4.Op grond van de gedingstukken stelt de rechtbank het volgende vast. Het afdelingshoofd en een medisch specialist hebben op 21 mei 2010, vrij snel nadat eiseres was aangesteld, met haar een eerste gesprek gehouden. In het feit dat het verslag geen kenmerk bevat en niet door eiseres voor gezien is ondertekend, ziet de rechtbank geen reden om eraan te twijfelen dat dit gesprek daadwerkelijk heeft plaatsgehad, mede gelet op de uitgebreide verslaglegging ervan. Eiseres heeft blijkens het opgemaakte verslag bij die gelegenheid aangegeven, dat zij om verscheidene, haar niet aan te rekenen, oorzaken onvoldoende is ingewerkt om zelfstandig te functioneren. Van de kant van verweerder is hierop als reactie gegeven dat er wel sprake is geweest van een inwerkperiode, te weten dat eiseres een tweetal dagen heeft meegelopen en dat een andere medewerkster is ingezet om eiseres te ondersteunen tijdens de spreekuren en om eiseres inzicht te geven in de computerprogramma’s. Met eiseres is de afspraak gemaakt dat zij binnen drie weken (lees: drie werkdagen) volledig zelfstandig zou functioneren binnen de spreekuren en met de diverse ondersteunende ICT programma’s. Om dit doel te bereiken zou eiseres twee dagdelen worden ingewerkt in de computerprogramma’s en verder zou zij verplicht zijn om e-learning (online opleiden) te volgen.
Op 11 juni 2010 - de rechtbank begrijpt: drie werkdagen later - heeft het vervolggesprek plaatsgehad, ditmaal tevens in bijzijn van een P&O consulent. De rechtbank begrijpt dat eiseres de inhoud niet betwist nu zij in bezwaar stelt dat zij dit verslag ondertekend heeft geretourneerd. Partijen zijn blijkens het verslag het op dat moment erover eens dat eiseres nog altijd onvoldoende is ingewerkt. Afgesproken is dat wederom een dagdeel gereserveerd wordt om zich de computerprogramma’s eigen te maken, maar dat eiseres daarna vooruitgang en resultaat dient te laten zien.
Op 16 juli 2010 is opnieuw een evaluatiegesprek met eiseres gehouden. Vastgesteld wordt dat eiseres het dagdeel dat gereserveerd was om e-learning te doen niet heeft benut - van de zijde van verweerder betiteld als vluchtgedrag - en dat eiseres een achterstand heeft in de verwerking van de verrichtingen, te wijten aan het feit dat eiseres de e-learning nog niet gedaan heeft en dat zij weinig basale computervaardigheden heeft. Verder blijkt uit het verslag dat geconstateerd is dat de spreekuren van eiseres structureel uitlopen. Van eiseres is verlangd dat zij op korte termijn e-learning SAP zal volgen - hiervoor is zij vrijgesteld - en op 23 juli 2010 alle verrichtingen heeft weggewerkt waarvoor zij die dag eerst nogmaals een instructie zou ontvangen. Eiseres is hierbij bovendien te verstaan gegeven dat, indien op
24 september 2010 onvoldoende verbetering wordt geconstateerd, bekeken zal worden of het zinvol is om samen door te gaan. Eiseres stelt in bezwaar dat zij de inhoud destijds op essentiële - niet nader genoemde - onderdelen heeft betwist, echter uit het navolgende verslag en de gronden van bezwaar is op te maken dat die betwisting zag op het blokkeren van uren en het van de zijde van verweerder ter sprake gebrachte vluchtgedrag.
In de laatste evaluatie, gehouden op 24 september 2010, is ter sprake gekomen dat eiseres de afgelopen periode niet zelfstandig de (SAP-)registratie heeft verricht, dat de verslaglegging onvoldoende is, dat zij de achterstand in het registreren van de verrichtingen niet heeft weggewerkt, dat zij de e-learning niet heeft afgerond en dat haar spreekuren telkens uitlopen. Eiseres heeft blijkens het verslag beaamd dat het probleem ten aanzien van het werken met computers bij haar ligt en kon zich vinden in het besluit om de aanstelling te beëindigen.
5.Uit de gespreksverslagen komt naar het oordeel van de rechtbank ten eerste afdoende naar voren dat eiseres in de hier aan de orde zijnde periode, tot 24 september 2010, onvoldoende heeft gefunctioneerd. Aan de enkele stelling in bezwaar dat eiseres het computersysteem wel volledig onder de knie heeft gekregen, gaat de rechtbank voorbij. Die stelling vindt geen steun in het laatste gespreksverslag van 24 september 2010. Eiseres heeft de inhoud van dit verslag als zodanig niet bestreden. De stukken waar eiseres op doelt, brengen de rechtbank niet tot een ander oordeel. De complimenten die eiseres van een collega heeft gekregen, zien op de periode na het ontslagbesluit en het getuigschrift ziet alleen op de vakinhoudelijke kwaliteiten. Overigens, op 13 december 2010 had eiseres de
e-learning nog altijd niet voltooid en tot december 2010 heeft eiseres samen met een collega het spreekuur gedaan.
Anders dan gesteld, is hier niet van belang of het werken met computerprogramma’s, specifiek SAP, in de functiebeschrijving is opgenomen. Eiseres bestrijdt immers niet dat de zelfstandige administratieve afhandeling van het proces, waaronder in redelijkheid moet worden verstaan het werken met de in de organisatie gangbare computerprogramma’s, een essentieel onderdeel uitmaakte van haar werkzaamheden. Blijkens de stukken betreft het handelingen als het uitdraaien van patiëntengegevens op stickers of het plannen van afspraken. De rechtbank ziet geen reden eraan te twijfelen dat deze handelingen noodzakelijk zijn voor het volwaardig en volledig vervullen van de functie van eiseres. Temeer nu dit als enige oorzaak is gegeven voor de uitloop van de spreekuren. Overigens verrichtte eiseres de functie van echoscopiste al jaren in een ander ziekenhuis en kan uit haar verhaal niet worden opgemaakt dat die werkzaamheden op zich inhoudelijk van elkaar verschilden. Eiseres kon kortom al bij haar aantreden een voldoende beeld hebben wat er bij de uitoefening van haar functie van haar werd verwacht.