ECLI:NL:RBMID:2001:AD3609
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. ...
- Rechtspraak.nl
Toepassing van dwangmedicatie op verzoekster in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 30 augustus 2001 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van Mw. A., die verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis. Verzoekster heeft een klacht ingediend over de toepassing van dwangmedicatie door haar behandelend psychiater. De rechtbank heeft eerder op 11 juni 2001 een voorlopige machtiging verleend voor haar verblijf in het ziekenhuis, omdat haar geestesstoornis, schizofrenie van het paranoïde type, haar handelen beheerst en zij een gevaar vormt voor zichzelf en anderen. Tijdens de zitting op 27 augustus 2001 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de behandelend psychiater en een verpleegkundige, die de noodzaak van dwangmedicatie hebben toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in een onaanvaardbare toestand van geestelijke ontreddering verkeert, wat de toepassing van dwangmedicatie rechtvaardigt. De rechtbank oordeelt dat er geen minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn en dat de dwangmedicatie noodzakelijk is om ernstig gevaar voor verzoekster af te wenden. De rechtbank heeft de klacht van verzoekster ongegrond verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. De beslissing is genomen in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ).