De feiten
Bij schriftelijke koopovereenkomst van 9 januari 2006 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (als verkoper) aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] (als koper) verkocht het woonhuis, plaatselijk bekend te Brouwershaven, aan [adres], [nummer], [adres], kadastraal bekend gemeente Brouwershaven, sectie [nummer], groot 11 are 70 centiare (hierna: het gekochte), voor de koop
prijs van € 300.000,--. De overeenkomst bevat onder meer de navolgende bepalingen:
“3.1. De akte van levering zal gepasseerd worden op 1 september 2006 of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen, ten overstaan van notaris mr. J. de Jong of diens plaatsvervanger, verbonden aan het kantoor Voorstraat 41, 8801 LA Franeker, Postbus 22, 8800 AA Franeker.
(…)
5.3. De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: permanente bewoning.
(…)
5.7. Verkoper is geen (lopende adviesvraag voor) aanwijzing, dan wel aanwijzingsbesluit dan wel registerinschrijving bekend van de onroerende zaak:
a. als beschermd monument in de zin van artikel 3, 4 of 6 van de Monumentenwet.
b. tot beschermd stads- of dorpsgezicht of voorstel daartoe als bedoeld in artikel 35
Monumentenwet;
c. tot door de gemeente of de provincie verklaard beschermd monument.
(…)
10.1 Indien één van de partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig is of blijft in de nakoming van één of meer van haar uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, kan de wederpartij van de nalatige deze overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbinden door middel van een schriftelijke verklaring aan de nalatige.
10.2. Ontbinding op grond van tekortkoming is slechts mogelijk na voorafgaande ingebrekestelling. Bij ontbinding van de overeenkomst op grond van toerekenbare tekortkoming zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete van € 30.000,00, zegge DERTIGDUIZEND EURO verbeuren, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal.
10.3 Indien de wederpartij geen gebruik maakt van zijn recht de overeenkomst te ontbinden en nakoming verlangt, zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij na afloop van de in 10.1 vermelde termijn van acht dagen voor elke sedertdien verstreken dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd zijn van drie promille van de koopprijs, onverminderd het recht op aanvullende schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal.
(…)
19.1 Indien koper geen toestemming krijgt van het bevoegd gezag de bestaande gebouwen geheel te slopen den daarvoor in de plaats nieuwbouw te plegen –binnen het vigerende bestemmingsplan– zal hij/zij ontbinding van deze koopovereenkomst kunnen vragen, onder dezelfde voorwaarden en termijnen als hiervoor in artikel 16 genoemd. (…)”
In artikel 16 is vastgelegd dat een beroep op de (daar geregelde) ontbindingsmogelijkheid op uiterlijk 14 februari 2006 kan worden ingeroepen.