ECLI:NL:RBMID:2005:AZ5238
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige verkoop van sinaasappelconcentraat onder eigendomsvoorbehoud
In deze zaak vorderde Cargill Juice Trading B.V. (hierna: Cargill) schadevergoeding van Kloosterboer Vlissingen V.O.F. (hierna: Kloosterboer) en haar vennoten, omdat Kloosterboer sinaasappelconcentraat had verkocht dat Cargill toebehoorde op basis van een eigendomsvoorbehoud. Cargill had twee overeenkomsten gesloten met Parmalat voor de levering van sinaasappelconcentraat, waarbij Duits recht van toepassing was. Kloosterboer had de concentraten in opslag en verkocht deze zonder Cargill te informeren, wat Cargill als onrechtmatig beschouwde. Kloosterboer stelde dat zij te goeder trouw handelde en dat het eigendomsvoorbehoud van Cargill niet meer geldig was na verwerking van de concentraten.
De rechtbank oordeelde dat Cargill inderdaad een eigendomsvoorbehoud had bedongen, maar dat Kloosterboer niet op de hoogte was van dit voorbehoud op het moment van ontvangst van de concentraten. De rechtbank concludeerde dat Kloosterboer, door het pandrecht dat zij had op de goederen van Parmalat, rechtmatig handelde door de concentraten te verkopen. De rechtbank wees de vordering van Cargill af, omdat Kloosterboer niet onrechtmatig had gehandeld en de verkoop van de concentraten niet in strijd was met het eigendomsvoorbehoud van Cargill. Cargill werd veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis benadrukt de complexiteit van eigendomsrechten en pandrechten in het civiele recht, vooral in situaties waar meerdere partijen betrokken zijn en waar eigendomsvoorbehouden en pandrechten met elkaar in conflict kunnen komen. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot eigendom en pandrecht.