ECLI:NL:RBMID:2007:AZ8944

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
24 januari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
54767 HA ZA 06-506
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht verwijzen van kortgedingzaken door de kantonrechter naar de bodemrechter

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Middelburg, was er een geschil tussen eiser, wonende te Middelburg, en gedaagde, de Stichting Emergis, gevestigd te Middelburg. De procedure begon met een vonnis van de kantonrechter, die als voorzieningenrechter optrad, op 30 oktober 2006. De kantonrechter had de zaak ten onrechte verwezen naar de rolzitting van de sector civiel, wat in strijd is met de geldende procedurele regels. De rechtbank oordeelde dat de voorzieningenrechter geen kortgedingzaken naar de bodemrechter kan verwijzen, zoals blijkt uit de Parlementaire Geschiedenis over de herziening van het burgerlijk procesrecht. De rechtbank gaf eiser de aanbeveling om de zaak op de rol te laten doorhalen en de vordering op de juiste wijze bij de juiste instantie aanhangig te maken. Indien de vordering niet werd ingetrokken, zou de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen om de conclusie van repliek en dupliek te nemen. De rechtbank besloot de zaak te verwijzen naar de rol van 21 februari 2007 voor verdere uitlating en het nemen van de conclusie van repliek. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. M.C. de Regt op 24 januari 2007.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 54767 / HA ZA 06-506
Vonnis van 24 januari 2007
in de zaak van
[eiser],
wonende te Middelburg,
eiser,
procureur mr. drs. J. Wouters,
tegen
de stichting
STICHTING EMERGIS,
gevestigd te Middelburg,
gedaagde,
procureur mr. J.M. de Jonge.
Partijen zullen hierna [eiser] en Stichting Emergis genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis van de kantonrechter, rechtdoende als voorzieningenrechter, van 30 oktober 2006;
De kantonrechter, rechtdoende als voorzieningenrechter, heeft de zaak in de stand waarin zij zich bevond verwezen naar de rolzitting van de sector civiel van deze rechtbank van woensdag 29 november 2006. Vervolgens heeft de rolrechter de zaak aangehouden om te beslissen of een comparitie zal worden gelast.
De beoordeling
De rechtbank zal geen comparitie van partijen gelasten. Zij is 's voorshands van oordeel dat de kantonrechter, handelende als voorzieningenrechter, de zaak ten onrechte heeft verwezen naar de rolzitting van de sector civiel. De voorzieningenrechter kan kortgedingzaken niet naar de bodemrechter verwijzen (Parlementaire Geschiedenis, Herziening van het burgerlijk procesrecht voor burgerlijke zaken in het bijzonder de wijze van procederen in eerste aanleg, pagina 426). Zij geeft [eiser] in overweging om de zaak op de rol te laten doorhalen en om de vordering op de door de wet voorgeschreven wijze bij de juiste instantie aanhangig te maken. Voor het geval dat de vordering niet wordt ingetrokken, zal de rechtbank partijen in de gelegenheid stellen de conclusie van repliek en dupliek te nemen.
De rechtbank zal de zaak verwijzen de rol van 21 februari 2007 voor uitlating royement respectievelijk het nemen van de conclusie van repliek.
De beslissing
De rechtbank
- verwijst de zaak naar de rol de rol van 21 februari 2007 voor uitlating royement respectievelijk het nemen van de conclusie van repliek.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2007.?