ECLI:NL:RBMID:2007:AZ6346
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. de Regt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de totstandkoming van een overeenkomst en toepasselijkheid van algemene voorwaarden in internationale context
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 17 januari 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Pro Line Limited & Co. GmbH, Genoa Maritime S.A. en Burma Navigation Corporation als eiseressen, en Scheldepoort B.V. als gedaagde. De rechtbank heeft zich eerst gebogen over de vraag of er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. De 'quotation' van Scheldepoort wordt gekwalificeerd als een offerte, maar de rechtbank verwerpt het standpunt van Pro Line dat de VNSI-voorwaarden niet van toepassing zijn. Volgens artikel 6:247 van het Burgerlijk Wetboek zijn deze voorwaarden niet van toepassing op contracten waarbij niet beide partijen in Nederland zijn gevestigd. De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat een enkele verwijzing naar algemene voorwaarden in dergelijke gevallen voldoende is. Pro Line, als internationale onderneming, had zich bewust moeten zijn van deze verwijzing naar algemene voorwaarden.
De rechtbank concludeert dat de algemene voorwaarden van Scheldepoort deel uitmaken van het aanbod. Pro Line had de mogelijkheid om de toepasselijkheid van deze voorwaarden te betwisten bij ontvangst van de offerte, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor heeft Pro Line het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat zij instemde met de voorwaarden. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de voorwaarden van Scheldepoort van toepassing zijn op de 'quotation'.
Vervolgens heeft de rechtbank beoordeeld of een beroep op artikel 3 van de voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is, gezien de omstandigheden waarin Scheldepoort opereert. Scheldepoort ontvangt voortdurend aanvragen voor reparaties en het is niet onredelijk dat zij voorwaarden hanteert die vereisen dat overeenkomsten pas tot stand komen na schriftelijke bevestiging. De rechtbank verwerpt ook het argument van Pro Line dat Scheldepoort rechtsgeldig werd vertegenwoordigd door Grecian Maritime, aangezien Pro Line zelf deze partij heeft ingeschakeld om offertes op te vragen. Uiteindelijk wijst de rechtbank de vorderingen van Pro Line, Genoa en Burma af en veroordeelt hen in de proceskosten.