ECLI:NL:RBMID:2004:AO9044

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
25 februari 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
499/02 en 189/03
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vordering tot betaling van parkbijdrage en vrijwaring in recreatieproject Scheldeveste

Op 25 februari 2004 heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen Vakantiepark Zeebad B.V. en Bij de Vaate Recreatie Zeeland B.V. en gedaagde 2, die betrokken waren bij de exploitatie van het recreatieproject Scheldeveste. De zaak betreft een vordering van Vakantiepark tot betaling van een parkbijdrage van € 13.612.061,90, alsook een vrijwaringsincident. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst was tussen Bij de Vaate en Zeebad, waarin Bij de Vaate zich verplichtte om de parkbijdrage aan Zeebad te betalen. Echter, de eigenaren van de vakantiewoningen weigerden deze bijdrage te betalen aan Vakantiepark, omdat zij meenden dat er een Vereniging van Eigenaren moest worden opgericht. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van Vakantiepark niet konden worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de eigenaren ten onrechte weigerden te betalen. De rechtbank wees de vorderingen van Vakantiepark af en veroordeelde hen in de proceskosten. De zaak illustreert de complexiteit van contractuele verplichtingen en de rol van juridische adviseurs in vastgoedtransacties.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 25 februari 2004 in de zaak van
rolnr: 499/02 (de hoofdzaak)
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Vakantiepark Zeebad B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Breskens, gemeente Oostburg,
eiseres,
procureur: mr. J. Boogaard,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bij de Vaate Recreatie Zeeland B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zierikzee,
gedaagde
procureur: mr. N.H. van Everdingen
en
2. gedaagde,
wonende te Roosendaal en kantoorhoudende te Zierikzee,
gedaagde 2,
procureur: mr. C.J. IJdema
en rolnr. 189/03 (de vrijwaring)
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bij de Vaate Recreatie Zeeland B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Zierikzee,
eiseres in vrijwaring
procureur: mr. N.H. van Everdingen
tegen
Gedaagde,
wonende te Roosendaal en kantoorhoudende te Zierikzee,
gedaagde 2
procureur: mr. C.J. IJdema
1. Het procesverloop
in de hoofdzaak
De navolgende stukken zijn gewisseld:
- conclusie van eis overeenkomstig de dagvaarding;
- akte overlegging producties.
Vervolgens is door Bij de Vaate een vrijwaringsincident opgeworpen, waarop – na referte van de kant van Vakantiepark – bij tussenvonnis toewijzend is beslist. Daarna zijn gewisseld:
- conclusie van antwoord van de zijde van gedaagde 2;
- conclusie van antwoord van de kant van Bij de Vaate;
- conclusie van repliek tevens houdende akte vermindering van eis en tevens houdende akte overlegging producties;
- conclusie van dupliek van de kant van Bij de Vaate;
- conclusie van dupliek van de zijde van gedaagde 2.
Door alle partijen zijn producties in het geding gebracht.
in de vrijwaring
De volgende stukken zijn gewisseld:
- conclusie van eis in vrijwaring, overeenstemmend met de dagvaarding;
- akte houdende overlegging producties;
- conclusie van antwoord in vrijwaring;
- conclusie van repliek in vrijwaring;
- conclusie van dupliek in vrijwaring.
Door beide partijen zijn producties overgelegd.
2. De feiten
in de hoofdzaak en in de vrijwaring
2.1. Bij overeenkomst van 28 mei 1996 tussen de gemeente Oostburg als verkoper en Bij de Vaate als koper heeft Bij de Vaate (met het oog op de ontwikkeling van een recreatieproject, hierna te noemen: Scheldeveste) twee percelen grond gekocht. De overeenkomst bevat onder meer de navolgende bepalingen:
“ARTIKEL 20
(…)
De bijzondere voorwaarden luiden als volgt:
(…)
Artikel 2
1. De koper verplicht zich binnen het exploitatiegebied tot het onder zijn verantwoordelijkheid en voor zijn rekening en risico met inachtneming van het bepaalde in deze exploitatie-overeen-komst (doen) realiseren van de in deze overeenkomst bedoelde werken en bebouwing, te weten een sporthal- en zwembadaccommodatie en maximaal 210 woningen voor recreatief gebruik (…) De niet voor bebouwing bestemde gronden, gelegen binnen het exploitatiegebied, zullen met inachtneming van de bestemming in het bestemmingsplan Scheldeveste worden aangewend voor de aanleg van waterpartijen, wegen en groenvoorzieningen.
(…)
Artikel 6
1. Overdracht in eigendom aan een derde van het gehele complex of gedeelten ervan (…) is slechts toegestaan nadat burgemeester en wethouders van de gemeente Oostburg te voren hun goedkeuring, welke in redelijkheid niet zal worden onthouden, aan het ontwerp van de daarop betrekking hebbende standaard-akte, voorzover de naleving van het in deze overeenkomst be-paalde daarin is geregeld of geregeld zou moeten zijn, schriftelijk hebben gegeven (…).
2. Zolang niet is voldaan aan de verplichting, gesteld onder artikel 2 mag gehele of gedeelte-lijke vervreemding van (…) de verkochte grond of een daarop gebouwde of nog te bouwen opstal, onder welke titel dan ook, (…) niet plaatsvinden dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.
(…)
Artikel 13
(…)
2. Na verkoop van de eerste kavel(s) zullen de in het eerste lid genoemde (infrastructurele, in-voeging rechtbank) zaken op kosten van de eigenaars c.q. zakelijk gerechtigden van de uit te geven bouwkavels worden onderhouden, gereinigd en, indien nodig, vernieuwd. Koper zal daartoe bij verkoop van de eerste kavel(s) alle in het plan begrepen wegen, groenvoorzienin-gen, parkeerterrein, pleinen, voet- en fietspaden, (doen) maken tot mede-eigendom van de ei-genaren van de uit te geven bouwkavels en (doen) bestemmen tot gemeenschappelijk nut van genoemde kavels bij een tussen de koper en zijn koper(s) op te maken notariële akte (…)
(…)
4. Het bedrag dat benodigd is voor het onderhoud, de reiniging en, indien nodig, de vernieu-wing van de mandelige zaken (…) zal worden vastgesteld door en dient door de eigenaren te worden voldaan aan de met dit onderhoud en deze reiniging en eventuele vernieuwing te be-lasten Vereniging van Eigenaren,
5. De in lid 4 bedoelde Vereniging van Eigenaren zal door koper te samen met de koper(s) van de eerste van de uit te geven bouwkavels worden opgericht gelijktijdig met het transport van de notariële akte zoals bedoeld in lid 2.
(…)”
2.2. Bij notariële akte van 5 juli 1996, verleden door gedaagde 2, zijn de percelen grond door de gemeente Oostburg aan Bij de Vaate geleverd; de akte bevat (onder meer) bovenstaande bij-zondere voorwaarden.
2.3. Bij notariële akte van 5 juli 1996, verleden door gedaagde 2, zijn door Bij de Vaate met het oog op verkoop van de op voornoemde grond te bouwen wooneenheden een aantal voorwaar-den en bepalingen vastgelegd. Deze akte bevat onder V (onder meer) de hierboven in 2.1 ge-citeerde bepalingen uit de koop/exploitatieovereenkomst. Voorts bevat deze akte (onder meer) de navolgende bepalingen:
“III. Bepalingen omtrent het gebruik van de te stichten woningen.
1. (…) Bij de Vaate en/of de door Bij de Vaate op te richten exploitatiemaatschappij, hierna te noemen: exploitant.
(…)
IV Verplichtingen exploitant
1. Exploitant verplicht zich (…)
(…)
De koper zal ter vergoeding van deze diensten jaarlijks aan de exploitant verschuldigd zijn een parkbijdrage van éénduizend zevenhonderdvijftig gulden (f. 1.750,--), exclusief eventueel ver-schuldigde omzetbelasting.
(…)
VII Overige bepalingen
Indien Bij de Vaate (voor de levering van de afzonderlijke bouwkavels aan de kopers) afspra-ken maakt met de gemeente Oostburg dat er geen Vereniging van Eigenaren als bedoeld in de hiervoor omschreven exploitatie-overeenkomst wordt opgericht, gelden de navolgende bepa-lingen:
1. Zolang Bij de Vaate dan wel een met haar in verbonden vennootschap de exploitatie van het plan voor haar rekening neemt, zal geen Vereniging van Eigenaren, met het doel zoals hiervoor omschreven, worden opgericht, tenzij naar het oordeel van de gemeente de ex-ploitatie en het onderhoud van de gemeenschappelijke zaken niet naar behoren wordt uit-gevoerd.
2. De (infrastructurele, invoeging rechtbank) zaken (…) zullen eigendom blijven van Bij de Vaate, zolang deze ingevolge het bovenstaande de exploitatie van het plan uitvoert.
3. Zodra Bij de Vaate of een met haar verbonden vennootschap de exploitatie van de ge-meenschappelijke zaken niet meer voor haar rekening neemt, zijn alle eigenaren of be-perkt zakelijk gerechtigden verplicht om mee te werken aan de oprichting van een Ver-eniging van Eigenaren ten behoeve van het ordelijk in stand houden van het plan en van deze vereniging lid te worden en te blijven.
(…)
6. Deze op te richten vereniging zal verplicht zijn om alle infrastructurele zaken in het plan-gebied over te nemen voor één gulden (f. 1,--), terwijl Bij de Vaate zich verplicht aan deze levering mee te werken.”
2.4. Bij notariële akte van 26 november 1996, verleden door gedaagde 2, zijn Bij de Vaate en B.V. Zeebad Breskens (hierna: Zeebad) onder meer overeengekomen dat laatstgenoemde de exploitatie van Scheldeveste zal overnemen en dat Bij de Vaate daartoe – na van de gemeente Oostburg verkregen toestemming – aan Zeebad zal overdragen de grond, bestemd voor de be-bouwing van de centrumvoorzieningen en de (dan uit wegen, parkeerterrein, groenvoorzienin-gen en waterpartijen bestaande) niet voor bebouwing bestemde gronden binnen Scheldeveste. De akte bevat (onder meer) de navolgende bepalingen:
“2. De (…) toestemming van de gemeente Oostburg zal eveneens dienen in te houden dat de exploitatie van het plan, zoals bedoeld in de onder VII vermelde overige bepalingen in de akte houdende algemene voorwaarden (…), zal geschieden door Zeebad, dat om die reden geen verplichting ontstaat een Vereniging van Eigenaren op te richten waaraan alle infrastructurele zaken in het plangebied moeten worden geleverd.
3. Na voormelde toestemming komt het totale parkbeheer toe aan Zeebad. Zeebad zal hiervoor een bedrag ad eenduizend zevenhonderdvijftig gulden (ƒ 1.750,00) exclusief omzetbelasting op jaarbasis in rekening brengen per bungalow bij voltooid park. (…)
(…)
5. Bijdevaate zal aan de kopers meedelen dat indien een eigenaar besluit zijn recreatiewoning te verhuren en hiervoor gebruik wil maken van een bemiddelingsbureau of soortgelijke instan-tie, hij gebruik dient te maken van de diensten van Zeebad; zo mogelijk zal Bijdevaate deze bepaling opnemen in de akte van levering en deze rechten namens Zeebad aannemen.”
2.5. Bij de Vaate heeft vervolgens, door gedaagde 2 opgestelde, (standaard-)koop/ aannemings-overeenkomsten gesloten met kopers van de – toen nog te bouwen – vakantiewoningen. In die overeenkomsten is onder meer bepaald:
“Op de koop- en aannemingsovereenkomst zijn van toepassing algemene voorwaarden, waarin opgenomen de voor de verkrijger van belang zijnde bepalingen van de tussen de Gemeente Oostburg en de ondernemer gesloten exploitatie-overeenkomst, van welke algemene voor-waarden verkrijger verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Bij deze aanvaardt de ver-krijger uitdrukkelijk de lasten en beperkingen omschreven in voormelde algemene voorwaar-den.”
Bij de Vaate heeft de kopers van de vakantiewoningen steeds medegedeeld dat de exploitatie van Scheldeveste zou geschieden door Zeebad.
2.6. Bij brief van 7 mei 1997 is door burgemeester en wethouders van de gemeente Oostburg aan Bij de Vaate toestemming verleend de exploitatie van Scheldeveste, alsmede de hiervoor onder 2.4 genoemde gronden aan Zeebad over te dragen. Burgemeester en wethouders gingen tevens ermee akkoord dat geen Vereniging van Eigenaren werd opgericht en dat Zeebad de onderhoudsverplichtingen, die op grond van de tussen de gemeente en Bij de Vaate gesloten exploitatie-overeenkomst aan een Vereniging van Eigenaren zouden moeten worden overge-dragen, op zich zou nemen.
2.7. Bij notariële akte van 27 november 1997, verleden door gedaagde 2, heeft Bij de Vaate de grond, bestemd voor de bouw van centrumvoorzieningen, aan Zeebad geleverd. Bij notariële akte van 2 november 1999, eveneens verleden door gedaagde 2, zijn de wegen, water- en groen-voorzieningen door Bij de Vaate aan Zeebad geleverd. De hiervoor onder 2.4 weergegeven bepaling uit de akte van 26 november 1996 is in beide leveringsakten opgenomen (in de akte van 2 november 1999 alleen de leden 2 en 3).
2.8. Bij notariële akte van 2 november 1999, verleden door(naam notaris), notaris te Middelburg, zijn (onder meer) alle activa, behorende tot Scheldeveste door Zeebad overgedra-gen aan Vakantiepark. In deze akte is onder meer opgenomen:
“Verhuur
Het is koper bekend dat geen exclusiviteitsrecht bestaat ten aanzien van de verhuur door de in-dividuele eigenaren van de vakantiebungalows. Ingeval een eigenaar die thans de verhuur in bemiddeling heeft gegeven bij de verkoper besluit dit per een januari tweeduizend niet voort te zetten met de koper of een door deze aan te wijzen derde, zal verkoper aan koper vergoeden een bedrag van vijf duizend gulden (ƒ 5.000,00) per vakantiebungalow, behoudens indien dit geschiedt door toedoen van koper.
Parkbijdrage
Blijkens het vorenstaande wordt de exploitatie van het bij deze akte verkochte met ingang van heden overgedragen aan koper, waaronder begrepen een door deze aan te wijzen derde. De ter zake door de eigenaren verschuldigde parkbijdrage komt mitsdien met ingang van heden toe aan koper. Indien deze parkbijdrage niet door koper geïnd zou kunnen worden, komen partijen overeen dat (Zeebad) de parkbijdrage namens koper zal innen. Alsdan verbindt laatstgenoem-de zich bij deze jegens koper om deze parkbijdrage na inning onverwijld te doen toekomen aan koper.”
Voorts zijn de leden 2 en 3 van de hiervoor weergegeven bepaling uit de akte van 26 novem-ber 1996 is deze akte opgenomen.
2.9. Een aantal eigenaren van vakantiewoningen (verenigd in een Vereniging van Eigenaren) weigert betaling van de parkbijdrage aan Vakantiepark. Vakantiepark heeft bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw in een (proef-)procedure tegen één eigenaar betaling van de parkbij-drage gevorderd; de Raad van Arbitrage heeft zich onbevoegd verklaard.
2.10 Vakantiepark heeft Zeebad en notaris (naam) aangesproken; door hen aan Vakantie-park te vergoeden schade is bij vaststellingsovereenkomst gesteld op ƒ 1.000.000,--. Blijkens een akte van cessie van mei 2002 heeft Zeebad haar vorderingen op Bij de Vaate en gedaagde 2 ter zake van de tekortkoming in de nakoming van de verbintenissen en onrechtmatige daden bij de verkoop en levering als hiervoor onder 2.4 en 2.7 omschreven overgedragen aan Va-kantiepark. Blijkens een akte van cessie van 31 mei/10 juni 2002 heeft notaris (naam) zijn vorderingen en aanspraken jegens Bij de Vaate en gedaagde 2 aan Vakantiepark overgedra-gen.
3. Het geschil
in de hoofdzaak
3.1. Vakantiepark vordert – na vermindering van eis – dat de rechtbank Bij de Vaate en gedaagde 2 bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk veroordeelt
primair tot betaling aan Vakantiepark van een bedrag van € 13.612.061,90, met veroordeling van Bij de Vaate en gedaagde 2 in de kosten van het geding, dan wel
subsidiair tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van Bij de Vaate en gedaagde 2 in de kosten van het geding.
3.2. Vakantiepark stelt daartoe dat Bij de Vaate zich, onder meer in de hiervoor onder 2.4 ge-citeerde overeenkomst, jegens Zeebad had verplicht de kopers van de vakantiewoningen de verplichting op te leggen om de parkbijdrage aan Zeebad te betalen. Bij de Vaate heeft zich echter daarnaast, door opneming van de algemene voorwaarden als weergegeven onder 2.3 in de koop-/aannemingsovereenkomsten als bedoeld onder 2.5, jegens die kopers verplicht om ingeval niet Bij de Vaate zelf dan wel een door haar op te richten exploitatiemaatschappij Scheldeveste zou exploiteren mee te werken aan levering van de infrastructuur aan een Vere-niging van Eigenaren, waarna die Vereniging de explotatie en het onderhoud zou verrichten. Vakantiepark stelt dat Bij de Vaate aldus het recht op inning van de parkbijdrage niet aan Zeebad heeft kunnen overgedragen en ook niet heeft overdragen, terwijl zij zich daartoe wel had verplicht. Zeebad kon vervolgens slechts dat wat zij van Bij de Vaate heeft verkregen, overdragen aan Vakantiepark. Vakantiepark – en voorheen Zeebad – wordt geconfronteerd met eigenaren van vakantiewoningen die Vakantiepark niet beschouwen als de in de algeme-ne voorwaarden bedoelde exploitant en weigeren aan haar de parkbijdrage te betalen. Zij stel-len dat een Vereniging van Eigenaren moet worden opgericht waaraan de infrastructuur dient te worden overgedragen en waaraan dan de parkbijdrage verschuldigd is. In de onder 2.9 ge-noemde procedure heeft de arbiter zich onbevoegd verklaard, doch wel mondeling aangege-ven dat de eigenaren niet zonder hun goedkeuring/instemming met opvolgende exploitanten kunnen worden geconfronteerd en dat de afname van diensten door die eigenaren van Vakan-tiepark niet als een stilzwijgende instemming met overname van de exploitatie door Vakantie-park is te beschouwen.
Gedaagde 2 heeft Bij de Vaate destijds voorzien van juridische bijstand; hij heeft Bij de Vaate en/of Zeebad niet geïnformeerd over dan wel gewaarschuwd voor de hiervoor genoemde bot-sende rechten van enerzijds Zeebad en anderzijds de kopers van de woningen. Aldus heeft hij jegens Zeebad en jegens notaris (naam)– die op de door gedaagde 2 verleden akten mocht vertrouwen – onzorgvuldig gehandeld.
Eerst Zeebad, en thans Vakantiepark, lijdt schade, bestaande uit de niet ontvangen parkbijdra-ge en uit niet ontvangen provisie nu, in verband met de problemen rondom de parkbijdrage, nog slechts 25% van de eigenaren hun vakantiewoning bij Vakantiepark in verhuurbemidde-ling onderbrengt. Uitgaande van een levensduur van de (210) vakantiewoningen van 50 jaar bedraagt de schade ten aanzien van de parkbijdrage € 8.338.211,40. Ervan uitgaande dat nor-maal is dat 80% van de eigenaren hun woning bij de exploitant in verhuur geeft, en dat de provisie ƒ 5.000,-- per woning per jaar bedraagt, stelt Vakantiepark de (gekapitaliseerde) schade ten aanzien van de gemiste verhuurbemiddeling op € 5.263.850,--. Daarnaast stelt Va-kantiepark voor € 10.000,-- aan buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt, waarvan zij vergoeding vordert.
Voor zover de schade door Zeebad is geleden, heeft zij haar vorderingen bij de onder 2.10 genoemde akte aan Vakantiepark overgedragen.
3.3. Bij de Vaate en gedaagde 2 verweren zich stellende dat Bij de Vaate aan Zeebad heeft gele-verd wat tussen hen was overeengekomen. Het recht op de parkbijdrage is te beschouwen als een zodanig met de eigendom van de infrastructuur en de centrumvoorzieningen in verband staand recht dat dit recht met die eigendom is overgegaan op Zeebad. Bij de contractsoverne-ming was toestemming van de eigenaren van de vakantiewoningen niet vereist. Gelet op de toestemming van de gemeente behoefde Bij de Vaate geen Vereniging van Eigenaren op te richten. De akten zijn duidelijk; gedaagde 2 is niet in zijn dienstverlening aan Bij de Vaate te-kortgekomen en heeft niet onzorgvuldig gehandeld. Aan de eigenaren is bij aankoop van de woning gezegd dat Zeebad de exploitant zou zijn en dat is door hen aanvaard. Pas na de overdracht door Zeebad aan Vakantiepark zijn een aantal eigenaren – kennelijk daartoe aangezet door de in de onder 2.8 geciteerde notariële akte – betaling van de parkbijdrage gaan weige-ren. Dat kan Bij de Vaate noch gedaagde 2 worden verweten. De eigenaren van de woningen weigeren ten onrechte de parkbijdrage te betalen. De door Vakantiepark weergegeven opvatting van de Raad van Arbitrage wordt door gedaagde 2 uitdrukkelijk betwist.
Voorts betwisten Bij de Vaate en gedaagde 2 de gestelde schade en de hoogte daarvan. Vakantie-park dient schadebeperkend te handelen, en kan dat doen door alsnog de infrastructuur aan een Vereniging van Eigenaren over te dragen. In de berekening van Vakantiepark is voorts geen rekening gehouden met de wel betalende eigenaren, het uitgangspunt dat gedurende 50 jaar de parkbijdrage had kunnen worden geïnd is niet onderbouwd en er is geen causaal verband tussen de gestelde gederfde inkomsten uit verhuurbemiddeling en de gestelde tekortkoming c.q. onrechtmatige daad. Voorts stellen Bij de Vaate en gedaagde 2 dat gelet op de onder 2.10 genoemde vaststellingsovereenkomst de totale door Vakantiebad geleden schade niet hoger is dan het in die overeenkomst genoemd bedrag. Tenslotte worden de buitengerechtelijke kosten betwist.
in de vrijwaring
3.4. Bij de Vaate vordert dat de rechtbank bij het in de hoofdzaak te wijzen vonnis gelijktijdig gedaagde 2 zal veroordelen aan Bij de Vaate te betalen al datgene waartoe Bij de Vaate als gedaagde in de hoofdzaak bij dat vonnis ten behoeve van Vakantiepark mocht worden veroor-deeld, met veroordeling van gedaagde 2 in de kosten van het geding. Bij de Vaate stelt daartoe dat – indien de in de hoofdzaak door Vakantiepark gestelde tekortkoming van Bij de Vaate komt vast te staan – gedaagde 2 als haar juridisch adviseur en verantwoordelijk voor het opstellen van de diverse overeenkomsten jegens haar toerekenbaar is tekortgekomen, nu hij onvoldoende heeft gewezen op en geadviseerd omtrent de in de, hiervoor onder 2.2 tot en met 2.5 genoemde, akten voorkomende onvolkomenheden en onduidelijkheden. De daardoor door Bij de Vaate te lijden schade dient dan ook voor rekening van gedaagde 2 te komen.
3.5. Gedaagde 2 stelt dat hij niet juridisch adviseur van Bij de Vaate is opgetreden, doch slechts als instrumenterend notaris. Als er al fouten zijn gemaakt, dan zijn die door de juridisch adviseur/advocaat van Bij de Vaate gemaakt. Gedaagde 2 stelt voorts, verwijzend naar zijn stellingname in de hoofdzaak, dat uit de diverse akten duidelijk is dat de eigenaren van de vakantie-woningen een parkbijdrage aan de exploitant dienen te betalen. Hij heeft geen beroepsfout gemaakt en is niet verantwoordelijk voor de weigering van genoemde eigenaren die bijdrage te betalen.
4. De beoordeling van het geschil
in de hoofdzaak
4.1. De enkele omstandigheid dat de eigenaren van de vakantiewoningen feitelijk weigeren de parkbijdrage aan haar (en/of aan Zeebad) te betalen brengt – anders dan Vakantiepark lijkt te veronderstellen – nog niet met zich mee dat vaststaat dat het recht op inning van de parkbij-drage niet op rechtsgeldige wijze is overgedragen aan Zeebad. Van belang is vooral – juist omdat Vakantiepark zich bij onderbouwing van haar stelling dat voormeld recht op inning niet aan haar is overgedragen volledig baseert op hetgeen de eigenaren van de vakantiewonin-gen aan hun weigering te betalen ten grondslag leggen – het antwoord op de vraag of de eige-naren van de vakantiewoningen die betaling terecht weigeren. Dat betekent dat eerst wanneer vast staat dat de gronden voor die weigering juist zijn, de vraag aan de orde komen of die wei-gering kan worden teruggevoerd op een tekortkoming dan wel onrechtmatig handelen van Bij de Vaate en/of gedaagde 2. Zulks brengt met zich mee dat in de onderhavige procedure pas een (eind-)oordeel kan worden gegeven wanneer onherroepelijk vaststaat of de eigenaren van de vakantiewoningen terecht of ten onrechte de betaling van de parkbijdrage aan Vakantiepark (dan wel Zeebad) weigeren.
4.2. Vakantiepark heeft tegen één der eigenaren een (proef-)procedure gevoerd bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Die arbiter heeft zich onbevoegd verklaard. Vakantiepark stelt dat de arbiter (ook) inhoudelijk op de hem voorgelegde vraag is ingegaan, doch aan deze op-merkingen – indien gemaakt, zij worden immers door gedaagde 2, kan, gelet op de onbevoegdverklaring, geen rechtskracht worden toegekend. Dat Vakantiepark inmiddels een (proef-)procedure heeft aangespannen bij de wel bevoegde rechter is gesteld noch gebleken; een dergelijke procedure ligt echter wel voor de hand en lijkt, gelet op hetgeen enerzijds omtrent de gronden voor de weigering van de eigenaren en anderzijds over de gang van zaken bij de diverse overdrachten in deze procedure naar voren is gebracht, niet bij voorbaat kansloos. In de onderhavige procedure kan over de vraag of de eigenaren terecht betaling van de parkbijdrage weigeren niet worden geoordeeld, nu die eigenaren in deze procedure niet zijn betrokken.
4.3. Dat betekent dat de vorderingen thans in elk geval niet kunnen worden toegewezen. Gelet voorts op de omstandigheden dat:
(a) Vakantiepark op dit moment geen procedure aanhangig heeft tegen (een der) eigenaren van de vakantiewoningen,
(b) Vakantiepark van het deel van de vordering, dat is gebaseerd op gederfde inkomsten uit verhuurbemiddeling, in het licht van de onder 2.4 en 2.8 weergegeven bepalingen, vol-strekt onvoldoende heeft toegelicht op welke wijze deze in verband staat met de gestelde tekortkoming dan wel onrechtmatige daad en
(c) Vakantiepark bij de berekening van de hoogte van de overige schade geen inzicht heeft gegeven in het aantal daadwerkelijk niet betalende eigenaren van de vakantiewoningen en in de mate waarin zij aan schadebeperking heeft gedaan dan wel in de toekomst nog kan doen (door de tegenover de parkbijdrage staande diensten niet meer te verrichten dan wel door met de (Vereniging van) eigenaren alsnog tot een vergelijk te komen),
acht de rechtbank het in strijd met een goede procesorde – immers te belastend voor Bij de Vaate en gedaagde 2, die dan door nalaten van Vakantiepark lange tijd bedreigd zullen blijven met een zeer aanzienlijke vordering – om thans de zaak alsnog aan te houden om Vakantie-park in de gelegenheid te stellen zich zou kunnen uitlaten over de vraag of zij alsnog een de procedure zal voeren tegen de eigenaren waarna bij bevestigend antwoord de uitslag daarvan zou dienen te worden afgewacht. De rechtbank zal de vorderingen dan ook afwijzen. Vakan-tiepark als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van dit geding.
in de vrijwaring
4.4. Nu in de hoofdzaak de vordering is afgewezen en Bij de Vaate niets aan Vakantiepark zal behoeven te betalen, zal ook de vordering in vrijwaring worden afgewezen. Bij de Vaate zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
5. Beslissing
De rechtbank:
in de hoofdzaak
wijst de vordering af;
veroordeelt Vakantiepark in de kosten van deze procedure aan de zijde van Bij de Vaate, tot op heden begroot op € 3.863,-- aan verschotten en € 5.536,-- aan salaris procureur en aan de zijde van gedaagde 2, tot op heden begroot op € 925,-- aan verschotten en € 5.536,-- aan salaris procureur;
in de vrijwaring
wijst de vordering af;
veroordeelt Bij de Vaate in de kosten van deze procedure aan de zijde van gedaagde 2, tot op heden begroot op € 205,-- aan verschotten en € 5.536,-- aan salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en uitgesproken ter openbare zitting van woensdag 25 februari 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.
SD