ECLI:NL:RBMID:2002:AO3304
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Damsteegt
- Rechtspraak.nl
Procedure omtrent een dienstongeval en de tijdige beslissing op bezwaar
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Middelburg op 12 december 2002, staat de procedure omtrent een dienstongeval centraal. Eiser, wonende te Middelburg, heeft beroep ingesteld tegen de Minister van Verkeer en Waterstaat na een gedeeltelijke afwijzing van zijn verzoek tot vergoeding van declaraties over het jaar 1999. Het bestuursorgaan heeft op 15 maart 2001 een besluit genomen, waartegen eiser bezwaar heeft gemaakt. Dit bezwaar werd op 29 november 2001 ongegrond verklaard, waarna eiser beroep heeft ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 12 juli 2002 het beroep van eiser gegrond verklaard en bepaald dat verweerder een nieuw besluit op het bezwaarschrift diende te nemen.
Eiser heeft op 11 oktober 2002 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift. De rechtbank overweegt dat, ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen. De rechtbank constateert dat verweerder niet tijdig op het bezwaar heeft beslist, wat leidt tot de conclusie dat het beroep van eiser gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een besluit op het bezwaar van eiser moet nemen. Er is geen aanleiding voor het opleggen van een dwangsom.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het fictieve besluit en bepaalt dat de Minister van Verkeer en Waterstaat het door eiser betaalde griffierecht van € 109,- vergoedt. Eiser heeft de mogelijkheid om verzet te doen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending, zoals bepaald in artikel 8:55 van de Awb.