ECLI:NL:RBMID:2006:AY8598
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen in handelsrelatie tussen DFi en Sojitz
In deze zaak vorderde DFi, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, betaling van een bedrag van € 136.547,88 en US$ 20.077,-- van Sojitz Europe P.L.C., een vennootschap naar het recht van het Verenigd Koninkrijk. DFi onderbouwde haar vordering met verschillende facturen die betrekking hadden op leveringen van landbouwproducten in de jaren 2002 en 2003. Sojitz betwistte de vordering en voerde aan dat de overeenkomsten niet waren nageleefd en dat er sprake was van fraude met de dekkingskopen. De rechtbank oordeelde dat Sojitz niet voldoende bewijs had geleverd om de stellingen van DFi te weerleggen. De rechtbank ging uit van de juistheid van de door DFi gestelde feiten, aangezien Sojitz geen overtuigende argumenten had aangedragen om de vordering te betwisten. De rechtbank concludeerde dat DFi recht had op betaling van de gevorderde bedragen, vermeerderd met rente en kosten, en dat Sojitz ten onrechte de vordering had betwist. De rechtbank wees de primaire vordering van DFi af, maar verklaarde voor recht dat Sojitz ten onrechte de vordering had betwist en veroordeelde Sojitz in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door mr. S.M.J. van Dijk op 30 augustus 2006.