ECLI:NL:RBMID:2005:AZ5271
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en kwalificatie van effectenleaseovereenkomst als huurkoop
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Middelburg, stond de kwalificatie van een effectenleaseovereenkomst als huurkoop centraal. De eiseres, Dexia Bank Nederland N.V., vorderde betaling van een bedrag van € 69.239,06 van de gedaagde, die in het incident een exceptie van onbevoegdheid had ingediend. De gedaagde stelde dat de overeenkomst kwalificeerde als huurkoop, waardoor de sector kanton van de rechtbank bevoegd zou zijn. Dexia betwistte deze kwalificatie en voerde aan dat effectenlease geen huurkoop was, omdat de overeenkomst niet voldeed aan de kenmerken van koop op afbetaling.
De rechtbank oordeelde dat de tussen partijen gesloten overeenkomst inderdaad als huurkoop moest worden gekwalificeerd. De rechtbank overwoog dat de eigendom van de effecten automatisch en van rechtswege overging op de gedaagde zodra hij aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst voldeed. Dit was in overeenstemming met de bepalingen in de overeenkomst en de Bijzondere Voorwaarden Effecten Lease. De rechtbank verwierp de stelling van Dexia dat de overeenkomst niet strekte tot het verkrijgen van eigendom, omdat de partijen bij het sluiten van de overeenkomst hadden afgesproken dat de eigendom automatisch overging.
De rechtbank concludeerde dat de vordering in het incident tot verwijzing naar de sector kanton moest worden toegewezen. Dexia werd veroordeeld in de kosten van het incident. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van de sector kanton, waar partijen moesten verschijnen. Het vonnis werd uitgesproken op 2 november 2005 door mr. N. van der Ploeg-Hogervorst.