ECLI:NL:RBMID:2002:AE9130
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J.A. van Unnik
- Rechtspraak.nl
Onttrekking van de Landbouwhaven aan de openbaarheid en de gevolgen voor een garage- en watersportbedrijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg geoordeeld over het besluit van de gemeente Kortgene om de Landbouwhaven aan de openbaarheid te onttrekken. Eiseres, een garage- en watersportbedrijf, stelde dat dit besluit haar bedrijfscontinuïteit ernstig in gevaar bracht, omdat zij afhankelijk was van de openbaarheid van de haven voor het uitvoeren van bootreparaties. Eiseres voerde aan dat zij door het besluit een schade van 37.000 euro per jaar leed en dat de gemeente deze schade niet had meegewogen in haar belangenafweging. Tijdens de zitting werd er door de gemachtigde van eiseres verwezen naar eerdere rechterlijke uitspraken die relevant waren voor de zaak.
De rechtbank constateerde dat er geen wettelijke regeling bestond voor het onttrekken van andere zaken dan wegen aan de openbaarheid, maar dat de gemeente in dit geval aansluiting had gezocht bij de Wegenwet. De rechtbank oordeelde dat de gemeente bevoegd was om de haven aan de openbaarheid te onttrekken en dat er sprake was van zwaarwegende redenen voor dit besluit. De rechtbank erkende dat de bestemming van de haven was gewijzigd van laad- en loshaven voor landbouwvaartuigen naar jachthaven, wat de openbaarheid van de haven beïnvloedde.
De rechtbank concludeerde dat de schade die eiseres stelde te lijden, voortkwam uit een privaatrechtelijke aangelegenheid en dat de burgerlijke rechter hierover diende te oordelen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, omdat het bestreden besluit op goede gronden was genomen en de bezwaren van eiseres geen doel troffen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 4 september 2002.