ECLI:NL:RBMID:2003:AF6293
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J.A. van Unnik
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vergunning voor het doden en verontrusten van zilvermeeuwen in het belang van de volksgezondheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg geoordeeld over het verzoek van ASB Greenworld BV om een vergunning voor het doden, vangen en verontrusten van zilvermeeuwen. De Commissaris van de Koning in Zeeland had dit verzoek afgewezen op grond van artikel 10 van de Vogelwet, waarbij verweerder stelde dat er onvoldoende bewijs was voor een significant risico voor de volksgezondheid door de uitwerpselen van de meeuwen. Eiseres, een onderneming die potgronden produceert, voerde aan dat de meeuwen grote overlast veroorzaakten en dat hun uitwerpselen ziekteverwekkende bacteriën bevatten, wat een risico voor de volksgezondheid met zich meebracht.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder verklaringen van deskundigen, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat eiseres voldoende aannemelijk had gemaakt dat de uitwerpselen van de zilvermeeuwen een risico voor de volksgezondheid kunnen vormen, vooral in de context van de opslag van potgrond in supermarkten. De rechtbank benadrukte dat het risico ook preventief moet worden beoordeeld, zelfs als er nog geen gedocumenteerde gevallen van besmetting zijn.
De rechtbank vernietigde het besluit van verweerder en oordeelde dat het belang van de volksgezondheid wel degelijk in het geding was. Verweerder werd opgedragen om een nieuw besluit te nemen, waarbij het Faunafonds vooraf gehoord dient te worden. Tevens werd de Provincie Zeeland veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten aan eiseres. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om bij het afwegen van belangen in het kader van de Flora- en faunawet ook preventieve maatregelen in overweging te nemen.