ECLI:NL:RBMID:2006:AZ5121
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake eigendom en ontruiming van perceel grond tussen twee woningen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Middelburg werd behandeld, hebben eisers, wonende te Rilland, een vordering ingesteld tegen gedaagden, die ook in Rilland en Ossendrecht wonen. De kern van het geschil betreft de eigendom van een strook grond tussen de woningen van eisers en gedaagden. Eisers stellen dat gedaagde sub 1, [gedaagde sub 1], op 5 mei 2004 geen eigenares meer was van het door hen bedoelde deel van de strook grond, omdat gedaagde sub 1 dit stuk grond op 16 april 2004 in eigendom heeft gekregen van [B.]. Gedaagden zijn toegelaten tot bewijs van hun stelling dat zij recht hadden op het gebruik van het perceel.
Tijdens de rechtszittingen zijn getuigen gehoord, waaronder mr. G.L.F. Sarneel, de notaris die betrokken was bij de eigendomsoverdracht. Sarneel verklaarde dat hij aannam dat het zwart gearceerde gedeelte van het perceel bij de eigendomsoverdracht aan gedaagde sub 1 was inbegrepen, maar dat dit niet de bedoeling van de verkoopster, [B.], was geweest. De getuige [W.] bevestigde dat het gearceerde gedeelte bedoeld was om aan eisers te worden geleverd. De rechtbank concludeerde dat gedaagde sub 1 het zwart gearceerde gedeelte niet op 16 april 2004 van [B.] in eigendom heeft gekregen.
De rechtbank oordeelde dat eisers het recht van erfpacht op het zwart gearceerde gedeelte rechtsgeldig hebben verkregen en dat gedaagden het perceel moeten ontruimen. De vorderingen van eisers werden toegewezen, met een dwangsom voor gedaagden bij niet-naleving van de ontruiming. Gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 12 april 2006 door mr. S.M.J. van Dijk.