RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
Vonnis van 7 juni 2006 in de zaak van:
de advocatenmaatschap Boels Zanders Advocaten (hierna te noemen: Boels),
gevestigd te Roermond, tevens kantoorhoudend te Sittard,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
procureur: mr. J. Boogaard,
[gedaagde in conventie, eiser in reco[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (hierna: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]),
wonende te Scharendijke,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
procureur: mr. C.J. IJdema.
1. Het verdere verloop van de procedure
Bij tussenvonnis van 16 november 2005 is de zaak aangehouden en verwezen naar de rol opdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich bij akte kon uitlaten omtrent in dat tussenvonnis in 4.4.3 en 4.5 weergegeven vraagpunten. Vervolgens zijn gewisseld:
- akte uitlating vraagpunten;
- akte;
- akte uitlating, tevens subsidiair verzoek tot aanhouding voor onbepaalde tijd c.q. verwijzing naar slaaprol;
- akte.
2. De verdere beoordeling van het geschil
in conventie en in reconventie
2.1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vraagt aanhouding van de zaak in afwachting van de behandeling van en de beslissing op een door hem tegen (onder meer) de bij Boels werkzame advocaat Houtakkers – omtrent wiens facturen het in de onderhavige zaak gaat – wegens gestelde beroepsfouten bij de rechtbank te Zutphen ingestelde vordering. Boels verzet zich daartegen. In de in Zutphen aanhangige zaak vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vergoeding van schade, waarvan – kennelijk – de thans door Houtakkers gevorderde bedragen deel uitmaken. De daartoe aangevoerde gronden van de vordering zijn andere dan in de in onderhavige zaak door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevoerde verweren. Een eindoordeel in de onderhavige zaak zal dan ook op geen enkele wijze de beoordeling door de rechtbank te Zutphen in de weg staan; voor tegenstrijdige uitspraken is geen gevaar. Omdat beide procedures geheel verschillende grondslagen hebben is aanhouding ook niet efficiënt. De rechtbank zal de zaak niet aanhouden.
2.2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] diende zich uit te laten over de afloop van het door hem ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van 20 november 2003 van de kantonrechter te Eindhoven. Hij heeft bericht dat het hoger beroep ter rolzitting van 21 februari 2006 van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch is doorgehaald. Zulks brengt met zich mee dat – ter beoordeling van de vraag of aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], zou hem een voorwaardelijke toevoeging zijn verleend, uiteindelijk een definitieve toevoeging zou zijn verstrekt – zijn draagkracht van dat moment dient te worden beoordeeld. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat die beoordeling met zich brengt dat hij voor een definitieve toevoeging in aanmerking zou zijn gekomen; Boels betwist dat. De kantonrechter heeft in genoemd vonnis de wederpartij van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeeld om aan hem te betalen bedragen van € 70.638,58 bruto en € 10.890,73 netto, zulks onder aftrek van het reeds betaalde voorschot van € 34.033,52 netto (met veroordeling van die wederpartij in de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemaakte beslagkosten van € 256,84) en het door hem betaalde voorschot voor het deskundigenbericht van € 20.420,11). Van deze bedragen is in mei 2004 (via Boels) in elk geval een bedrag van € 30.000,-- aan hem uitgekeerd. Aldus beschikte [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] over een vermogen van dien aard, dat hij, als hij dat op 21 februari 2006 nog had gehad, in beginsel niet voor een definitieve toevoeging in aanmerking zou zijn gekomen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt evenwel dat deze bedragen inmiddels “ten goede zijn gekomen aan zijn zeer negatieve schuldpositie”. Enige nadere toelichting geeft hij daarop niet. Evenmin geeft hij nadere toelichting op zijn verdere inkomens- en vermogenspositie. Hij noemt slechts de hoogte van een WAO-uitkering, terwijl hij op 25 maart 2005 65 jaar oud is geworden en dat dus ook op de peildatum 21 februari 2006 was, zodat hij toen niet (meer) voor die uitkering in aanmerking kwam. In zijn huidige inkomenspositie – en met name of hij naast de AOW-uitkering enige pensioenuitkering ontvangt – geeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen inzicht. Voorts geeft hij geen helderheid over zijn vermogen; gelet op de door Boels genoemde onduidelijkheid daarover in diverse door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in het verleden ingevulde Verklaringen omtrent Inkomen en vermogen had het op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelegen die duidelijkheid wel te geven. Nu aldus enerzijds vaststaat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vermogen heeft ontvangen en anderzijds door hem geen onderbouwde argumenten zijn aangedragen waarom desondanks zou moeten worden aangenomen dat hij een zodanige inkomens- en vermogenspositie heeft dat hij in aanmerking zou behoren te zijn gekomen voor een toevoeging, komt de rechtbank tot de conclusie dat de inkomens- en vermogenspositie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 21 februari 2006 niet zodanig is geweest dat hem een definitieve toevoeging zou zijn verstrekt.
2.3. Op grond van het vorenstaande en al hetgeen in het tussenvonnis van 16 november 2005 is overwogen komt de rechtbank tot de slotsom dat alle verweren die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen de vordering van Boels heeft gevoerd moeten worden verworpen en dat de vordering zal worden toegewezen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, die van het beslag daaronder begrepen. Het beslag is niet in strijd met artikel 3 van de Boekhoudverordening gelegd nu het niet – zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt – is gelegd op onder Boels aanwezige derdengelden, maar op door Boels in het kader van het tussen partijen bestaande geschil naar de derdenrekening van de Raad van Toezicht overgemaakte gelden. Al om die reden is van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde onrechtmatigheid geen sprake; daarbij kan in het midden blijven of het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde handelen in strijd met genoemd artikel van de Boekhoudverordening kan worden beschouwd als jegens hem onrechtmatig.
in (voorwaardelijke) reconventie
2.4. Nu aan de voorwaarde waaronder de bij eis in reconventie gedane vordering is ingediend – namelijk dat de vordering in conventie zou worden afgewezen – niet is voldaan, komt de rechtbank aan beoordeling van die vordering niet toe.
2.5. De bij vermeerdering van eis gedane vordering is – zo begrijpt de rechtbank de bij akte uitlating vraagpunten gegeven toelichting – onvoorwaardelijk gedaan. Het primaire verweer dient te worden verworpen; zoals reeds in het tussenvonnis van 16 november 2005 onder 4.4.1 is overwogen, dient in deze procedure te worden uitgegaan van een niet ontbonden overeenkomst. Subsidiair heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesteld dat geen verrekening is overeengekomen. Boels stelt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] – door tussenkomst van zijn zoon – per e-mailbericht van 30 januari 2003 heeft ingestemd met het doen betalen van facturen van Boels uit de in de zaak [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]/ Hoens op de derdenrekening van Boels ontvangen bedragen. De tekst van dat bericht is duidelijk: als nog enkele vragen worden beantwoord, kan Boels op de genoemde wijze betaling ontvangen. Boels heeft met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gecorrespondeerd en vervolgens het bedrag van € 7.357,66 geïnd; [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daartegen niet geprotesteerd. Boels heeft daaruit mogen begrijpen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met deze wijze van betalen akkoord ging. Daarop kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] thans niet meer terug komen; dat sprake zou zijn geweest van misbruik van omstandigheden door Boels wordt wel gesteld maar op geen enkele wijze nader onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. De vordering wordt afgewezen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal, nu hij in het ongelijk wordt gesteld, worden veroordeeld in de kosten van het geding.
- veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling aan Boels van een bedrag van € 7.500,-- te vermeerderen met de wettelijk rente vanaf 19 november 2004;
in conventie en in reconventie
- veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van deze procedure, die van het beslag daaronder begrepen, tot op heden (in conventie en in reconventie) aan de zijde van Boels begroot op € 288,-- aan griffierecht, € 256,21 aan beslagkosten, € 83,78 aan overige verschotten en € 2.146,-- aan salaris procureur;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.J. van Dijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 juni 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.
SD