ECLI:NL:RBMID:2001:AD6293

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
24 oktober 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
422/2000
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • B.J.R.P. Verhoeven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en nietigheid van vreemdelingenbeslag in civiele procedure

Op 24 oktober 2001 heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Barnett Trading Inc. en Citrus International Inc. en Citrus International & Associates Inc. In deze zaak was Barnett Trading betrokken als eiser in de hoofdzaak en gedaagde in een incident. De rechtbank had eerder, op 4 april 2001, Barnett Trading in de gelegenheid gesteld om nadere stukken over te leggen. Barnett Trading diende op 2 mei 2001 een akte in, waarop Citrus c.s. op 1 augustus 2001 reageerden.

De rechtbank oordeelde dat Barnett Trading niet had voldaan aan de vereisten van artikel 721 Rv, dat bepaalt dat de eis in hoofdzaak binnen acht dagen na het indienen van de dagvaarding aan de derde, in dit geval Van Bon Koel- en Vriesveem, moet worden betekend. Barnett Trading had geen bewijs overgelegd dat deze betekening had plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat het door Barnett Trading gelegde beslag onder Van Bon Koel- en Vriesveem moest worden aangemerkt als een derdenbeslag, maar dat dit beslag nietig was omdat de betekening niet had plaatsgevonden.

Als gevolg van deze nietigheid verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om kennis te nemen van de vordering van Barnett Trading. De rechtbank veroordeelde Barnett Trading in de kosten van de procedure aan de zijde van Citrus c.s., begroot op f. 860,-- voor procureurssalaris. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in civiele zaken, vooral met betrekking tot beslaglegging en de vereiste betekening aan derden.

Uitspraak

d.d. 24 oktober 2001
De arrondissementsrechtbank te Middelburg, enkelvoudige kamer, overweegt en beslist als volgt inzake:
rolnr.: 422/2000
De vennootschap naar buitenlands recht Barnett Trading Inc.,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
gevestigd te Marblehead, Massachusetts, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in de hoofdzaak,
gedaagde in het incident,
procureur: mr. C.H. Brinkman,
advocaat: mr. P. Ingwersen,
tegen:
de vennootschappen naar buitenlands recht Citrus International Inc. en
Citrus International & Associates Inc.,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland,
beiden gevestigd en kantoorhoudende aan 1000 N. Orlando Avenue, Winter Park, 32789, Florida, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
procureur: mr. J.C. Bode-’t Hart,
advocaat: mr. J.A. Oggel.
1. Het verdere procesverloop in het incident
Bij vonnis d.d. 4 april 2001 is Barnett Trading in de gelegenheid gesteld nadere stukken over te leggen.
Barnett Trading heeft op 2 mei 2001 een akte genomen. Hierop hebben Citrus c.s. bij akte d.d. 1 augustus 2001 gereageerd.
2. De verdere beoordeling in het incident
2.1. De rechtbank verwijst naar haar vonnis d.d. 4 april 2001.
2.2. Barnett Trading heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat conform het bepaalde in artikel 721 Rv aan Van Bon Koel- en Vriesveem de eis in hoofdzaak is betekend. Barnett Trading stelt dat sprake is van vreemdelingenbeslag ex artikel 765 Rv, zodat betekening aan voornoemde derde niet nodig is.
Citrus c.s. hebben het voorgaande betwist en gesteld dat wel sprake is van conservatoir vreemdelingenbeslag onder een derde.
2.3. De rechtbank heeft in haar vonnis d.d. 4 april 2001 reeds overwogen dat het haar voorkomt dat het door Barnett Trading gelegde beslag onder Van Bon Koel- en Vriesveem moet worden aangemerkt als een conservatoir vreemdelingenbeslag onder een derde. In hetgeen door Barnett Trading is aangevoerd, wordt door de rechtbank geen aanleiding gezien om daarop terug te komen.
Barnett Trading heeft betoogd dat zij de weg van artikel 765 Rv (vreemdelingenbeslag) heeft gevolgd en niet die van artikel 718 Rv (derdenbeslag). Aan dit betoog ligt klaarblijkelijk de opvatting ten grondslag dat vreemdelingenbeslag en derdenbeslag onverenigbaar zijn, welke opvatting naar het oordeel van de rechtbank onjuist is.
Vreemdelingenbeslag richt zich tegen een schuldenaar die geen bekende woonplaats in Nederland heeft en indien zo’n beslag gelegd wordt op een goed of goederen als bedoeld in artikel 475 Rv onder een derde, dan is dat een derdenbeslag als bedoeld in artikel 718 Rv tegen een vreemdeling als bedoeld in artikel 765 Rv.
In het onderhavige geval is beslag gelegd op goederen waarvan Barnett Trading heeft gesteld dat deze eigendom zijn van Citrus c.s., maar welke zich bevinden onder een derde, te weten Van Bon Koel- en Vriesveem, zodat dit moet worden aangemerkt als een derdenbeslag.
Het eventuele feit dat, zoals Barnett Trading nog heeft aangevoerd, Van Bon Koel- en Vriesveem zich niet tegen het beslag verzet maakt dat niet anders. Het antwoord op de vraag of een beslag al dan niet als een derdenbeslag moet worden aangemerkt hangt niet af van de vraag of de derde het beslag al dan niet duldt, alleen al omdat de betreffende derde de keuze dienaangaande pas kan maken nadat het beslag is gelegd.
Wordt beslag gelegd onder een derde, dan dient deze derde de nodige informatie te krijgen opdat hij zijn positie kan bepalen ten opzichte van de schuldenaar en de beslaglegger. Onder meer artikel 721 Rv waarborgt dit recht op informatie en dit op straffe van nietigheid. Artikel 721 Rv bepaalt dat de beslaglegger - in casu Barnett Trading - op straffe van nietigheid verplicht is om de eis in hoofdzaak binnen acht dagen na het indienen van de dagvaarding te betekenen aan de derde, in casu Van Bon Koel- en Vriesveem.
Uit de inhoud van de akte d.d. 2 mei 2001 valt af te leiden dat Barnett Trading aan deze voorwaarde niet heeft voldaan. Het door Barnett Trading ten laste van Citrus c.s. gelegde beslag onder Van Bon Koel- en Vriesveem is derhalve nietig. De nietigheid van het beslag heeft tot gevolg dat deze rechtbank niet bevoegd is van de vordering van Barnett Trading kennis te nemen. Overige aanknopingspunten op grond waarvan deze rechtbank bevoegd is om van de vordering van Barnett Trading kennis te nemen is gesteld noch gebleken.
2.4. Barnett Trading dient als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3. De beslissing
De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vordering;
- veroordeelt Barnett Trading in de kosten van deze procedure aan de zijde van Citrus c.s. tot aan de uitspraak begroot op f. 860,-- voor procureurssalaris.
Dit vonnis is gewezen voor mr. B.J.R.P. Verhoeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 oktober 2001 in tegenwoordigheid van de griffier.