ECLI:NL:RBMID:2006:AZ0543
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. de Regt
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging van boetebepaling in kredietovereenkomst tussen L.C.N. Holding B.V. en Coöperatieve Rabobank Schouwen-Duiveland U.A.
In deze zaak vordert L.C.N. Holding B.V. (hierna: LCN) dat de rechtbank een bepaling uit de Algemene voorwaarden voor de zakelijke geldlening van de Rabobankorganisatie 2000 zal vernietigen. LCN stelt dat de Rabobank door haar opstelling haar heeft gedwongen de relatie te beëindigen en haar bankzaken onder te brengen bij de ABN AMRO Bank, wat heeft geleid tot een vervroegde aflossing van een lening van € 1.500.000,00. De Rabobank heeft in dit kader een boeterente van € 29.933,09 opgeëist, welke LCN onder protest heeft betaald. LCN betwist de rechtmatigheid van deze boeterente en stelt dat artikel 25 van de voorwaarden onredelijk bezwarend is, waardoor het vernietigbaar is op grond van het Burgerlijk Wetboek.
De rechtbank heeft de vordering van LCN afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de Rabobank niet onredelijk heeft gehandeld door aanvullende zekerheden te eisen voor de verruiming van het krediet. De rechtbank stelt vast dat de Rabobank haar belangen mocht beschermen en dat de eisen die zij stelde niet excessief waren. LCN heeft niet aangetoond dat de Rabobank in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een onverschuldigde betaling en dat de vordering tot terugbetaling van de boeterente eveneens moet worden afgewezen. LCN wordt veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. M.C. de Regt op 16 augustus 2006.