1.
hij op of omstreeks 24 juni 2004 te Kruiningen, in de gemeente Reimerswaal,
ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in of uit een bankgebouw van de Rabobank, gelegen
aan de [adres], weg te nemen een of meer geldbedrag(en) en/of (andere)
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij a], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader,
en/of zich, en/of diens mededader daarbij de toegang tot de plaats van het
misdrijf te verschaffen en/of dat weg te nemen geld en/of (andere) goed(eren)
onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, en/of
inklimming en/of
daarbij dat voorgenomen misdrijf te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij b],
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
met voormeld oogmerk met zijn mededader, althans alleen, een ruit van dat
bankgebouw heeft kapot gemaakt, en/of via die ruit dat bankgebouw is
binnengegaan/binnengeklommen en/of een masker en/of een bivakmuts heeft
opgezet en/of die [benadeelde partij b] heeft gevraagd de kluis open te maken en/of de code
van de kluis en/of van het alarm en/of van de geldautomaat van die bank te
verschaffen
en/of -daarbij en/of vervolgens -terwijl zijn/hun gelaat onherkenbaar was door
(een) masker(s) en/of bivakmuts(en)-, zichtbaar voor die [benadeelde partij b], een of meer
vuurwapen(s), in elk geval op een vuurwapen gelijkend(e) voorwerp(en) in de
handen heeft gehouden en/of gericht op die [benadeelde partij b] en/of een arm van die [benadeelde partij b]
heeft vast gepakt en/of (daarbij) opzettelijk dreigend/dwingend heeft gezegd:
"Daar naar toe" en/of die [benadeelde partij b] heeft gedwongen te knielen, en/of opzettelijk
dreigend tegen die [benadeelde partij b] heeft gezegd: "We hebben explosieven, kijk maar.", in
elk geval woorden van dergelijk dreigende aard en/of strekking en/of
(daarbij) heeft gewezen naar een rugzakje en/of die [benadeelde partij b] heeft gedwongen
dat/een rugzakje om te doen en/of (daarbij) opzettelijk dreigend tegen die
[benadeelde partij b] heeft gezegd: "Als er iets fout gaat dan druk ik hier op en dan is het
boem.", in elk geval woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking
en/of (daarbij) een afstandsbediening, althans een op een afstandsbediening
gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij b] heeft getoond en/of aan die [benadeelde partij b] zijn
paspoort en/of zijn rijbewijs heeft gevraagd en/of die [benadeelde partij b] heeft gedwongen
zijn adres op te schrijven en/of (daarbij) opzettelijk dreigend tegen die [benadeelde partij b]
heeft gezegd: "We hebben nu je adres. Als je niet meewerkt dan weten we je te
vinden.", in elk geval woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking
en/of die [benadeelde partij b] heeft gedwongen in een toilet plaats te nemen en/of (daarbij)
opzettelijk dreigend tegen die [benadeelde partij b] heeft gezegd: "Ik doe de tas aan de
buitenkant van de deur, als je eruit komt dan ontploft die.", in elk geval
woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht