ECLI:NL:RBMID:2008:BF9962
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. de Regt
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en vrijwaring in geschil over onroerende zaak met verborgen gebreken
In deze zaak heeft eiser in de hoofdzaak, wonende te Hoek, een onroerende zaak gekocht van gedaagde in de hoofdzaak, die tevens eiser is in de vrijwaring, voor een bedrag van € 45.000,00. De koopovereenkomst, ondertekend op 10 maart 2007, bevat bepalingen over de staat van de onroerende zaak en de verantwoordelijkheden van de verkoper. Eiser stelt dat de woning gebreken vertoonde, waaronder een lekkend dak en ondeugdelijk aangebrachte plafondplaten, en vordert een schadevergoeding van € 11.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gedaagde voert verweer en stelt dat hij niet in gebreke is gesteld en dat de gebreken niet aan hem kenbaar waren.
De rechtbank oordeelt dat de vordering van eiser moet worden afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de bepalingen in de koopovereenkomst, met name de artikelen 5 en 10, niet inhouden dat gedaagde aansprakelijk is voor de verborgen gebreken zonder dat eiser hem eerst in gebreke heeft gesteld. De rechtbank concludeert dat eiser niet heeft voldaan aan de vereisten voor ingebrekestelling en dat de vordering om die reden niet kan worden toegewezen. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.
In de vrijwaringzaak, waarin gedaagde in de hoofdzaak vordert dat gedaagde in de vrijwaring wordt veroordeeld tot betaling van de kosten die voortvloeien uit de hoofdzaak, wordt dezelfde conclusie getrokken. Aangezien de vordering in de hoofdzaak is afgewezen, wordt ook de vordering in de vrijwaring afgewezen. De rechtbank legt de proceskosten op aan eiser in de hoofdzaak en gedaagde in de vrijwaring.