Parketnummers: 03/700619-11, 03/700295-11 en 03/700031-11 (VTVV)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 7 maart 2012
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
preventief gedetineerd PI Limburg Zuid - De Geerhorst te Sittard.
Raadsvrouw is mr. J.J. Serrarens, advocaat te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaken zijn gevoegd en inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 februari 2012, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
in de zaak met parketnummer 03/700619-11:
feit 1: negen mensen heeft opgelicht;
feit 2: drie mensen heeft geprobeerd op te lichten;
feit 3: vier mensen heeft opgelicht;
in de zaak met parketnummer 03/700295-11:
vier mensen heeft opgelicht.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. De officier van justitie verwijst daartoe naar de aangiftes, processen-verbaal van bevindingen, een positieve herkenning bij een fotoconfrontatie en de bekennende verklaring van verdachte ten aanzien van oplichting van het slachtoffer [naam slachtoffer 1]. De officier van justitie merkt daarbij voorts nog op dat de door de slachtoffers opgegeven signalementen van de dader veelal overeenkomen met dat van verdachte, terwijl de door de dader vertelde verhalen waarom hij geld nodig heeft, ook veel overeenkomsten vertonen.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten nu daartoe onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is. Weliswaar heeft verdachte bekend dat hij het slachtoffer [naam slachtoffer 1] zou hebben opgelicht, maar deze verklaring kan niet voor het bewijs worden gebruikt aangezien de betreffende verklaring onder druk van de politie is afgelegd. Verder kan ook de positieve herkenning van verdachte bij een met het slachtoffer [naam slachtoffer 2] gehouden fotoconfrontatie niet bijdragen aan het bewijs nu de confrontatie niet heeft plaatsgevonden conform het daartoe geldende besluit.
Doordat de verklaring van verdachte en de positieve fotoconfrontatie zijn weggevallen voor het bewijs kan, zelfs met toepassing van schakelbewijs, niet worden gekomen tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 16 november 2011 heeft [naam slachtoffer 1] aangifte gedaan van oplichting. Zij was als vrijwilliger die dag werkzaam in de OLV Kerk te Voerendaal, toen een man haar in het Limburgs dialect aansprak. Hij vertelde dat hij in de verzekeringen zat en vroeger vrachtwagenchauffeur was geweest. Hij vertelde verder dat hij zijn portefeuille kwijt was geraakt vermoedelijk bij het uit zijn zak halen van een pakje shag. In zijn portefeuille zaten zijn rijbewijs, chauffeurspas, vervoerpas, pasje voor het vervoer van giftige stoffen en 240 euro. Hij had hier al 4,5 uur naar gezocht. Hij had nu geen geld om thuis te komen. Hij woonde in Maasbracht. Hij vroeg aangeefster of zij hem 23 euro kon geven, dan kon hij met de trein naar Roermond en van daaruit met de bus naar Maasbracht. Aangeefster zei dat ze geen geld bij zich had, maar wel thuis. Ze heeft de man meegenomen naar haar huisadres en hem 20 euro gegeven. De man zei dat hij [‘n naam] heette en woonde op de [T.weg]in Maasbracht. Ook gaf hij haar het nummer van zijn mobiele telefoon. Hij zei dat hij het geld dezelfde avond nog terug zou komen brengen.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het verhaal van aangeefster [naam slachtoffer 1] voor 98% juist is; hij heeft alleen niet tegen haar gezegd dat hij in verzekeringen deed. Nu verdachte ter zitting heeft erkend dit tenlastegelegde feit te hebben begaan, komt de rechtbank niet meer toe aan de bespreking van het verweer van de raadsvrouwe dat de eerder door verdachte over dit feit bij de politie afgelegde verklaring onder druk zou zijn afgelegd.
[naam slachtoffer 2] heeft op 9 november 2011 aangifte gedaan van oplichting tussen 1 juni en 31 juli 2011. Hij was in het centrum van Heerlen een in zichzelf mompelende man tegen gekomen. Op zijn vraag of er iets was zei de man dat hij zijn auto had afgesloten, met daarin zijn sleutels en zijn beurs. Hij had nu geen geld of bankpas. Hij had zijn reservesleutels thuis liggen in Herkenbosch en vroeg of aangever hem geld kon lenen, zodat hij die kon gaan halen. Aangever vroeg hoeveel de trein zou kosten en de man zei 25 à 30 euro. Aangever had geen geld bij zich, maar liep naar een pinautomaat, pinde geld en gaf de man 35 euro. De man noteerde het adres van aangever op zijn hand en zei dat hij het geld dezelfde avond kwam terug brengen. Aangever heeft de man niet meer gezien. Hij kan de man omschrijven als een blanke man, stoppelbaard, donkerblond haar, 35-45 jaar oud en ongeveer 1.80 m. Hij sprak Heerlens dialect.
Op 28 november 2011 is met aangever [naam slachtoffer 2] een fotoconfrontatie gehouden waarbij hem 11 foto’s zijn getoond. Bij het zien van foto 8 verklaarde aangever: "Dat is hem". De persoon op foto 8 betreft verdachte.
De raadsvrouw heeft gesteld dat genoemde fotoconfrontatie niet voor het bewijs kan worden gebruikt nu de getuige is begeleid door de verbalisant [S]. Deze verbalisant was namelijk eerder, eveneens als getuigenbegeleider, betrokken bij de met de getuige [naam getuige] op 17 november 2011 gehouden fotoconfrontatie, bij welke gelegenheid het hem bekend is geworden onder welk nummer de foto van verdachte zich bevond. Door deze kennis is niet voldaan aan het in artikel 8 lid 2 van het Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek (TMBO) gestelde dat de opsporingsambtenaar die de foto’s toont, niet mag weten wie de verdachte is.
In het proces-verbaal Sequentiële fotobewijsconfrontatie met één getuige, op 28 november 2011 op ambtseed opgemaakt door de verbalisant [W] (pagina 54 van de doornummering) staat vermeld: “De getuige werd begeleid door [S], brigadier van politie. Vóór de confrontatie toonde ik hem middels een beeldscherm de fotoselectie. Hij verklaarde daarna, dat hij niemand in de selectie kende. Ik zorgde ervoor dat hij gedurende de confrontatieprocedure niet kon vaststellen welke persoon de verdachte was.”
Gelet op deze verklaring van verbalisant [S], aan de inhoud waarvan de rechtbank geen redenen heeft om te twijfelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat er geen schending heeft plaatsgevonden van artikel 8, lid 2, van het Besluit TMBO bij de met [naam slachtoffer 2] gehouden fotoconfrontatie, nu niet is gebleken dat de opsporingsambtenaar die de foto’s toont wist wie de verdachte was. Het verweer van de raadsvrouwe wordt dan ook verworpen.
In de zaak met parketnummer 03/700619-11 ten aanzien van feit 1 hebben verder nog de volgende aangiftes betreffende oplichting plaatsgevonden, te weten:
- door [naam slachtoffer 3], gepleegd te Heerlen op 12 november 2011;
- door [naam slachtoffer 4], gepleegd te Heerlen op 4 november 2011;
- door [naam slachtoffer 5], gepleegd te Heerlen op 31 oktober 2011 of 1 november 2011;
- door [naam slachtoffer 6], gepleegd te Heerlen op 17 oktober 2011;
- door [naam slachtoffer 7], gepleegd te Voerendaal op 16 oktober 2011;
- door [naam slachtoffer 8], gepleegd te Heerlen op 29 oktober 2011;
- door [naam slachtoffer 9], gepleegd te Heerlen begin september 2011.
In de zaak met parketnummer 03/700619-11 ten aanzien van feit 2 hebben aangiftes betreffende poging tot oplichting plaatsgevonden
- door [naam slachtoffer 10], gepleegd te Heerlen op 9 november 2011;
- door [naam slachtoffer 11], gepleegd te Heerlen op 12 november 2011 en
- door [naam slachtoffer 12], gepleegd te Heerlen op 12 november 2011.
In de zaak met parketnummer 03/700619-11 ten aanzien van feit 3 hebben aangiftes betreffende oplichting plaatsgevonden
- door [naam slachtoffer 13], gepleegd te Heerlen op 9 oktober 2011;
- door [naam slachtoffer 14], gepleegd te Heerlen op 28 oktober 2011;
- door [naam slachtoffer 15], gepleegd te Heerlen op 31 oktober 2011 en
- door [naam slachtoffer 16], gepleegd te Heerlen op 1 november 2011.
In de zaak met parketnummer 03/700295-11 hebben aangiftes betreffende oplichting plaatsgevonden
- door [naam slachtoffer 17], gepleegd te Heerlen op 10 juni 2011;
- door [naam slachtoffer 18], gepleegd te Heerlen op 31 mei 2011 en
- door [naam slachtoffer 19], gepleegd te Heerlen op 24 mei 2011.
De rechtbank constateert dat de hiervoor genoemde aangevers verklaren dat zij zijn benaderd door een man die vertelt dat hij al zijn papieren is kwijtgeraakt, waardoor hij niet in staat is om weer thuis te komen. Hij verzoekt hen in de meeste gevallen om geld te lenen voor de trein. In een aantal gevallen zegt de man dat hij zijn autosleutels verloren heeft en dat al zijn papieren en zijn geld in de auto liggen en dat hij naar huis wil om daar de reservesleutels op te kunnen halen. Daarbij worden een aantal keren de plaatsen Maasbracht, Herkenbosch en Tegelen genoemd. Ook verklaart de betreffende persoon regelmatig dat hij al bij de politie is geweest en dat deze hem niet wil helpen c.q. hem naar huis wil brengen. Verder belooft de persoon regelmatig dat hij diezelfde avond het geld nog zal komen terugbrengen, al dan niet vergezeld gaande van een attentie. Hij noteert het adres daartoe een aantal keren zelfs in zijn hand. De betreffende persoon vermeldt soms dat hij vrachtwagenchauffeur is en soms dat hij in verzekeringen doet. Verder vraagt hij een aantal keren of er in dialect gesproken kan worden en spreekt hij in Heerlens dialect. Daarnaast komt het door de aangevers gegeven signalement van de dader in een groot aantal gevallen overeen met dat van verdachte.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2011 waaruit blijkt dat verdachte die dag is aangehouden op het kerkhof gelegen aan de [A.straat] te Heerlen en dat hij daar een aantal mensen heeft aangesproken met de mededeling dat hij zij autosleutels kwijt was.
Op grond van verdachtes bekentenis van oplichting van [naam slachtoffer 1], de herkenning van verdachte door [naam slachtoffer 2] en bovenstaande met elkaar overeenkomende feiten en omstandigheden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de hiervoor genoemde aangevers ook heeft opgelicht dan wel heeft geprobeerd op te lichten. De rechtbank heeft daarbij tevens betrokken de verklaring van verdachte ter zitting dat hij eerder op soortgelijke wijze personen heeft opgelicht en dat hij een groot rijbewijs heeft.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat, gelet op de publiciteit rond het handelen van verdachte in het verleden en betreffende de onderhavige feiten, de mogelijkheid bestaat dat een ander de werkwijze van verdachte heeft overgenomen. Ter onderbouwing van deze stelling heeft de raadsvrouw een aantal krantenartikelen overgelegd. De rechtbank begrijpt dit verweer aldus dat door die publicaties de mogelijkheid is opengebleven dat een ander dan verdachte de aangevers op deze wijze heeft benadeeld.
De rechtbank verwerpt ook dit verweer van de raadsvrouw en overweegt daartoe het volgende. De door de aangevers vermelde feiten en omstandigheden zijn dermate specifiek en wijzen in een aantal gevallen zo in de richting van verdachte (bijvoorbeeld dat de broer van verdachte bij de politie werkt en dat verdachte vrachtwagenchauffeur is) dat het naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk is dat de feiten door een ander zijn begaan. Daar komt nog bij dat niet gebleken is dat er oplichtingen dan wel pogingen daartoe hebben plaatsgevonden gedurende de tijd dat verdachte gedetineerd is geweest in 2011.
De rechtbank zal verdachte in de zaak met parketnummer 03/700295-11 vrijspreken van de oplichting van [naam slachtoffer 20], nu het geld dat is overhandigd niet van haar maar van haar zoon afkomstig was en die het ook heeft overhandigd.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de zaak met parketnummer 03/700619-11:
1.
in de periode van 01 juni 2011 tot en met 16 november 2011 in de gemeente Heerlen en/of Voerendaal met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels de volgende personen
- [naam slachtoffer 1] (betreft 16 november 2011) en
- [naam slachtoffer 3] (betreft 12 november 2011 en
- [naam slachtoffer 4] (betreft 4 november 2011) en
- [naam slachtoffer 5] (betreft periode van 31 oktober 2011 tot en met 01 november 2011) en
- [naam slachtoffer 6] (betreft 17 oktober 2011) en
- [naam slachtoffer 7] (betreft 16 oktober 2011) en
- [naam slachtoffer 2] (betreft de periode van 01 juni 2011 tot en met 31 juli 2011) en
- [naam slachtoffer 8] (betreft 29 oktober 2011) en
- [naam slachtoffer 9] (betreft periode van 01 september 2011 tot en met 10 september 2011)
heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen de voornoemde personen gezegd dat hij zijn autosleutel(s) en/of beurs had verloren en daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis (naar huis) en/of (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) heeft beloofd (nadat hij een of meerdere gegevens had gevraagd) dat hij het geld later terug zou geven, waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
2.
in de periode van 9 november 2011 tot en met 12 november 2011 in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels [naam slachtoffer 10] en [naam slachtoffer 11] en [naam slachtoffer 12] te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [naam slachtoffer 10] en [naam slachtoffer 11] en [naam slachtoffer 12] gezegd dat hij zijn autopapieren en geld had verloren en daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis (naar huis), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
in de periode van 9 oktober 2011 tot en met 1 november 2011 in de gemeente Heerlen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels de volgende personen
- [naam slachtoffer 13] (betreft 9 oktober 2011) en
- [naam slachtoffer 14] (betreft 28 oktober 2011 en
- [naam slachtoffer 15] (betreft 31 oktober 2011) en
- [naam slachtoffer 16] (betreft 1 november 2011)
heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen de voornoemde personen gezegd dat hij zijn autosleutel(s) had verloren en daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis (naar huis) en/of (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) heeft beloofd (nadat hij de naam en telefoonnummer had gevraagd) dat hij het geld later terug zou geven, waardoor voornoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgiftes;
in de zaak met parketnummer 03/700295-11:
in het tijdvak van 22 maart 2011 tot en met 10 juni 2011 in het arrondissement Maastricht met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels
- [naam slachtoffer 17] (betreft 10 juni 2011) en
- [naam slachtoffer 18] (betreft 31 mei 2011) en
- [naam slachtoffer 19] (betreft 24 mei 2011)
heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [naam slachtoffer 17], [naam slachtoffer 18] en [naam slachtoffer 19] gezegd dat hij zijn autosleutels verloren had en daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis naar huis en/of dat hij later het geld terug zou brengen en koek en/of vla en/of wat lekkers en/of een fles wijn zou geven als dank, waardoor [naam slachtoffer 17], [naam slachtoffer 18] en [naam slachtoffer 19] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
in de zaak met parketnummer 03/700619-11, feit 1 en feit 3:
oplichting, meermalen gepleegd;
in de zaak met parketnummer 03/700619-11, feit 2:
poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
in de zaak met parketnummer 03/700295-11:
oplichting, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden met aftrek van voorarrest.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen opmerkingen gemaakt omtrent een aan verdachte op te leggen straf.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Verdachte heeft zich wederom schuldig gemaakt aan oplichting, dit maal 16 oplichtingen en 3 pogingen daartoe. Zijn eerdere veroordelingen voor dit strafbare feit tot gevangenisstraffen hebben duidelijk geen indruk op hem gemaakt: ze hebben hem er niet van weerhouden nogmaals mensen op te lichten. Kwalijk is dat verdachte zich bovendien in een groot aantal gevallen heeft gericht tot mensen op - soms hoge - leeftijd. Hij heeft misbruik gemaakt van hun geringere weerbaarheid en hun instelling een medemens te helpen. Hij heeft met zijn oplichtingspraktijken hun vertrouwen in de medemens ernstig geschaad. Verdachte heeft er geen blijk van gegeven daarmee te zitten of spijt te hebben van zijn handelen. Dat pleit niet voor hem.
Daarnaast gaat de rechtbank ervan uit, gelet op de inhoud van zijn strafblad, dat onvoorwaardelijke gevangenisstraffen in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een proeftijd geen invloed meer hebben op het gedrag van verdachte. De bewezenverklaarde feiten zijn immers gepleegd terwijl verdachte nog in een proeftijd liep. Verdachte weigert het foute van zijn handelen in te zien en legt alleen een bekennende verklaring af als hij nagenoeg op heterdaad wordt aangehouden en ontkennen geen zin heeft. Daarom komt alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf als straf in aanmerking. De hoogte van die straf moet naar het oordeel van de rechtbank aanzienlijk zijn, en hoger dan door de officier van justitie gevorderd, om verdachte ervan te doordringen dat hij moet stoppen met het oplichten van mensen: 18 maanden gevangenisstraf zal de rechtbank hem daarom opleggen.
6 De benadeelde partij
Ter terechtzitting zijn de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij na te noemen personen zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partijen in het strafproces hebben gevoegd, te weten:
- [naam slachtoffer 3] voor een bedrag van € 115,--,
- [naam slachtoffer 4]. voor een bedrag van €50,--,
- [naam slachtoffer 7] voor een bedrag van € 40,--,
- [naam slachtoffer 2] voor een bedrag van € 35,--,
- [naam slachtoffer 9] voor een bedrag van € 17,50,
- [naam slachtoffer 15] voor een bedrag van € 50,--,
- [naam slachtoffer 16] voor een bedrag van € 30,--,
- [naam slachtoffer 17] voor een bedrag van € 40,--
- [naam slachtoffer 18] voor een bedrag van € 24,--.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan deze benadeelde partijen door de bewezenverklaarde strafbare feiten rechtstreeks schade is toegebracht tot de door hen gevorderde bedragen en nu aan de verdachte ter zake van die feiten een straf zal worden opgelegd, zullen deze vorderingen worden toegewezen.
Nu de verdachte zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht jegens de slachtoffers, zijnde de hiervoor genoemde benadeelde partijen aansprakelijk is voor de schade die door die strafbare feiten zijn toegebracht, heeft de rechtbank tot het opleggen van nader te noemen maatregel besloten.
7 De vordering tot tenuitvoerlegging
Ter terechtzitting is gelijktijdig behandeld de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging alsnog van een gevangenisstraf voor de duur van 40 dagen, aan de verdachte opgelegd bij onherroepelijk vonnis van de politierechter in deze rechtbank d.d. 27 april 2011 gewezen onder parketnummer 03/700031-11.
De vordering voldoet aan de bij de wet gestelde eisen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte door hetgeen thans bewezen en strafbaar is verklaard zich voor het einde van de vastgestelde proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten en aldus de algemene voorwaarde heeft overtreden.
Bijzondere omstandigheden die aan de gevorderde tenuitvoerlegging in de weg zouden staan zijn niet aanwezig.
De rechtbank zal dan ook de gevorderde tenuitvoerlegging gelasten.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 24c, 36f, 45, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht , zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partijen:
- [naam slachtoffer 3], van een bedrag van €115,-- (zegge: éénhonderd en vijftien euro ), vermeerderd met de wettelijke rente van 12 november 2011 tot aan de dag van volledige voldoening;
- [naam slachtoffer 4], van een bedrag van € 50,--
( zegge: vijftig euro);
-[naam slachtoffer 7], van een bedrag van € 40,-- (zegge: veertig euro);
- [naam slachtoffer 2], van een bedrag van € 35,--
( zegge: vijfendertig euro);
- [naam slachtoffer 9], , van een bedrag van € 17,50 ( zegge: zeventien euro en 50 eurocent);
- [naam slachtoffer 15], van een bedrag van 50,-- (zegge: vijftig euro);
- [naam slachtoffer 16], van een bedrag van € 30,-- (zegge: dertig euro);
- [naam slachtoffer 17], van een bedrag van € 40,-- (zegge: veertig euro);
-[naam slachtoffer 18], van een bedrag van € 24,-- ( zegge: vierentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente van 31 mei 2011 tot aan de dag van volledige voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door het daarbij vermelde aantal dagen hechtenis:
- [naam slachtoffer 3] van een bedrag van €115,-- , te vervangen door 2 dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente van 12 november 2011 tot aan de dag van volledige voldoening;
- [naam slachtoffer 4] van een bedrag van € 50,-- te vervangen door 1 dag hechtenis;
-[naam slachtoffer 7] van een bedrag van € 40,-- te vervangen door 1 dag hechtenis;
- [naam slachtoffer 2] van een bedrag van € 35,-- te vervangen door 1 dag hechtenis;
- [naam slachtoffer 9] van een bedrag van € 17,50 te vervangen door 1 dag hechtenis;
- [naam slachtoffer 15] van een bedrag van 50,-- te vervangen door 1 dag hechtenis;
- [naam slachtoffer 16] van een bedrag van € 30,-- te vervangen door 1 dag hechtenis;
- [naam slachtoffer 17] van een bedrag van € 40,-- te vervangen door 1 dag hechtenis;
- [naam slachtoffer 18] van een bedrag van € 24,--, te vervangen door 1 dag hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente van 31 mei 2011 tot aan de dag van volledige voldoening;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
De vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 03/700031-11
- gelast dat de voorwaardelijke straf , te weten een gevangenisstraf voor de duur van 40 dagen, alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Hazen, voorzitter, mr. P.H.M. Kuster en mr. M.C.A.E. van Binnebeke, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.P.J.M. Vugs, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 maart 2012.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2011 tot en met 16 november 2011 in de gemeente Heerlen en/of Voerendaal meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende perso(o)n(en)
- [naam slachtoffer 1] (betreft 16 november 2011) en/of
- [naam slachtoffer 3] (betreft 12 november 2011 en/of
- [naam slachtoffer 4] (betreft 04 november 2011) en/of
- [naam slachtoffer 5] (betreft periode van 31 oktober 2011 tot en met 01 november 2011) en/of
- [naam slachtoffer 6] (betreft 17 oktober 2011) en/of
- [naam slachtoffer 7] (betreft 16 oktober 2011) en/of
- [naam slachtoffer 2](betreft de periode van 01 juni 2011 tot en met 31 juli 2011)
- [naam slachtoffer 8] (betreft 29 oktober 2011) en/of
- [naam slachtoffer 9] (betreft periode van 01 september 2011 tot en met 10 september 2011)
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen de voornoemdeperso(o)n(en) gezegd dat hij zijn autosleutel(s) en/of beurs had verloren en
daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis (naar huis) en/of (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) heeft beloofd (nadat hij een of meerdere gegevens had gevraagd) dat hij het geld later terug zou geven, waardoor voornoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
2.
hij in of omstreeks de periode van 09 november 2011 tot en met 12 november 2011 in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam slachtoffer 10] en/of [naam slachtoffer 11] en/of [naam slachtoffer 12] te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [naam slachtoffer 10] en/of [naam slachtoffer 11] en/of [naam slachtoffer 12] gezegd dat hij zijn autopapieren en geld had verloren en daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis (naar huis), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van 9 oktober 2011 tot en met 1 november 2011 in de gemeente Heerlen, meermalen, althans eenmaal (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende perso(o)n(en)
- [naam slachtoffer 13] (betreft 9 oktober 2011) en/of
- [naam slachtoffer 14] (betreft 28 oktober 2011 en/of
- [naam slachtoffer 15] (betreft 31 oktober 2011) en/of
- [naam slachtoffer 16] (betreft 1 november 2011)
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen de voornoemde perso(o)n(en) gezegd dat hij zijn autosleutel(s) had verloren en daarom wat
geld benodigde voor de (trein)reis (naar huis) en/of (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) heeft beloofd (nadat hij de naam en telefoonnummer had gevraagd) dat hij het geld later terug zou geven, waardoor voornoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s).
Tenlastelegging in de gevoegde zaak met parketnummer: 700295-11
hij in of omstreeks het tijdvak van 22 maart 2011 tot en met 10 juni 2011 in het arrondissement Maastricht, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [naam slachtoffer 17] (betreft 10 juni 2011)
- [naam slachtoffer 18] (betreft 31 mei 2011)
- [naam slachtoffer 19] (betreft 24 mei 2011)
- [naam slachtoffer 20] (betreft 22 maart 2011)
heeft bewogen tot de afgifte van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid tegen die [naam slachtoffer 17] en/of [naam slachtoffer 18] en/of [naam slachtoffer 19] en/of [naam slachtoffer 20] gezegd dat hij zijn autosleutels verloren had en daarom wat geld benodigde voor de (trein)reis naar huis en/of dat hij later het geld terug zou brengen en koek en/of vla en/of wat lekkers en/of een fles wijn zou geven als dank, waardoor [naam slachtoffer 17] en/of [naam slachtoffer 18] en/of [naam slachtoffer 19] en/of [naam slachtoffer 20] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.