ECLI:NL:RBMID:2004:AR8449
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot beperking van arbeidsduur van 40 naar 36 uur per week door werknemer
In deze zaak vorderde de werknemer, [eiser], een beperking van zijn arbeidsduur van 40 naar 36 uur per week. De kantonrechter van de Rechtbank Middelburg oordeelde dat de vordering van de werknemer toewijsbaar was, omdat de werkgever, [gedaagde partij], niet voldoende zwaarwegende bedrijfsbelangen had aangetoond die zich tegen de gevraagde aanpassing verzetten. De werknemer had eerder, tijdens zijn ouderschapsverlof, al 36 uur per week gewerkt zonder problemen voor de werkgever. De werkgever had de werkweek van de werknemer eenzijdig uitgebreid naar 40 uur, wat volgens de kantonrechter niet in overeenstemming was met de arbeidsovereenkomst die een werkweek van 36 uur vastlegde. De kantonrechter benadrukte dat elk verzoek om aanpassing van de arbeidsduur afzonderlijk beoordeeld moet worden en dat de werkgever niet kan volstaan met een beroep op precedentwerking. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever de aanpassing van de arbeidsduur moest toestaan, waarbij de werknemer zijn werkweek van 36 uur zo kon verdelen dat hij de ene week 40 uur werkte en de andere week 32 uur, met een vrije vrijdag in de tweede week. De werkgever werd ook veroordeeld in de proceskosten van de werknemer.