ECLI:NL:RBMID:2002:AE9131
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J.A. van Unnik
- M.K. Mol - Enklaar
- Rechtspraak.nl
Onttrekking van de Landbouwhaven Kortgene aan de openbaarheid en nadeelcompensatie voor woonschepen
In deze zaak heeft de Vereniging van woonschepen en woonarken Kortgene, eiseres, beroep ingesteld tegen de besluiten van de gemeente Noord-Beveland, verweerder, om de Landbouwhaven Kortgene aan de openbaarheid te onttrekken. Eiseres stelt dat haar leden onevenredig zware schade lijden door dit besluit, omdat het hen zou uitsluiten van ligplaatsen voor hun woonschepen, wat leidt tot aanzienlijke waardevermindering. Eiseres betoogt dat de gemeente gehouden is tot nadeelcompensatie, vooral gezien het feit dat haar leden al dertig jaar gebruik maakten van deze ligplaatsen.
De rechtbank overweegt dat er geen wettelijke regeling bestaat voor het onttrekken van andere zaken dan wegen aan de openbaarheid, en dat de Wegenwet hier niet van toepassing is. De rechtbank concludeert dat de gemeente als beslissingsbevoegd bestuursorgaan kan worden aangemerkt. De rechtbank stelt vast dat de openbaarheid van de landbouwhaven is komen te vervallen door de herontwikkeling van het gebied, wat heeft geleid tot een wijziging van de bestemming van de haven naar jachthaven.
De rechtbank oordeelt dat de gemeente een zwaarwegend belang had om de haven aan de openbaarheid te onttrekken en dat de verkoop van het erfpachtrecht aan Korteweg vastgoed Ontwikkeling BV en later aan Delta Marina BV niet onredelijk was. De rechtbank concludeert dat de schade die de leden van eiseres lijden, voortkomt uit een privaatrechtelijke aangelegenheid en dat de burgerlijke rechter hierover dient te oordelen. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en niet-ontvankelijk voor het deel dat gericht was tegen de weigering om te beslissen op het bezwaarschrift.