ECLI:NL:RBMID:2004:AR4337

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
16 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04-1547
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.J.R.P. Verhoeven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens vervallen functie en mislukte detacheringen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Middelburg op 16 september 2004 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een besloten vennootschap en een werknemer. De werknemer, die sinds 1 juli 1998 in dienst was als machinaal verspaner, had te maken met een reorganisatie waarbij zijn functie was vervallen. De werkgever had geprobeerd de werknemer via detachering bij andere bedrijven te herplaatsen, maar deze pogingen waren mislukt. De werknemer vond de aangeboden functies niet passend, voornamelijk vanwege de reisafstand, wat de kantonrechter niet als een geldige reden beschouwde.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 juli 2004 was ingediend, gevolgd door een verweerschrift en een mondelinge behandeling op 2 september 2004. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever voldoende had aangetoond dat de werknemer niet meer bemiddelbaar was en dat de mislukte detacheringen aan de werknemer zelf te wijten waren. De kantonrechter concludeerde dat er geen dringende reden was voor ontbinding, maar dat de veranderde omstandigheden wel aanleiding gaven om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

De ontbinding werd vastgesteld per 30 november 2004, zonder dat de werknemer recht had op een vergoeding. De kantonrechter besloot dat beide partijen hun eigen proceskosten moesten dragen. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers in het kader van detachering en de gevolgen van het niet accepteren van redelijke werkgelegenheid.

Uitspraak

rep. nummer : 04-1547
uitspraak : 16 september 2004
Rechtbank Middelburg
Sector kanton - zitting te Middelburg
BESCHIKKING
in de zaak van:
de besloten vennootschap
[verzoekende partij]
gevestigd te [vestigingsplaats],
verzoekende partij,
verder te noemen: [VERZOEKENDE PARTIJ],
gemachtigde: mr. S.M.W.L. van Boven,
t e g e n :
[verwerende partij],
wonende te [woonplaats],
verwerende partij,
verder te noemen: [verwerende partij],
gemachtigde: mr. M.A. Verboven.
het verloop van de procedure
De procedure is als volgt verlopen:
- verzoekschrift, ingediend op 30 juli 2004,
- verweerschrift,
- mondelinge behandeling van 2 september 2004.
de beoordeling van de zaak
1. [verwerende partij], geboren in januari 1980, is op 1 juli 1998 in dienst getreden bij [VERZOEKENDE PARTIJ] als machinaal verspaner. Het salaris bedraagt € 1.694,00 bruto per maand, exclusief emolumenten.
2. Bij brieven van 19 april 2000 en 15 oktober 2002 heeft [VERZOEKENDE PARTIJ] [verwerende partij] een waarschuwing verstrekt.
3. Op de afdeling waar [verwerende partij] werkzaam was, was sprake van overcapaciteit. Het personeel, waaronder dus ook [verwerende partij], is om die reden elders gedetacheerd. Teneinde de detachering te faciliteren, maakt [VERZOEKENDE PARTIJ] gebruik van de diensten van Werk en Vakmanschap Organisatie B.V. [verwerende partij] is van 28 april tot en met 28 juli 2003 gedetacheerd geweest bij [bedrijf T]. [verwerende partij] is op gesprek geweest bij drie andere bedrijven ([bedrijf U], [bedrijf V] en [bedrijf W]), maar tot detachering bij die bedrijven is het niet gekomen.
4. In maart 2004 is de afdeling machinale verspaning, de afdeling waar [verwerende partij] werkzaam was, in verband met herstructurering gesloten. [VERZOEKENDE PARTIJ] heeft met de vakverenigingen een Sociaal Plan opgesteld, aangeduid als het Personeels Herstructureringsplan (PHP). Ingevolge het PHP wordt door middel van bemiddeling beoogd alle overcomplete werknemers te herplaatsen in een andere functie bij een andere werkgever. In het kader daarvan dienen werknemers zich collegiaal uit te laten lenen. Dat wil zeggen dat de werknemer in dienst blijft bij [VERZOEKENDE PARTIJ], maar werkzaamheden verricht bij een andere werkgever. In het PHP staat vermeld dat binnen vijf dagen na het meedelen van het vervallen van de arbeidsplaats een presentatie plaatsvindt over de werkwijze van het [VERZOEKENDE PARTIJ] Mobiliteitscentrum door een vertegenwoordiger van Werk en Vakmanschap. Binnen vijf dagen na die voorlichtingsbijeenkomst dient een werknemer zich aan te melden voor deelname aan de bemiddeling en een deelnemersovereenkomst te ondertekenen voor het traject “van werk naar werk”. Werknemer is verplicht de voorwaarden van de deelnemersovereenkomst na te komen. Voor een betrokken werknemer op wie het PHP van toepassing is en die de deelnemersovereenkomst niet ondertekent, dient werkgever bij de CWI een verzoek om toestemming voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst in. Na toestemming wordt de overeenkomst opgezegd met inachtneming van de wettelijke opzegtermijn.
5. Het PHP is in werking getreden op 12 februari 2004. Op 3 maart 2004 is aan [verwerende partij] medegedeeld dat zijn functie van machinaal verspaner is vervallen. Bij een andere brief van 3 maart 2004 wordt [verwerende partij] door middel van de deelnemersovereenkomst in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van de bemiddeling. De deelnemersovereenkomst wordt door [verwerende partij] getekend. De deelnemersovereenkomst vermeldt onder andere: “De deelnemer zal zich houden aan de hem/haar, namens het bedrijf waar deelnemer is tewerkgesteld, gegeven aanwijzingen of opdrachten. De deelnemer zal de gedragsregels en voorschriften zoals deze in het bedrijf van toepassing zijn, in acht nemen en in het bijzonder de veiligheidsvoorschriften naleven.
De deelnemer is gehouden al datgene te doen wat bijdraagt aan een succesvolle tewerkstelling.
6. [verwerende partij] heeft van 22 maart 2004 tot en met 14 mei 2004 gewerkt bij [BEDRIJF Z], van 18 mei 2004 tot en met 21 mei 2004 bij [bedrijf X] en van 24 mei 2004 tot en met 23 juli 2004 bij [bedrijf Y]. Bij [bedrijf Y] was [verwerende partij] werkzaam als keukenmonteur, bij de andere bedrijven als machinaal verspaner.
7. [VERZOEKENDE PARTIJ] vraagt nu ontbinding van de arbeidsovereenkomst, omdat, zo heeft [VERZOEKENDE PARTIJ] bij de mondelinge behandeling betoogd, [verwerende partij] toepassing van het PHP in de weg staat. Door toedoen van [verwerende partij] is detachering feitelijk onmogelijk en daarnaast komt [verwerende partij] de geldende regels niet na.
Ter staving van haar standpunt wijst [VERZOEKENDE PARTIJ] op een verklaring van Werk en Vakmanschap d.d. 26 juli 2004. [VERZOEKENDE PARTIJ] heeft verder aangevoerd dat voor het PHP al duidelijk was dat de plaats van [verwerende partij] zou vervallen en [verwerende partij] is er daarbij op gewezen dat het goed was iets anders te vinden. In dat licht gezien, mogen de afgebroken detachering bij [bedrijf T] en de niet doorgegane detacheringen bij [bedrijf V] en [bedrijf W] [verwerende partij] worden aangerekend.
8. [verwerende partij] stelt dat met de brieven uit 2000 en 2002 oude koeien uit de sloot worden gehaald en dat bij de beoordeling van het onderhavige verzoek op die brieven geen acht mag worden geslagen. [verwerende partij] betwist dat de detacheringen bij [bedrijf T], [BEDRIJF Z], [bedrijf X] en [bedrijf Y] door zijn toedoen zijn mislukt. De detacheringen bij [bedrijf V] en [bedrijf W] heeft hij op goede gronden geweigerd.
9. De kantonrechter overweegt als volgt. Van een dringende reden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt, is niet gebleken. Onvoldoende is komen vast te staan, dat [verwerende partij] bij herhaling de geldende regels dusdanig aan zijn laars lapt, dat van [VERZOEKENDE PARTIJ] niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst nog langer te laten voortduren. Het verzoek tot ontbinding kan wel worden toegewezen op de subsidiaire grond van de veranderde omstandigheden. De functie van [verwerende partij] bij [VERZOEKENDE PARTIJ] is vervallen en [VERZOEKENDE PARTIJ] heeft naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aangetoond dat [verwerende partij] niet meer bemiddelbaar is. Er zijn vele detacheringpogingen geweest, maar telkens met een negatief resultaat. Volgens [verwerende partij] zijn er nog mogelijkheden om hem binnen het PHP ergens te plaatsen, maar [verwerende partij] toont dit vervolgens niet aan. In tegenstelling tot [verwerende partij] is de kantonrechter wel van oordeel dat de mislukte detacheringen bij [bedrijf T], [BEDRIJF Z], [bedrijf X] en [bedrijf Y] zijn oorzaak vinden in redenen die aan [verwerende partij] toe te rekenen zijn. De kantonrechter baseert dit oordeel op de verklaring van Werk en Vakmanschap en de verklaring van [verwerende partij] bij de mondelinge behandeling. De verklaring van [verwerende partij] sluit aan bij hetgeen Werk en Vakmanschap aanvoert en de kantonrechter acht geen enkele aanleiding aanwezig te twijfelen aan het waarheidsniveau van de verklaring van Werk en Vakmanschap. [verwerende partij] heeft bij de mondelinge behandeling zelf verklaard dat het werk bij [bedrijf T] onder zijn niveau was, dat hij maar tijdelijk bij [bedrijf X] zou werken in afwachting van het werk bij [bedrijf Y] en dat het bij [bedrijf Y] niet gelukt is. [verwerende partij] koos er dus voor [bedrijf X] in te ruilen voor [bedrijf Y], terwijl het werk bij [bedrijf X] zijn eigen werk was en bij [bedrijf Y] geheel nieuw werk betekende voor [verwerende partij]. [verwerende partij] heeft daarbij bewust gekozen voor het risico dat het mis zou lopen bij [bedrijf Y]. [verwerende partij] had verder aan het werk gekund bij [bedrijf V] en [bedrijf W], maar heeft dat om redenen die niet valide zijn geweigerd. De reisafstand Oudelande-Sas van Gent en Oudelande-Standaardbuiten is niet van dien aard, dat het werk als niet passend moet worden beoordeeld. Het was dus telkens een redelijk aanbod en [verwerende partij], die toen al wist, dat op termijn zijn arbeidsplaats bij [VERZOEKENDE PARTIJ] zou komen te vervallen, had er goed aangedaan een aanbod te aanvaarden. De conclusie is dat er binnen [VERZOEKENDE PARTIJ] geen werk meer voor [verwerende partij] is en dat [VERZOEKENDE PARTIJ] zich voldoende heeft ingespannen om elders passend werk te vinden. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal dan ook worden toegewezen.
9. Voor de vragen met ingang van welke datum moet worden ontbonden en of [verwerende partij] nog een vergoeding toekomt, zoekt de kantonrechter aansluiting bij het PHP. [verwerende partij] is, nu de deelnemersovereenkomst door zijn toedoen is mislukt, gelijk te stellen met een werknemer die de deelnemersovereenkomst niet ondertekent. Gelet op de duur van het dienstverband zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden met ingang van 30 november 2004, zonder dat daarbij aan [verwerende partij] nog een afzonderlijke vergoeding zal worden toegekend.
10. Partijen hebben ook nog gesproken over het niet verschijnen van [verwerende partij] bij [VERZOEKENDE PARTIJ] op 26 juli 2004 en het wegens rijden onder invloed ingevorderd geweest zijn van het rijbewijs van [verwerende partij], maar de kantonrechter acht die punten voor de beoordeling van de zaak niet opportuun en die punten blijven dan ook buiten beschouwing.
11. Er is geen aanleiding om af te wijken van het beleid om in ontbindingszaken de proceskosten tussen partijen te verdelen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
DE BESLISSING
De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomsten tussen partijen per 30 november 2004;
bepaalt dat zowel [VERZOEKENDE PARTIJ] als [verwerende partij] de eigen proceskosten moet dragen;
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.R.P. Verhoeven, kantonrechter,
en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 september 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.