ECLI:NL:RBMAA:2012:BX6377
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. Schutte
- F.H. Machiels
- A.W. Oosterman
- Rechtspraak.nl
Aanslag rioolheffing opgelegd aan internationaal militair hoofdkwartier
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 24 augustus 2012 uitspraak gedaan over de aanslag rioolheffing die aan eiseres, een internationaal militair hoofdkwartier, was opgelegd voor het belastingjaar 2010. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.G.M. Limpens, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was opgelegd door de heffingsambtenaar van stadsregio Parkstad Limburg, vertegenwoordigd door mr. M.G.G. Hilkens, L.P.J. Kunkels, X.J.H.A.C. Tinnemans en J.A.A. Kevers. De rechtbank oordeelde dat de aanslag terecht was opgelegd, omdat deze aanslag een vergoeding voor diensten van openbaar nut betreft, zoals vastgelegd in een overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa (SHAPE). Deze overeenkomst, die op 25 mei 1964 werd gesloten en op 17 juni 1969 werd aangevuld, stelt dat internationale militaire hoofdkwartieren onderworpen zijn aan heffingen die niet anders zijn dan vergoedingen voor diensten van openbaar nut.
Eiseres voerde aan dat op grond van het Protocol van Parijs, dat van toepassing is op internationale militaire hoofdkwartieren, een vrijstelling van rechten en heffingen geldt, tenzij het gaat om heffingen die zijn toe te schrijven aan het gebruik van bepaalde voorwerpen of het benutten van bepaalde diensten. De rechtbank overwoog dat de rioolheffing, die is ingesteld ter bestrijding van de kosten van de inzameling en verwerking van afvalwater, een directe belasting is die aan de eiseres kan worden opgelegd. De rechtbank concludeerde dat de aanslag rioolheffing terecht was opgelegd, omdat deze aanslag niet onder de vrijstelling valt die in het Protocol van Parijs is opgenomen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.