ECLI:NL:RBMID:2004:AP0793
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hypotheekhouder en onrechtmatig handelen ten opzichte van derde crediteur onder Noors recht
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, stond de vraag centraal of een hypotheekhouder zich naar Noors recht onrechtmatig heeft gedragen ten opzichte van een derde crediteur door een van de zekerheden uit te winnen waarop ook deze derde een zekerheidsrecht had. De rechtbank heeft op 19 mei 2004 uitspraak gedaan in deze kwestie, waarbij het vonnis volgde op een tussenvonnis van 19 maart 2003. De eiseres, Sigma Coatings A.S., gevestigd in Denemarken, werd vertegenwoordigd door procureur mr. J.C. Bode-'t Hart, terwijl de gedaagde, Finansbanken A.S.A., gevestigd in Noorwegen, werd bijgestaan door procureur mr. C.J. IJdema.
Tijdens de zitting op 30 maart 2004 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de Noorse wet- en regelgeving niets is geregeld omtrent de gevolgen van onrechtmatig handelen van een hypotheekhouder. Hoewel de Noorse rechtstheorie een mogelijkheid erkent dat onrechtmatig handelen gevolgen kan hebben voor het voorrecht uit een hypotheek, is dit nog niet algemeen aanvaard in de Noorse rechtspraktijk. De rechtbank concludeert dat het niet aan de Nederlandse rechter is om een nog niet uitgekristalliseerde rechtsontwikkeling te omarmen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de door Sigma gevraagde verklaring voor recht niet kan worden gegeven, omdat de uitoefening van een voorrecht uit een zekerheidsrecht niet kan worden aangetast door onrechtmatig handelen van de zekerheidshouder. Sigma werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot dat moment waren begroot op € 1.560,-- aan salaris voor de procureur van de bank. Het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.