ECLI:NL:RBMID:2004:AP0702

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
28 april 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
63/2004
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige negatieve uitlatingen over reïntegratiebedrijf door ex-deelnemer

In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, vorderde de besloten vennootschap Artemis-Inspiratie B.V. een algeheel verbod op negatieve uitlatingen door gedaagde, die een witboek had geschreven en verspreid om andere vrouwen te ontmoedigen zich bij Artemis aan te sluiten. Artemis stelde dat gedaagde onrechtmatig handelde door negatieve informatie te verspreiden, wat schadelijk was voor haar reputatie en bedrijfsvoering. Gedaagde voerde aan dat zij gebruik maakte van haar recht op vrije meningsuiting en dat haar uitlatingen niet onrechtmatig waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel de vordering van Artemis vergaand was, er onvoldoende bewijs was dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld. De rechter benadrukte het belang van de vrijheid van meningsuiting en oordeelde dat gedaagde niet onrechtmatig handelde door haar onvrede over Artemis te uiten. De rechter wees de vorderingen van Artemis af en veroordeelde haar in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 28 april 2004.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
Vonnis van 28 april 2004 in de zaak van:
Kort gedingnr.: 63/2004
de besloten vennootschap Artemis-Inspiratie B.V.,
gevestigd te Middelburg,
eiseres,
procureur: mr. E.H.A. Schute,
tegen:
(gedaagde),
wonende te (woonplaats),
gedaagde,
procureur: mr. J.B. de Meester.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden verder aangeduid als Artemis en gedaagde.
Ter terechtzitting van 21 april 2004 heeft Artemis gevorderd gedaagde te veroordelen om zich te onthouden van negatieve uitlatingen en mededelingen -zowel mondeling, schriftelijk en via website of email- jegens derden -zowel natuurlijke personen, rechtspersonen als overheden en instanties- over Artemis, met veroordeling van gedaagde tot een aan Artemis te betalen dwangsom van € 10.000,00 voor iedere overtreding van dit verbod. Voorts heeft Artemis gevorderd gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding.
Gedaagde heeft verweer gevoerd.
Na verder debat is vonnis gevraagd.
De inhoud van de overgelegde processtukken, waaronder pleitnota’s en producties zijdens beide partijen, geldt als hier ingelast.
2. De feiten
In het geding wordt van de navolgende feiten uitgegaan:
2.1. Artemis houdt zich bedrijfsmatig bezig met de intergratie van vrouwen in een uitkeringssfeer die terug willen in het arbeidsproces.
2.2. Opdrachtgevers van Artemis zijn gemeentelijke overheden en instituten en instellingen zoals UWV, Cadans en USZO. Tevens kunnen vrouwen rechtstreeks opdrachtgever zijn.
2.3. Gedaagde is in mei 2002 met Artemis is contact gekomen, in augustus 2002 is een reïntegratietraject voor haar aangevraagd en tot oktober 2003 heeft zij zonder enige schriftelijke overeenkomst werkzaamheden voor Artemis verricht.
Een door Artemis aangeboden dienstverband is door gedaagde niet aanvaard.
2.4. Na haar vertrek bij Artemis heeft onder meer gedaagde een witboek over Artemis opgesteld om te voorkomen dat nog meer vrouwen zich bij Artemis aansluiten. Dit witboek bevat verslagen van ervaringen van een aantal vrouwen die bij Artemis een reïntegratietraject hadden en van freelancers die als coach, therapeute of trainster werkzaam zijn geweest bij Artemis.
2.5. Gedaagde heeft het witboek vervolgens verspreid, ook aan opdrachtgevers van Artemis. Ook is er aandacht van verschillende media geweest voor het witboek.
3. Het geschil
3.1. Artemis stelt dat gedaagde onrechtmatig jegens haar handelt door zich negatief over Artemis uit te laten, terwijl zij niet over voldoende professionaliteit beschikt om de werkwijze van Artemis te kunnen beoordelen. Gedaagde heeft voor het verbreken van de contacten met Artemis doelbewust het gehele adressenbestand van Artemis gekopieerd om vervolgens een witboek op te stellen en dit, onder meer, aan iedereen die in het adressenbestand is opgenomen toe te sturen. In totaal zijn 300 exemplaren van het witboek verspreid volgens een door gedaagde verzonden emailbericht. Bovendien heeft gedaagde met het witboek uitgebreid de publiciteit gezocht en Artemis negatief in beeld gebracht. Deze handelwijze schaadt de belangen van Artemis en zij lijdt daardoor schade. Een opdrachtgever heeft recent de samenwerking met haar opgezegd als gevolg van de negatieve publiciteit. Het risico bestaat dat meerdere opdrachtgevers dit ook zullen doen. Bovendien is het tegen de achtergrond van het overal aanwezige witboek moeilijk nieuwe opdrachtgevers binnen te halen. Artemis erkent dat er, zoals bij ieder dienstverlenend bedrijf, ontevreden cliënten zijn, maar daar staan echter veel meer tevreden cliënten tegenover. Bovendien beschikt Artemis over een geformaliseerde interne klachtenprocedure die gevolgd dient te worden bij onvrede, in plaats van de door gedaagde gevolgde handelwijze. Gelet op de door haar gevolgde handelwijze komt gedaagde geen beroep op vrijheid van meningsuiting of het algemeen belang toe.
3.2. Gedaagde stelt dat zij rechtmatig gebruik maakt van haar recht op vrije meningsuiting en dat haar dat niet kan worden ontzegd. Bovendien verlangt Artemis van vrouwen dat zij zich kritisch, weerbaar en assertief opstellen en voor hun standpunt opkomen, hetgeen gedaagde heeft gedaan. Gedaagde betwist dat zij het adressenbestand van Artemis voor haar vertrek heeft gekopieerd. Aan de hand van aan elkaar gestuurde emailberichten met adreslijsten hebben de vrouwen die het witboek hebben opgesteld elkaar weten te vinden. Het witboek is naar een beperkt aantal personen en instanties gezonden. Gedaagde betwist dat 300 exemplaren zijn verzonden. Tevens heeft gedaagde het witboek op de forumpagina van de internetsite van Artemis geplaatst. Op verzoek van FNV bondgenoten is contact opgenomen met de Volkskrant en een kopie van het witboek is naar de PZC gezonden. Gedaagde heeft alleen haar mening gegeven en dat staat haar vrij. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van de journalist hoe hij een artikel opstelt. Gedaagde betwist dat zij steeds of bij herhaling of na sommaties is doorgegaan met het stelselmatig verspreiden van het witboek, alsmede dat zij het witboek massaal heeft verspreid. Zij heeft zich bereid verklaard geen verdere handelingen te verrichten die leiden tot verdere verspreiding van het witboek of uit zichzelf contact met de media zoeken. Gedaagde betwist verder dat Artemis schade lijdt of heeft geleden. Aangezien alleen de directrice van Artemis en haar partner deel uitmaken van de interne klachtencommissie bij Artemis, was er geen redelijk alternatief om de wanorde bij Artemis te ventileren.
4. De beoordeling
4.1. De vordering betreft het zeer vergaand algeheel verbod tot het doen van negatieve uitlatingen over een besloten vennootschap. Voorzover toewijzing van een dergelijk vergaand verbod al mogelijk is, dienen, gelet op het aan iedereen toekomende recht op vrije meningsuiting, zware eisen te worden gesteld aan de gronden daarvoor. Dat sprake is van dergelijk onrechtmatig handelen door gedaagde is niet gebleken.
Gedaagde is teleurgesteld in Artemis en zij heeft niet de gehoopte terugplaatsing in het arbeidsproces meegemaakt. Door de haar verweten handelwijze ventileert zij haar ongenoegen over Artemis. In het kader van een kort gedingprocedure kan en behoeft niet te worden beoordeeld of dit subjectieve gevoel van ongenoegen terecht is of dat objectief is vast te stellen dat Artemis tekortschiet als reïntegratiebedrijf. Het vinden van medestanders door gedaagde in die onvrede om die gegevens vervolgens uitgeschreven te bundelen en te verspreiden, is in beginsel op zichzelf niet onrechtmatig.
Artemis heeft bovendien de juistheid van de inhoud van het witboek niet gemotiveerd weersproken. Zij volstaat slechts met een kale ontkenning en betwisting van stellingen, objectief dan wel subjectief, van de brievenschrijfsters in het witboek en stelt daar geen feitelijkheden tegenover.
Voorts is, gelet op de gemotiveerde betwisting door gedaagde, voorshands onvoldoende aannemelijk geworden dat zij voordat zij Artemis heeft verlaten het volledige adressenbestand heeft gekopieerd en dit ook nog eens met het doel op de verspreiding van het -onder meer- door haar op te stellen witboek. Het komt de voorzieningenrechter aannemelijk voor dat de opstellers van het witboek elkaar via aan elkaar verstuurde emailberichten hebben weten te vinden. Bovendien waren aan de opstellers van het witboek de opdrachtgevers van Artemis bekend, aangezien zij veelal door die opdrachtgevers zijn doorverwezen naar Artemis. Nu die opdrachtgevers bovenal voor een ieder bekende gemeenten en instanties betreffen, zijn hun adresgegevens gemakkelijk te achterhalen.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door gedaagde van het aantal exemplaren dat van het witboek door haar zijn verzonden, is niet aannemelijk geworden dat het witboek aan 300 adressen is verzonden. Voor wat betreft de verspreiding van het witboek en de totstandkoming van de publicaties, zoals die is komen vast te staan, is niet aannemelijk geworden dat sprake is van een onrechtmatige hetze tegen Artemis. Bovendien heeft gedaagde vóór en ter zitting toegezegd dat zij het witboek niet verder zal verspreiden. Op grond van het voorgaande wordt de vordering afgewezen.
4.2. Artemis zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen van Artemis af;
- veroordeelt Artemis in de kosten van het geding tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagde begroot op € 241,00 wegens griffierechten en € 900,00 wegens procureurssa-laris.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.A.M. van Dijke, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzit-ting van 28 april 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.