (opgesteld door [naam] en ondertekend door eiser in zijn hoedanigheid van hoofd ROV) zijn eiser en [dhr y] op de hoogte gesteld van de op 6 december 2005 genomen besluiten.
Bij besluit van 28 maart 2006 is het college akkoord gegaan met de verkoop aan eiser van de bouwkavel naast de [adres a] 34, inclusief de naastgelegen groenstrook met een grootte van 440 m² voor een bedrag van [bedrag ] k.k. exclusief BTW (€ [bedrag incl] k.k. inclusief BTW) en de verkoop aan [dhr y] van twee bouwkavels aan de [adres b] voor een bedrag van [bedrag] k.k. exclusief BTW ([bedrag incl] k.k. inclusief BTW).
Op 10 oktober 2006 heeft eiser een bouwvergunning aangevraagd voor het bouwen van een woning en garage op het adres [adres a] 36 te Amstenrade.
Bij brief van 26 oktober 2006 (opgesteld door [naam] en ondertekend door eiser in zijn hoedanigheid van hoofd ROV) is aan Meertens Vastgoed BV de opdracht gegeven om een aangepast taxatierapport uit te brengen voor de oppervlakte van de bouwkavel aan de [adres a]. Dit in verband met een klein grondstrookje, dat bij de bouwkavel hoorde en als uitrit diende te fungeren van twee vervallen parkeerplaatsen aan de voorzijde van het trottoir. De grootte van het perceel diende daarom gewijzigd te worden in 440 m².
Bij brief van 10 november 2006 (eveneens opgesteld door [naam] en ondertekend door eiser in zijn hoedanigheid van hoofd ROV) is notaris Bemelmans verzocht de leveringsakte gereed te maken met betrekking tot de verkoop aan eiser van genoemd bouwkavel aan de [adres a] te Amstenrade. Daarbij is verwezen naar het collegebesluit van 28 maart 2006 en zijn het taxatierapport van Meertens Vastgoed BV, het bodemonderzoek van Geoconsult en een tekening van de bouwkavel meegezonden. Tevens is in deze brief aangegeven dat een klein grondstrookje van het perceel, kadastraal bekend sectie H 385, mee werd verkocht teneinde te fungeren als ontsluiting naar de [adres a].
Op 5 december 2006 is aan eiser een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woning met garage op het adres [adres a] 36. Het advies ten behoeve van dit collegebesluit werd op 28 november 2006 door H. Riga, hoofd van de afdeling bouw- en milieuzaken opgesteld.
Bij besluit van 21 november 2007 heeft het college voornoemde bouwvergunning op verzoek van eiser ingetrokken.
Op 11 augustus 2008 is de leveringsakte gepasseerd en heeft de levering plaatsgevonden van het perceel aan de [adres a] door de gemeente aan eiser voor de prijs van € [bedrag incl] inclusief BTW. Uit de aan de akte vastgehechte situatietekening blijkt dat het extra grondstrookje van het perceel, kadastraal bekend sectie H 385, dat zou fungeren als ontsluiting naar de [adres a] niet is meegeleverd. Direct aansluitend aan het passeren van de leveringsakte van het perceel aan eiser is de akte van levering gepasseerd inzake de doorverkoop van het gelijke perceel door eiser aan de heer [dhr Z]. Uit de leveringsakte blijkt dat aan [dhr Z] een perceel is geleverd ter grootte van 440 m² voor een bedrag van [bedrag] k.k. Uit de aan de akte vastgehechte situatietekening blijkt tevens dat het extra grondstrookje van het perceel, kadastraal bekend sectie H 385 niet is meegeleverd.
Op 19 april 2010 heef[dhr Z]m]ijdens een gesprek met burgemeester [naam] en [mw x], concerncontroller/integriteitscoördinator melding gemaakt van feiten en omstandigheden met betrekking tot de aankoop van het perceel grond aan de [adres a] 36, te Amstenrade en het handelen van eiser daarin. Naar aanleiding van deze melding heeft verweerder bureau CAPRA te ’s-Hertogenbosch (CAPRA) ingeschakeld om onderzoek naar eventuele integriteitschending(en) te verrichten.
Uit de Rapportage van bevindingen van 12 november 2010 blijkt dat CAPRA de volgende onderdelen ter zake gesteld plichtsverzuim door eiser heeft onderzocht: het onjuist informeren over een op het perceel aan de [adres a] te Amstenrade aanwezige monumentale boom (3.2) , de op de (twee) percelen aan de [adres b] rustende bouwbeperkingen (3.3), het onterecht voordoen richting een kandidaat-koper als eigenaar van het betreffende perceel grond, terwijl de gemeente nog steeds eigenaar was van dat stuk grond (3.4), het onjuist informeren over de omvang en grootte van het perceel (3.5), het ongeoorloofd doorverkopen van het perceel aan de [adres a] te Amstenrade (3.6), het mededelen aan de kandidaat-koper dat uitsluitend de door hem genoemde notaris Bemelmans in Nuth kon worden aangezocht om de (ver)koop te realiseren (3.7) en het zich financieel verrijken door de (door)verkoop van het bewuste perceel) (3.8). De conclusie van de Rapportage van bevindingen van CAPRA luidt dat de vermoedens ter zake het gestelde plichtsverzuim door eiser, gelet op de schriftelijke documentatie en verklaringen, niet dan toch in onvoldoende mate aannemelijk zijn geworden
Bij brief van 27 december 2010 heeft verweerder eiser op de hoogte gesteld van het door CAPRA verrichtte onderzoek naar het vermoeden van plichtsverzuim, de Rapportage van bevindingen van CAPRA van 12 november 2010 overgelegd, eiser medegedeeld dat er volgens verweerder in zijn geval sprake is van zeer ernstig plichtsverzuim in de zin van artikel 16:1:1 van het CAR-UWO en hem op de hoogte gesteld van het voornemen tot strafontslag.
Eiser is door verweerder op 12 januari 2011 in de gelegenheid gesteld zich mondeling te verantwoorden.