ECLI:NL:RBMAA:2012:BW5745
Rechtbank Maastricht
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in strafzaak wegens te late indiening van verzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 17 februari 2012 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker, die woonachtig is te Maastricht. Het verzoek tot wraking was ingediend door zijn advocaat, mr. J.L.E. Marchal, en betrof de meervoudige kamer bestaande uit de rechters mr. [A], mr. [B] en mr. [C]. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek te laat was ingediend, aangezien het verzoek pas op 31 januari 2012 was ontvangen, terwijl de zitting waarop de beslissing over getuigenverhoren was genomen, al op 27 januari 2012 had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat verzoeker niet ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking, omdat er geen bijzondere redenen waren aangevoerd voor het tijdsverloop tussen de zitting en de indiening van het verzoek.
De wrakingskamer heeft verder opgemerkt dat het verzoek tot wraking direct ter terechtzitting gedaan had kunnen worden, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit zouden hebben belet. De rechtbank heeft de afwijzing van het verzoek tot het horen van getuigen door de meervoudige kamer als voldoende onderbouwd beschouwd en heeft geconcludeerd dat er geen vrees voor vooringenomenheid was. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M.J.W.D. Janssen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de tijdigheid van het wrakingsverzoek cruciaal is en dat verzoeker had moeten motiveren waarom het verzoek niet eerder kon worden ingediend. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking van de rechters niet-ontvankelijk verklaard, waarmee de beslissing van de meervoudige kamer werd bekrachtigd.