ECLI:NL:RBMID:2006:AY8438

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
6 september 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
50381 HA ZA 05-596
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toerekening van betalingen en vordering tot betaling in civiele procedure

In deze civiele procedure tussen Fairwood B.V. en Pronova Interieur en Projectinrichting B.V. heeft de rechtbank Middelburg op 6 september 2006 uitspraak gedaan. De zaak betreft een geschil over de toerekening van betalingen die door Pronova zijn gedaan aan Fairwood. Pronova had bij de betaling van facturen duidelijk aangegeven welke facturen het betrof, maar Fairwood wilde deze betalingen in mindering brengen op andere openstaande facturen, inclusief die van een andere onderneming, Homé Hout B.V. De rechtbank oordeelde dat dit niet toegestaan was volgens artikel 6:43 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de toerekening van de betaling geschiedt op de schuld die de schuldenaar bij de betaling aanwijst.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Pronova op 29 januari 2004 een bedrag van € 7.125,51 had overgemaakt naar Fairwood, wat correspondeerde met een factuur van € 7.011,30. Daarnaast bleek uit een tweede overboeking op 23 februari 2004 dat Pronova nog een bedrag van € 546,00 had betaald. De rechtbank concludeerde dat Pronova in totaal € 7.557,30 had voldaan, waardoor er nog een bedrag van € 246,47 resteerde dat door Fairwood gevorderd werd. Fairwood's argument dat de betalingen verdeeld konden worden over openstaande facturen van beide bedrijven werd door de rechtbank verworpen.

De rechtbank heeft Fairwood veroordeeld om aan Pronova te betalen, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en heeft Fairwood in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. M.C. de Regt.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 50381 / HA ZA 05-596
Vonnis van 6 september 2006
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FAIRWOOD B.V.,
gevestigd te Tiel,
eiseres,
procureur mr. C.J. de Wit,
advocaat mr. E.G. Karel te Middelharnis,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PRONOVA INTERIEUR EN PROJECTINRICHTING B.V.,
gevestigd te Goes,
gedaagde,
procureur mr. B.H. Vader.
Partijen zullen hierna Fairwood en Pronova genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 april 2006
- de akte uitlating tussenvonnis van de zijde van Pronova
- de antwoordakte van de zijde van Fairwood
- de pleitaantekeningen van mr B.H. Vader
- de pleitnotities van mr E.G. Karel.
De verdere beoordeling
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 5 april 2006 Pronova in de gelegenheid gesteld aan de hand van over te leggen bankbescheiden aan te tonen dat zij de door Fairwood aan haar vordering ten grondslag gelegde facturen op een bedrag van € 246,00 na heeft voldaan. Pronova heeft bij akte uitlating tussenvonnis overgelegd een kopie van een dagafschrift van de ABN AMRO bank van rekeningnummer 58.59.22.519 ten name van Pronova Interieurbouw en Projectinrichting B.V., gedateerd 29 januari 2004. Dit dagafschrift vermeldt een overboeking van een bedrag van € 7.125,51 van de rekening van Pronova naar rekeningnummer 68.60.52.102 ten name van Fairwood met als omschrijving 031370/031369/031830. Het nummer 031369 correspondeert met de factuur gedateerd 5 september 2003 ten bedrage van € 7.011,30 waarvan Fairwood blijkens de dagvaarding betaling vordert. Uit dit rekeningafschrift blijkt derhalve dat Pronova deze factuur op 29 januari 2004 heeft voldaan. Het eveneens door Pronova overgelegde dagafschrift gedateerd 23 februari 2004 vermeldt een overboeking van een bedrag van € 546,00 van de rekening van Pronova naar de rekening van Fairwood. Deze overboeking vermeldt als omschrijving 31385/31403. Ook deze nummers corresponderen met de in de dagvaarding genoemde facturen. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt daaruit onweerlegbaar dat Pronova van de onder 2 van de dagvaarding genoemde bedragen op 23 februari 2004 reeds € 7.557,30 had betaald en dat door haar nog slechts resteerde te voldoen een bedrag van € 246,47, zoals zij zelf steeds heeft aangegeven. Fairwood heeft daartegenover aangevoerd dat Pronova zowel producten heeft afgenomen van Fairwood als van Homé Hout B.V. en dat het Fairwood en Homé Hout B.V. vrij stond om de door Pronova betaalde bedragen te verdelen over de openstaande facturen van beide bedrijven. De rechtbank passeert dit standpunt. Op grond van artikel 6:43 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek geschiedt de toerekening van de betaling op de schuld die de schuldenaar bij de betaling aanwijst. In dit geval heeft Pronova bij de betaling de facturen waarop de betaling betrekking had nauwkeurig aangeduid en stond het Fairwood niet vrij om die betalingen in mindering te doen strekken op andere facturen, laat staan op facturen van een andere onderneming. Dit leidt ertoe dat de rechtbank de vordering slechts zal toewijzen tot het door Pronova schuldig erkende bedrag van € 246,47. Fairwood dient als de voor het grootste deel in het ongelijk te stellen partij te worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing
De rechtbank
- veroordeelt Pronova om aan Fairwood tegen kwijting te betalen de som van € 246,47, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf éénentwintig november 2005 tot die der voldoening;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt Fairwood in de kosten van het geding welke aan de zijde van Pronova tot aan dit moment worden begroot op € 294,00 wegens griffierecht en € 1.582,00 wegens procureurssalaris;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2006.?