ECLI:NL:RBMID:2008:BD5887
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag van een ambtenaar in de politieregio Zeeland na beschuldigingen van plichtsverzuim
In deze zaak heeft de Rechtbank Middelburg geoordeeld over het beroep van eiser, een ambtenaar van de politieregio Zeeland, tegen een disciplinaire straf die hem was opgelegd wegens plichtsverzuim. Eiser was op 2 juli 2007 ontslagen met onmiddellijke ingang, nadat verweerder had geconcludeerd dat eiser een getuigenverklaring had vervalst. Eiser had in augustus 2006 een getuige gehoord in een kinderzaak, maar had de verklaring niet correct afgehandeld. De kinderrechter had de verklaring buiten beschouwing gelaten omdat deze was geknoeid. Eiser ontkende verantwoordelijk te zijn voor de vervalsing en voerde aan dat hij de verklaring slechts had aangepast en deze niet meer had laten ondertekenen door de getuige, omdat hij met ouderschapsverlof ging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat eiser de vervalste verklaring had opgemaakt. De verklaringen van eiser en zijn collega waren tegenstrijdig, maar de rechtbank oordeelde dat de aannames van verweerder niet konden worden onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de vervalsing en dat de disciplinaire maatregel niet gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 644,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat de korpsbeheerder van politieregio Zeeland het griffierecht van € 143,- aan eiser moet vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij disciplinaire procedures en de noodzaak van voldoende bewijs voor beschuldigingen van plichtsverzuim.