ECLI:NL:RBMID:2007:BB5250
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Damsteegt
- J. Loonstra
- Rechtspraak.nl
Boete opgelegd wegens illegale tewerkstelling en de toepassing van artikel 4:84 Awb
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg op 3 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door gemachtigde S. Willenborg, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, vertegenwoordigd door mr. L. Dokman. De zaak betreft de oplegging van een boete van € 4.000 aan eiseres wegens een overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Eiseres had een vreemdeling in haar pand tewerkgesteld zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vreemdeling op 10 november 2005 door inspecteurs van de Arbeidsinspectie is aangetroffen, wat heeft geleid tot het voornemen van de Staatssecretaris om een boete op te leggen. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat de vreemdeling als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) werkzaam was, maar de rechtbank heeft deze stelling verworpen. De rechtbank oordeelde dat de stelling van eiseres niet aannemelijk was, vooral gezien eerdere verklaringen van eiseres die wezen op een vriendendienst.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de omstandigheid dat er mogelijk vanaf 1 januari 2007 vrij verkeer van werknemers uit de EU zou zijn, niet van invloed was op de overtreding die op de datum van controle was geconstateerd. Eiseres heeft ook betoogd dat de boete onevenredig was in verhouding tot haar financiële situatie en dat de boete op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gematigd diende te worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven tot matiging van de boete. De rechtbank heeft de beleidsregels van de Staatssecretaris onderschreven en geconcludeerd dat de opgelegde boete rechtmatig was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de boete van € 4.000 gehandhaafd blijft. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. T. Damsteegt, in aanwezigheid van griffier mr. J. Loonstra. Eiseres kan tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.