ECLI:NL:RBMAA:2012:BV9545

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
19 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
465357 RV VERZ 12-1005, 465358 RV VERZ 12-1006 en 465359 RV VERZ 12-1007
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning en goedkeuring van bewindvoerdersbeloning en verantwoording in het kader van beschermingsbewind en schuldsanering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Maastricht op 19 maart 2012 uitspraak gedaan over de goedkeuring van de rekening en verantwoording van de bewindvoerder over de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010. De bewindvoerder, mr. R.H.M.C. Libotte, was verantwoordelijk voor het beheer van de goederen van de rechthebbende, die onder beschermingsbewind stond. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de ingediende rekeningen en verantwoordingen, en heeft diverse evaluatiegesprekken met de bewindvoerder gevoerd over de beloning en kosten die in rekening zijn gebracht. De bewindvoerder heeft in deze periode verschillende bedragen aan beloning en kosten geïnd, maar er zijn ook bedragen die ten onrechte zijn geïnd, zoals kosten voor de software applicatie SmartFMS en advocaatkosten aan zijn eigen advocatenkantoor.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder over de jaren 2008, 2009 en 2010 recht had op bepaalde beloningen, maar ook dat er bedragen terugbetaald moesten worden aan de rechthebbende wegens te veel geïnde beloning en onterecht in rekening gebrachte kosten. De kantonrechter heeft de bewindvoerder veroordeeld tot terugbetaling van een totaalbedrag van € 469,12 aan de rechthebbende. Tevens is goedkeuring onthouden aan de rekeningen en verantwoordingen met betrekking tot de kosten van SmartFMS en de advocaatkosten, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd.

De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
Zaaknummers: 465357 RV VERZ 12-1005
465358 RV VERZ 12-1006
465359 RV VERZ 12-1007
BMnr: 12377
Typ: FB
19 maart 2012
beschikking goedkeuring rekening en verantwoording over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 en toekenning bewindvoerdersbeloning
op het verzoek van
mr. R.H.M.C. Libotte (voorheen handelende onder de naam Budgetbeheer Limburg B.V., thans onder de naam Cirkel Bewindvoeringen B.V.),
[postadres],
in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende:
[rechthebbende]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen: de rechthebbende.
1. verloop van de procedure
1.1. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de ter griffie op 5 oktober 2009,
28 april 2010, en 22 juli 2011 ingekomen rekeningen en verantwoordingen over de periode
1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 en het op 22 april 2011 ingekomen overzicht met “eindafrekeningen” en de daarbij gevoegde bescheiden.
1.2. De bewindvoerder is bij beschikking van de kantonrechter van deze rechtbank van 11 oktober 2011, zaaknummer 447668 BM VERZ 11-1786 per 1 december 2011 wegens slecht beheer ontslagen. Bij beschikking van 15 november 2011 is Wanda Drooghaag, h.o.d.n. GGN Limburg, als opvolgend bewindvoerder benoemd.
2. beoordeling van de rekening en verantwoording
2.1. De kantonrechter merkt op dat de voormelde rekeningen en verantwoordingen zijn gecontroleerd op de onderdelen bewindvoerdersbeloning en in rekening gebrachte kosten.
2.2. De kantonrechter merkt op dat in 2010 en 2011 met de bewindvoerder diverse evaluatiegesprekken zijn gevoerd over het door hem in al zijn dossiers gevoerde bewind omtrent de toe te kennen bewindvoerdersbeloning in 2008, 2009 en 2010, alsmede andere bij een rechthebbende in rekening te brengen kosten die verband houden met zijn beheer over de goederen van de rechthebbende, waaronder de kosten voor de software applicatie SmartFMS (hierna SmartFMS) en advocaatkosten vergoed aan zijn eigen advocatenkantoor. In het dossier met zaaknummer HV 200.075.752/01 heeft de bewindvoerder de beschikking van de kantonrechter van 19 juli 2010, na bekrachtiging door het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch op 20 januari 2011 met betrekking tot beloning, kosten voor SmartFMS en advocaatkosten, voorgelegd aan de Hoge Raad der Nederlanden met betrekking tot de beslissingen over de SmartFMS- en advocaatkosten. De Hoge Raad heeft bij beschikking van 9 september 2011, LJN BR1653, deze zaak, na cassatie op het punt van de kosten voor SmartFMS verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem. Daarmee is deze beschikking van het hof Den Bosch op het punt van de berekening van de beloning en van de advocaatkosten in kracht van gewijsde gegaan. De kantonrechter zal het hof in zijn oordeel op deze punten dan ook volgen. Voorzover thans bij de kantonrechter bekend, is voormelde zaak door de bewindvoerder nog niet bij het Gerechtshof te Arnhem aangebracht.
Inmiddels heeft het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch op 28 november 2011 in het dossier met zaaknummer HV 200.093.989/01 wederom beslist dat de kosten van SmartFMS aan de rechthebbende moeten worden terugbetaald. De kantonrechter zal het hof in zijn oordeel op dit onderdeel volgen.
Toekenning bewindvoerdersbeloning
2.3. Over het jaar 2006 is bij beschikking van 28 februari 2008 de bewindvoerder een salaris toegekend van € 715,58 inclusief BTW. Daarnaast heeft de bewindvoerder bij beschikking van 14 november 2006 een intakevergoeding van € 172,55 inclusief BTW toegekend gekregen. De bewindvoerder heeft deze intakevergoeding niet geïnd in 2006, noch in één van de daarop volgende jaren. De bewindvoerder heeft in 2006 € 770,- aan salaris geïnd. De bewindvoerder heeft derhalve over 2006 nog € 118,15 aan bewindvoerdersloon tegoed van de rechthebbende. Dit is inclusief de niet geïnde intakevergoeding.
Daarnaast merkt de kantonrechter op dat bij beschikking van 3 september 2008 aan de bewindvoerder in dit dossier een beloningsmachtiging is gegeven voor een bedrag van
€ 780,64 voor het beheer in het jaar 2007. Uit de rekening en verantwoording van 2007 blijkt dat de bewindvoerder aan beloning een bedrag van € 70,- bij de rechthebbende in rekening heeft gebracht. De rechthebbende dient over 2007 nog een bedrag van € 710,64 aan de bewindvoerder aan loon na te betalen.
2.4. De kantonrechter zal het salaris van de bewindvoerder over het jaar 2008 als volgt berekenen. Over de periode 1 december tot en met november 2008 geldt een bedrag dat is berekend conform de afspraken gemaakt in het kantonoverleg van de rechtbank Maastricht van 13 februari 2008 voor een professionele bewindvoerder geen lid van de branche-organisatie, te weten een bedrag van € 65,06 inclusief BTW en kosten per maand.
In november 2008 is de bewindvoerder als volledig lid toegelaten tot de branchevereniging BPBI en zal hem op basis van de aanbevelingen van het LOVCK een beloning worden toegekend van € 86,27 inclusief BTW en kosten vanaf 1 december 2008, conform voormelde beschikking van het Hof Den Bosch van 20 januari 2011. De kantonrechter merkt op dat deze berekeningswijze ook in overeenstemming is met het standpunt van de BPBI, dat aan de bewindvoerder is medegedeeld bij brief van 14 november 2008 en aan de kantonrechter ter kennis is gebracht door de directeur van deze organisatie. Deze brief vermeldt:“Uw definitieve lidmaatschap gaat in vanaf 1 december 2008 (…) zodat u gerechtigd bent vanaf die datum de tarieven voor een Professionele Bewindvoerdersorganisatie te berekenen”.
Dit brengt de in rekening te brengen beloning voor 2008 in totaal op een bedrag van € 801,93 inclusief BTW en kosten. De bewindvoerder heeft geïnd € 840,- dient derhalve nog € 38,07 aan de rechthebbende terug te betalen.
2.5. Op 27 januari 2009 is de rechthebbende toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, hierna: wsnp, onder nummer R 09/33. Op grond van het bepaalde in artikel 307 Fw mogen vorderingen van de bewindvoerder op de rechthebbende worden verrekend met openstaande schulden van vóór die datum. De kantonrechter zal derhalve ambtshalve onderzoeken of er tussen de bewindvoerder en de rechthebbende voor 27 januari 2009 nog vorderingsrechten zijn ontstaan.
Op 16 januari 2009 heeft de bewindvoerder een bedrag van € 19,25 onder de vermelding van “nabetaling” geïnd. Dit bedrag zal in de voormelde verrekening worden betrokken nu de bewindvoerder geen recht had op nabetaling van enig bedrag aan beloning voor het jaar 2008.
Op 19 januari 2009 heeft de bewindvoerder € 89,25 in rekening gebracht aan bewindskosten. Dit bedrag is conform de aanbevelingen van het LOVCK.
Aan de rechthebbende is op 24 januari 2012 een schone lei toegekend. De bewindvoerder had van de rechthebbende voorafgaand aan de wsnp nog (€ 118,15 + € 710,64) – (€ 38,07 + € 19,25) = € 771,47 aan achterstallige beloning te vorderen. Deze vordering had bij de wsnp-bewindvoerder ter verificatie moeten worden aangemeld.
De kantonrechter heeft ambtshalve kennis genomen van de op 28 februari 2012 gedeponeerde slotuitdelingslijst. De vordering van de bewindvoerder komt daar niet op voor. Nu de slotuitdelingslijst op 9 maart 2012 verbindend is geworden is het vorderingsrecht niet langer afdwingbaar. Daarom zal dit bedrag niet in de onder 2.11 vermelde verrekening worden betrokken.
2.6. De bewindvoerder heeft in 2009, na datum toelating wsnp, op basis van de aanbevelingen van het LOVCK recht op een beloning van € 981,75 inclusief BTW en kosten op jaarbasis. De bewindvoerder heeft aan beloning geïnd een bedrag van € 1071,-. Dit bedrag komt niet overeen met de aanbevelingen van het LOVCK. Er dient dus een bedrag van
€ 89,25 aan te veel geïnde beloning aan de rechthebbende te worden gerestitueerd.
2.7. Over de periode 2010 heeft de bewindvoerder bij de rechthebbende een bedrag van
€ 1101,33 als bewindvoerdersloon in rekening gebracht terwijl hij op basis van de aanbevelingen van het LOVCK recht had op € 1111,46 inclusief BTW en kosten, dus
€ 10,13 te weinig. De rechthebbende dient over de periode 2010 een bedrag groot € 10,13 aan de bewindvoerder na te betalen.
2.8. Op grond van het hiervoor onder 2.3 tot en met 2.6 overwogene dient de bewindvoerder in totaal nog een bedrag van € 79,12 wegens ten onrechte geïnde beloning aan de rechthebbende te betalen.
SmartFMS
2.9. De kantonrechter stelt vast dat de bewindvoerder in 2009, na datum toelating wsnp, en in 2010 ten laste van rechthebbende een bedrag van ( € 70,- + € 120,- =) € 190,- heeft uitbetaald aan Idieka B.V. ten behoeve van de software applicatie SmartFMS waarmee de rechthebbenden online 24 uur per dag inzage hebben in hun beheer- en leefgeldrekening.
Het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch heeft op 28 november 2011 in het dossier met zaaknummer HV 200.093.989/01 beslist dat deze applicatie niet nodig is voor het beheer van de financiën van de rechthebbende. Voor de bewindvoerder zijn er voordelen aan verbonden (geen papieren betalingsoverzichten meer voor de rechthebbenden en minder vragen aan de bewindvoerder over verrichte betalingen). Voor sommige rechthebbenden heeft dit systeem ongetwijfeld ook voordelen, voor anderen niet of nauwelijks. Tegenover de voordelen staat voor de rechthebbende een maandelijkse extra kostenpost van € 10,-.
De kantonrechter verwijst naar aanbeveling 2 van het LOVCK, dat voorafgaande goedkeuring van de kantonrechter bij extra kantoorkosten aanbeveelt, en naar artikel 19 lid 2 van de kwaliteitsverordening van zijn branchevereniging BPBI, dat vermeldt:”De kosten voor het digitaal raadplegen van de gegevens mogen nimmer, direct of indirect, ten laste van de cliënt worden gebracht”.
De bewindvoerder dient derhalve deze kosten ad € 190,- aan de rechthebbende terug te betalen.
Kosten betaald aan het aan de bewindvoerder gelieerde advocatenkantoor
2.10. De kantonrechter merkt voorts op dat de bewindvoerder in het jaar 2008 op 7 maart € 297,50 en op 19 maart € 22,- aan advocaatkosten heeft vergoed aan zijn eigen advocatenkantoor. Voor deze kostenposten heeft de bewindvoerder geen enkele toelichting gegeven, noch zijn er facturen overlegd.
Tijdens de evaluatiegesprekken die in 2010 met de bewindvoerder zijn gehouden, hebben de kantonrechters hun bezwaren tegen het optreden van de bewindvoerder als advocaat in zijn bewindsdossiers toegelicht. Daarbij is als voornaamste grond genoemd de schijn van belangenverstrengeling, nu de bewindvoerder aan zichzelf als advocaat een opdracht verstrekt waarbij hij (ook) een financieel belang heeft, dit mede in het licht van het gegeven dat de rechthebbenden in de bewindsdossiers zelf niet of nauwelijks in staat zijn hun vermogensrechtelijke belangen goed te behartigen. Dat is immers ook de grond voor het bewind. In een aantal dossiers was aan het licht gekomen dat rechtsbijstand werd ingeschakeld hoewel de bewindvoerder als zodanig een brief had behoren te schrijven of een eenvoudig bezwaarschrift had behoren in te dienen zoals andere bewindvoerders niet-advocaat. Inschakeling van een advocaat was in die gevallen dus niet nodig.
Tijdens voormelde gesprekken is afgesproken dat de bewindvoerder in het vervolg aan de kantonrechter een machtiging tot procederen zou vragen als hij zijn eigen advocatenkantoor voor rechtsbijstand wilde inschakelen en in gevallen waarin deze kosten reeds waren gemaakt hij deze alsnog zou toelichten en onderbouwen en de facturen zou bijvoegen, zodat beoordeeld zou kunnen worden of deze kosten noodzakelijk waren, waarna mogelijk alsnog machtiging tot betaling van deze facturen zou kunnen worden gegeven.
De bewindvoerder heeft bij brief van 17 februari 2012 de gelegenheid gekregen om alsnog de facturen van de betreffende advocaatkosten over te leggen en deze te onderbouwen. De bewindvoerder heeft hier niet op gereageerd binnen de gestelde termijn. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter voor de betaling van deze kosten aan de bewindvoerder gelieerde advocatenkantoor geen machtiging zal verlenen.
Het bedrag van € 319,50 dat voorafgaand aan de wsnp is geïnd dient derhalve op basis van het bepaalde in artikel 1:362 BW door de bewindvoerder te worden terugbetaald en zal met het onder 2.5 bedoelde bedrag mogen worden verrekend.
Daarnaast heeft de bewindvoerder op 4 mei 2010 en op 20 mei 2010 wederom advocaatkosten vergoed aan zijn eigen advocatenkantoor. Op beide data is een bedrag van
€ 100,- afgeschreven. Ook voor deze kostenposten heeft de bewindvoerder geen enkele toelichting gegeven en heeft de bewindvoerder bij brief van 17 februari 2012 de gelegenheid gekregen om alsnog de facturen van deze advocaatkosten over te leggen en deze te onderbouwen. Ook hier heeft de bewindvoerder niet gereageerd binnen de gestelde termijn. De bewindvoerder zal eveneens tot terugbetaling van deze advocaatkosten worden verplicht. Het betreft hier een totaalbedrag van € 200,-.
2.11. Het hiervoor overwogene leidt ertoe dat de bewindvoerder over het gevoerde bewind tot 31 december 2010 aan de rechthebbende een bedrag van in totaal ( € 79,12 + € 190,- +
€ 200,- =) € 469,12 dient terug te betalen. De kantonrechter zal de bewindvoerder op de voet van het bepaalde in artikel 1: 362 BW tot terugbetaling van dit bedrag veroordelen.
2.12. De kantonrechter zal goedkeuring aan de rekening en verantwoording over de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 onthouden op de onderdelen kosten SmartFMS en kosten betaald aan het aan de bewindvoerder gelieerde advocatenkantoor, zoals hiervoor is overwogen.
3. beslissing
De kantonrechter:
kent bovengenoemde bewindvoerder een bewindvoerdersbeloning toe voor de periode
1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 van € 801,93, voor de periode 1 januari tot en met 31 december 2009 van € 1071,- en over de periode 1 januari tot en met 31 december 2010 van € 1111,46, alle voormelde bedragen inclusief BTW en ongespecificeerde kosten;
onthoudt goedkeuring aan de rekeningen en verantwoordingen betrekking hebbende op de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 op de onderdelen kosten SmartFMS en kosten betaald aan het aan de bewindvoerder gelieerde advocatenkantoor, zoals in het lichaam van deze beschikking is overwogen;
veroordeelt de gewezen bewindvoerder tot terugbetaling aan de rechthebbende van een bedrag van € 469,12;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E. Elzinga, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.