ECLI:NL:RBMID:2008:BD2324

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
14 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
61195/KG ZA 08-23
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van verbintenissen uit een koopovereenkomst met betrekking tot onroerend goed

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. W.T.J. Schieman, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, waaronder de besloten vennootschap Verseput Vastgoed B.V., vertegenwoordigd door haar directeur M.M.A. [gedaagden]. De vordering van eiser betreft de nakoming van een koopovereenkomst voor een berging/stalling in Middelburg, die op 12 januari 2007 is gesloten voor een bedrag van € 107.500,-- k.k. De uiterste datum voor de notariële overdracht was vastgesteld op 2 januari 2008, maar deze heeft niet plaatsgevonden. Eiser heeft gedaagden op 4 januari 2008 aangemaand om aan hun verplichtingen te voldoen, maar gedaagden heeft niet gereageerd en is vanaf 13 januari 2008 in verzuim. Eiser vordert nu nakoming van de overeenkomst, betaling van de koopprijs, een boete en wettelijke rente, alsook de kosten van de procedure.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagden in verzuim zijn en dat de vordering tot nakoming van de koopovereenkomst toewijsbaar is. De rechter heeft echter geoordeeld dat het opleggen van een dwangsom niet mogelijk is, omdat gedaagden niet in staat zijn om aan hun verplichtingen te voldoen. De vordering tot betaling van de boete is afgewezen, omdat de wet het opleggen van een dwangsom niet toestaat in geval van veroordeling tot betaling van een geldsom. De rechter heeft wel de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van verzuim en gedaagden veroordeeld in de kosten van de procedure. Het vonnis is uitgesproken op 14 februari 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 61195 / KG ZA 08-23
Vonnis van 14 februari 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te Middelburg,
eiser,
procureur: mr. W.T.J. Schieman,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERSEPUT VASTGOED B.V.,
gevestigd te [adres],
in persoon verschenen door middel van haar statutair directeur de heer M.M.A. [gedaagden],
2. [gedaagde sub 2],
wonende te Middelburg,
procureur: mr. R.A.A. Maat,
gedaagden.
Eiseres zal hierna [eiser] genoemd worden. Gedaagen worden hierna in enkelvoud tezamen aangeduid als [gedaagden].
1. De procedure.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- een brief d.d. 5 februari 2008 met aanvullende stukken van mr. Schieman;
- de mondelinge behandeling op 7 februari 2008;
- de pleitnotities van mr. Schieman,
- de pleitnotities van mr. Maat.
2. De feiten.
2.1. Op 12 januari 2007 heeft [eiser] bij schriftelijke koopovereenkomst aan [gedaagden] verkocht een berging/stalling (garage/schuur) staande en gelegen aan de [adres] te Middelburg voor de prijs van € 107.500,-- k.k.
2.2. De feitelijke levering van het verkochte heeft plaatsgevonden tegen 15 februari 2007. De onroerende zaak is sindsdien in gebruik bij [gedaagden].
2.3. Als uiterste datum van de notariële overdracht is overeengekomen 2 januari 2008 ten overstaan van een notaris verbonden aan het kantoor van Sauer & Oonk te Vlissingen (artikel 1 koopovereenkomst).
2.4. Op 2 januari 2008 heeft er geen juridische levering plaatsgevonden.
2.5. Op 4 januari 2008 is [gedaagden] namens [eiser] schriftelijk aangemaand om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen binnen de in artikel 13 van de koopovereenkomst genoemde termijn. [gedaagden] heeft niet gereageerd en is mitsdien vanaf 13 januari 2008 in verzuim.
3. Het geschil.
3.1. De vordering van [eiser] strekt tot nakoming door [gedaagden] van de verbintenissen uit hoofde van de schriftelijke koopovereenkomst, namelijk meewerken aan de levering met betaling van de koopprijs, zulks op straffe van een dwangsom. Voorts maakt [eiser] aanspraak op de boete als bedoeld in artikel 13 van de koopovereenkomst, alsmede op de wettelijke rente over de boete en over de koopsom vanaf de datum van verzuim, 13 januari 2008. Ten slotte vordert [eiser] [gedaagden] te veroordelen in de kosten van de procedure. [eiser] heeft ter nadere onderbouwing van zijn vordering nog de spoedeisendheid daarvan aangevoerd. Naar de mening van [eiser] is er voor matiging van de verschuldigde boete geen enkele grond.
3.2. [gedaagden] heeft verweer gevoerd. Als gevolg van uiterst vervelende, in de persoonlijke sfeer liggende omstandigheden ontbreekt het [gedaagden] op dit moment aan financiële middelen om het gekochte te kunnen afnemen. [gedaagden] doet evenwel geen beroep op overmacht, de aangevoerde omstandigheden strekken tot verweer tegen de door [eiser] mede gevorderde boete. Volgens [gedaagden] is er aanleiding om de boete te matigen nu er aan de zijde van [eiser] nog geen sprake is van geleden schade. Voorts verzet [gedaagden] zich tegen het opleggen van een dwangsom.
4. De beoordeling van het geschil.
4.1. Het handelt hier om een vordering tot nakoming van verbintenissen die uit een schriftelijke koopovereenkomst voortvloeien. Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagden] uit hoofde van deze overeenkomst de verplichting had om uiterlijk op 2 januari 2008 het verkochte af te nemen tegen de overeengekomen koopprijs van € 107.500,-- en dat [gedaagden] deze verplichting tot op heden niet is nagekomen. Integendeel, [gedaagden] heeft ter zitting erkend dat hij in verzuim is. Nu voorts de door [gedaagden] ter zitting aangevoerde omstandigheden alleen strekken tot verweer tegen de door [eiser] gevorderde boete, zal de vordering strekkende tot medewerking aan de levering met betaling van de koopprijs als niet of althans onvoldoende weersproken worden toegewezen.
4.2. Een dwangsom is bedoeld als prikkel tot nakoming. Op grond van de door [gedaagden] aangevoerde en door [eiser] niet of onvoldoende weersproken -financiële- omstandigheden is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat [gedaagden] ondanks een veroordeling daartoe niet zal kunnen voldoen aan de afname van het verkochte. Nu duidelijk is dat de dwangsom in dit geval geen doel zal treffen, zal de vordering voor zover daarop betrekking hebbende worden afgewezen.
Omdat de wet het opleggen van een dwangsom niet toestaat in geval van veroordeling tot betaling van een geldsom, in dit geval de koopprijs, zal ook de daarop betrekking hebbende vordering worden afgewezen.
4.3. Naast nakoming vordert [eiser] in kort geding de boete van artikel 13 lid 3 van de koopovereenkomst (10% van de koopsom), die verschuldigd is in geval van het niet (tijdig) voldoen aan de verplichting tot medewerking aan de levering en de voldoening van de koopprijs. Het door [gedaagden] ter zitting aangevoerde verweer strekt tot matiging van deze boete. Kern van het verweer van [gedaagden] is dat er door [eiser] nog geen schade zou zijn geleden. Dit verweer zal worden gepasseerd. Uit het litigieuze artikel blijkt duidelijk dat de boete verschuldigd is als sanctie op niet leveren of niet betalen, een punitief karakter heeft en aldus om die reden is geabstraheerd van daadwerkelijk geleden schade. Het besef hiervan moet ook [gedaagden] duidelijk zijn. Dit te meer daar, zo is ter zitting gebleken, de koopovereenkomst opgesteld is door [gedaagden], die zich als professional beweegt op de vastgoedmarkt en doel en strekking van het artikel zelf zo klemmend geredigeerd heeft.
4.4. Tegen de gevordere wettelijke rente, vanaf datum verzuim, is geen verweer gevoerd en deze zal dus worden toegewezen.
4.5. [gedaagden] zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit kort geding.
5. De beslissing.
De voorzieningenrechter:
5.1. veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des de één presterende de andere van de verbintenis -eveneens- bevrijdt, om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan het hen notarieel geleverd krijgen van de onroerende zaak bestaande uit een berging/stalling (garage/schuur) staande en gelegen aan de [adres] te Middelburg kadastraal bekend gemeente Middelburg sectie [sectienummer] en 1/8 aandeel in een mandelig perceel grond bestemd tot uitweg van en naar de [straat] kadastraal bekend gemeente Middelburg, sectie [sectienummer], ten overstaan van één van de notarissen verbonden aan het notariskantoor Sauer & Oonk te Vlissingen, kantoorhoudende aan de Badhuisstraat nr. 181, dan wel bij hun absentie, een plaatsvervanger, zulks onder gelijktijdige betaling van de koopprijs door gedaagden aan eiser ad € 107.500,-- en volgens de condities en -overige- bepalingen opgenomen in de koopakte tussen gedaagden en eiser van 12 januari 2007;
5.2. veroordeelt gedaagden om aan eiser te betalen een bedrag van € 10.750,--;
5.3. veroordeelt gedaagden tot het betalen van de wettelijke rente over de onder 5.1.
en 5.2. genoemde bedragen vanaf 13 januari 2008 tot de dag van volledige betaling;
5.4. veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 251,-- wegens vast recht, € 1.054,-- wegens salaris procureur en
€ 90,69 wegens dagvaardingskosten;
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2008.?