ECLI:NL:RBMID:2008:BG4160

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
3 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-700127-08
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Lameijer
  • A. de Jager
  • J. Kuypers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van buitenboordmotoren door twee of meer verenigde personen met braak

Op 3 september 2008 heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal door twee of meer verenigde personen van buitenboordmotoren, gepleegd door middel van braak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, in de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008, meerdere diefstallen heeft gepleegd in jachthavens in de regio Goes. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het wegnemen van verschillende buitenboordmotoren en andere goederen, waarbij hij en zijn mededaders zich toegang tot de plaatsen van de misdrijven hebben verschaft door middel van braak. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft verschillende vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waaronder schadevergoeding voor de gestolen goederen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de proceshouding van de verdachte, die blijk gaf van oprecht berouw en openheid van zaken heeft gegeven. De rechtbank heeft de vorderingen van enkele benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers, die niet alleen materiële schade hebben geleden, maar ook emotionele gevolgen hebben ervaren door de diefstallen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
parketnummer(s): 12-700127-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 3 september 2008
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1981 te geboorteplaats],
thans gedetineerd in p.i. Zuid West Huis van Bewaring Torentijd, Torentijdweg 1 te Middelburg,
raadsman mr. Van Hevele, advocaat te Oostburg.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is, op tegenspraak, inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 augustus 2008, waarbij de officier van justitie, mr. Smeenk, en de verdediging hun standpunten hebben kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging luidt als volgt:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks na te noemen
datum/data/periode te Wolphaartsdijk, gemeente Goes, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit de jachthaven van Wolphaartsdijk heeft
weggenomen
a) in of omstreeks de nacht van 4 op 5 mei 2008 een motorcruiser (merk Kanic
blue) en/of en buitenboordmotor (merk Suzuki, model DF 140 TL) en/of een
afstandsbediening voor die buitenboordmotor en/of een autoradio met
cd-speler (merk Pioneer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(aangifte p.v.: blz.133 t/m 137)
en/of
b) in of omstreeks de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4), in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] in elk geval aan een ander of
anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(aangifte p.v.: blz. 104 t/m 107)
en/of
c) in of omstreeks de periode van 28 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F8 CMHL), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s)
(aangifte p.v.: blz. 109 t/m 113)
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot
de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak en/of verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 1 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
[mededader 1] en/of [mededader 2] op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks
na te noemen datum/data/periode te Wolphaartsdijk, gemeente Goes, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de jachthaven van
Wolphaartsdijk heeft weggenomen
a) in of omstreeks de nacht van 4 op 5 mei 2008 een motorcruiser (merk Kanic
blue) en/of en buitenboordmotor (merk Suzuki, model DF 140 TL) en/of een
afstandsbediening voor die buitenboordmotor en/of een autoradio met
cd-speler (merk Pioneer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
die [mededader 1] en/of die [mededader 2] en/of zijn/hun mededader(s) en/of aan hem,
verdachte,
(aangifte p.v.: blz.133 t/m 137)
en/of
b) in of omstreeks de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4), in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] in elk geval aan een ander of
anderen dan aan die [mededader 1] en/of die [mededader 2] en/of zijn/hun mededader(s)
en/of aan hem, verdachte,
(aangifte p.v.: blz. 104 t/m 107)
en/of
c) in of omstreeks de periode van 28 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F8 CMHL), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan die [mededader 1] en/of die [mededader 2] en/of zijn/hun
mededader(s) en/of aan hem, verdachte,
(aangifte p.v.: blz. 109 t/m 113)
waarbij die [mededader 1] en/of die [mededader 2] en/of zijn/hun
mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen te
Wolphaartsdijk, gemeente Goes, en/of elders in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of (telkens)
opzettelijk behulpzaam is geweest door die [mededader 1] en/of die [mededader 2] en/of
diens/hun mededader(s) (telkens) opzettelijk in een auto naar de plaats van
die/dat misdrijf/ven te vervoeren en/of (telkens) opzettelijk de weg te wijzen
naar de plaats van die/dat misdrijf/ven en/of aldaar (telkens) opzettelijk op
die [mededader 1] en/of die [mededader 2] en/of diens/hun mededader(s) te wachten
teneinde hen (met de buit) naar elders te vervoeren;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 mei 2008, in elk geval in of
omstreeks de periode van 3 mei 2008 tot en met 5 mei 2008, te Wolphaartsdijk,
gemeente Goes, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van
Wolphaartsdijk heeft weggenomen een boot (voorzien van registratienummer
34-00-YL), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking;
(aangifte p.v.: blz. 257 t/m 259)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 2 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 mei 2008, in elk geval in of
omstreeks de periode van 3 mei 2008 tot en met 5 mei 2008, te Wolphaartsdijk,
gemeente Goes, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van Wolphaartsdijk
heeft weggenomen een boot (voorzien van registratienummer 34-00-YL) in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en
zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van braak en/of verbreking,
met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen een of meer touw(en)
(waarmee die boot aan de wal was vastgemaakt) heeft verwijderd, in elk geval
los gemaakt en/of een eind met die boot is/zijn weggevaren, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(aangifte p.v.: blz. 257 t/m 259)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de nacht van 1 op 2 mei 2008 te Ouddorp, gemeente
Goedereede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op een
terrein van Marina Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk
Yamaha, type F60cet1), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te
nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz.279 t/m 284)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 3 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
[mededader 1] en/of [medeverdachte 3] in of omstreeks de nacht van 1 op 2 mei 2008 te
Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met elkaar, althans een
van hen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op
een terrein van Marina Port Zeelande heeft/hebben weggenomen een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F60cet1), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3], waarbij die [mededader 1]
en/of die [medeverdachte 3] zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen te Ouddorp,
gemeente Goedereede, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] opzettelijk in een auto naar de
plaats van dat misdrijf te vervoeren en/of aldaar opzettelijk op die [mededader 1]
en/of die [medeverdachte 3] te wachten teneinde hen (met de buit) naar elders te vervoeren
en/of op de plaats van dat misdrijf opzettelijk op de uitkijk te staan;
(aangifte p.v.: blz. 279 t/m 284)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Stavenisse, gemeente Tholen, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een kajuitzeilboot, liggende in de haven, heeft weggenomen een
benzinetank met benzine en/of een jerrycan met benzine, in elk geval een
hoeveelheid benzine, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
(aangifte p.v.: blz. 242 t/m 251)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de nacht van 16 op 17 april 2008 te Kats, gemeente
Noord-Beveland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
kajuitzeiljacht, liggende in de Veerhaven heeft weggenomen een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4 AMHL), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz. 98 t/m 102)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 5 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
[mededader 1] en/of [medeverdachte 3] in of omstreeks de nacht van 16 op 17 april 2008
te Kats , gemeente Noord-Beveland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een kajuitzeiljacht, liggende in de Veerhaven heeft/hebben weggenomen
een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4 AMHL), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of
zijn/hun mededader(s),
waarbij die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn/hun mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg
te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen te Kats,
gemeente Noord-Beveland, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of een of meer van zijn/hun
mededader(s) opzettelijk in een auto naar de plaats van dat misdrijf te
vervoeren en/of aldaar opzettelijk op die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of
zijn/hun mededader(s) te wachten teneinde hen (met de buit) naar elders te
vervoeren en/of op de plaats van dat misdrijf opzettelijk op de uitkijk te
staan;
(aangifte p.v.: blz. 98 t/m 102)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 30 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een haven van Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk
Honda, type 2PK 4 stroke), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s)
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz.286 t/m 289)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 6 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
[mededader 1] en/of [medeverdachte 3] in of omstreeks de periode van 30 maart 2008
tot en met 5 mei 2008 te Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in
vereniging met elkaar, althans een van hen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van Port Zeelande heeft/hebben
weggenomen een buitenboordmotor (merk Honda, type 2PK 4 stroke), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3],
waarbij die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen te Ouddorp,
gemeente Goedereede, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door die [mededader 1] en/of die [medeverdachte 3] opzettelijk in een auto naar de
plaats van dat misdrijf te vervoeren en/of aldaar opzettelijk op die [mededader 1]
en/of die [medeverdachte 3] te wachten teneinde hen (met de buit) naar elders te vervoeren
en/of op de plaats van dat misdrijf opzettelijk op de uitkijk te staan;
(aangifte p.v.: blz. 286 t/m 289)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2008 tot en met 4 april 2008 te
Yerseke, gemeente Reimerswaal, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een motorboot, liggende in de Prinses Beatrixhaven heeft weggenomen een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F40 BETL), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
(aangifte p.v.: blz. 82 t/m 85)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 7 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
[mededader 1] in of omstreeks de periode van 27 maart 2008 tot en met 4
april 2008 te Yerseke, gemeente Reimerswaal, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening in/uit een motorboot, liggende in de Prinses Beatrixhaven
heeft/hebben weggenomen een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F40 BETL), in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of die [mededader 1] en/of
zijn mededader(s),
waarbij die [mededader 1] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren)
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen te Yerseke,
gemeente Reimerswaal, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door die [mededader 1] en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk
in een auto naar de plaats van dat misdrijf te vervoeren en/of aldaar
opzettelijk op die [mededader 1] en/of zijn mededader(s) te wachten teneinde hen
(met de buit) naar elders te vervoeren en/of op de plaats van dat misdrijf
opzettelijk op de uitkijk te staan;
(aangifte p.v.: blz. 82 t/m 85)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Scharendijke, gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen in/uit een zeilboot, gelegen in de haven, een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F8 CMHL), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
(aangifte p.v.: blz. 264 t/m 269)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
en voor zover terzake het onder 8 telastgelegde een veroordeling niet mocht
kunnen volgen, terzake dat
[medeverdachte 3] in of omstreeks periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Scharendijke, gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen in/uit een zeilboot, gelegen in de haven, een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F8 CMHL), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan die [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of aan hem, verdachte,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks periode
van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te Scharendijke, gemeente
Schouwen-Duiveland, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid,
middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is
geweest door die [medeverdachte 3] en/of een of meer van zijn mededader(s) opzettelijk in
een auto naar de plaats van dat misdrijf te vervoeren en/of aldaar opzettelijk
op die [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) te wachten teneinde hen (met de buit)
naar elders te vervoeren;
(aangifte p.v.: blz. 264 t/m 269)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
9.
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 in de
gemeente(n) Goes en/of Noord-Beveland en/of Reimerswaal en/of Tholen en/of
Schouwen-Duiveland en/of Goedereede en/of Dirksland, in elk geval in de/het
arrondissement(en) Middelburg en/of Rotterdam, althans (elders) in Nederland
en/of in België (te Antwerpen), heeft deelgenomen aan een organisatie, te
weten een samenwerkingsverband van hem, verdachte, met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of
meer andere (onbekend gebleven) perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van misdrijven, namelijk diefstallen van buitenboordmotoren
en/of (andere) goederen op of vanaf vaartuigen, dit in vereniging doormiddel
van braak, verbreking en/of inklimming en/of de heling van die
buitenboordmotoren en/of (andere) goederen;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht.
4.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de –kort gezegd- diefstal in vereniging van een groot aantal buitenboordmotoren door middel van braak, een poging tot diefstal in vereniging en deelnemen aan een criminele organisatie. Zij baseert zich daarbij op de diverse aangiftes, de bekennende verklaring van verdachte en de processen-verbaal van bevindingen.
4.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte voert aan dat verdachte van het onder 2 primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken, nu de verdachte en zijn mededaders niet in de gelegenheid zijn geweest de tenlastegelegde motorboot weg te nemen, doordat zij op heterdaad betrapt zijn. Zij hebben deze boot enkel verplaatst.
Het onder 2 subsidiair tenlastegelegde kan bewezen worden verklaard in die zin dat verdachte en zijn mededaders slechts het oogmerk hadden op het wegnemen van de op de boot aanwezige buitenboordmotor en niet op de boot zelf. Verdachte dient van dat deel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
De raadsman van verdachte voert aan dat verdachte, ten aanzien van het onder feit 5 tenlastegelegde, enkel behulpzaam is geweest bij het plegen van het feit door personen naar de plaats van het misdrijf te vervoeren. Verdachte had geen andere betrokkenheid, zodat slechts sprake kan zijn van medeplichtigheid aan een diefstal. Hieruit volgt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 5 primair tenlastegelegde.
De raadsman van verdachte stelt verder dat, ten aanzien van het onder feit 8 primair ten laste gelegde, niet duidelijk is wat het aandeel van verdachte is geweest, zodat van medeplegen van diefstal geen sprake kan zijn. Verdachte dient van het primair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
4.4 De bewijsoverwegingen
De rechtbank is van oordeel dat het onder feit 2 primair tenlastegelegde niet bewezen kan worden verklaard, aangezien niet bewezen is dat het oogmerk was gericht op de wegneming van de boot, terwijl voor zover het de buitenboordmotor betreft de diefstal niet is voltooid. Ten aanzien van het onder feit 2 subsidiair tenlastegelegde, de poging tot diefstal, zal verdachte worden vrijgesproken voor zover de tenlastelegging betrekking heeft op de boot nu er niet bewezen is dat het oogmerk tot wegneming daarop gericht was. Wel is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn mededaders een poging hebben gedaan om enig goed, zijnde een buitenboordmotor, weg te nemen, hetgeen kennelijk hun doel was, zodat ter zake poging tot diefstal in vereniging bewezen kan worden verklaard.
Verdachte heeft zich, als onderdeel van een groep, in een periode van ongeveer twee maanden, schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging van een groot aantal buitenboordmotoren, een poging tot diefstal in vereniging en een aantal hoeveelheden benzine.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij als chauffeur van personen een duidelijke rol had bij het plegen van de strafbare feiten. Verdachte heeft ook verklaard dat hij tevoren op de hoogte was van hetgeen zou gaan gebeuren, namelijk het wegnemen van buitenboordmotoren uit diverse jachthavens.
Op grond van deze verklaringen van verdachte is de rechtbank dan ook van oordeel dat, ten aanzien van de feiten 5 en 8, er sprake is geweest van medeplegen van de diefstallen van de buitenboordmotoren.
4.5 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat
1.
hij op tijdstippen in na te noemen
periode te Wolphaartsdijk, gemeente Goes, tezamen en in vereniging
met anderen, telkens met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit de jachthaven van Wolphaartsdijk heeft
weggenomen
a) in de nacht van 4 op 5 mei 2008 een buitenboordmotor (merk Suzuki, model DF 140 TL) en/of een
afstandsbediening voor die buitenboordmotor en/of een autoradio met
cd-speler (merk Pioneer), toebehorende aan [slachtoffer 1],
en
b) in de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4), toebehorende aan [slachtoffer 2]
en
c) in de periode van 28 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een
buitenboordmotor (merk Yamaha, type F8 CMHL),
toebehorende aan [slachtoffer 3],
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich (telkens) de weg te nemen
goederen telkens onder hun bereik hebben gebracht door middel
van braak;
2.
hij in de nacht van 4 op 5 mei 2008, te Wolphaartsdijk,
gemeente Goes, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met anderen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van Wolphaartsdijk
heeft weggenomen enig goed, toebehorende aan [slachtoffer 4], terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in de nacht van 1 op 2 mei 2008 te Ouddorp, gemeente
Goedereede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op een
terrein van Marina Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor merk
Yamaha, type F60cet1 toebehorende
aan [slachtoffer 5], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te
nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van
braak;
4.
hij in de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Stavenisse, gemeente Tholen, tezamen en in vereniging met
anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een kajuitzeilboot, liggende in de haven, heeft weggenomen een
benzinetank met benzine en een jerrycan met benzine, toebehorende aan [slachtoffer 6],
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen
onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak ;
5.
hij in de nacht van 16 op 17 april 2008 te Kats, gemeente
Noord-Beveland, tezamen en in vereniging met of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
kajuitzeiljacht, liggende in de Veerhaven heeft weggenomen een
buitenboordmotor merk Yamaha, type F4 AMHL, toebehorende aan [slachtoffer 7],
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed
onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
6.
hij in de periode van 30 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met
anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een haven van Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor merk
Honda, type 2PK 4 stroke,
toebehorende aan [slachtoffer 8], waarbij verdachte en zijn mededader(s)
zich het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht
door middel van braak;
7.
hij in de periode van 27 maart 2008 tot en met 4 april 2008 te
Yerseke, gemeente Reimerswaal, tezamen en in vereniging met
anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een motorboot, liggende in de Prinses Beatrixhaven heeft weggenomen een
buitenboordmotor merk Yamaha, type F40 BETL, toebehorende aan [slachtoffer 9],
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich het weg te nemen goed
onder zhun bereik hebben gebracht door middel van braak;
8.
hij in de periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te
Scharendijke, gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen in/uit een zeilboot, gelegen in de haven, een
buitenboordmotor merk Yamaha, type F8 CMHL, toebehorende aan [slachtoffer 10],
9.
hij in de periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 in de
gemeente(n) Goes en Noord-Beveland en Reimerswaal en Tholen en
Schouwen-Duiveland en Goedereede en Dirksland,
en in België (te Antwerpen), heeft deelgenomen aan een organisatie, te
weten een samenwerkingsverband van hem, verdachte, met [medeverdachte 1]I en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en andere (onbekend gebleven) personen, welke organisatie tot oogmerk
had het plegen van misdrijven, namelijk diefstallen van buitenboordmotoren
en/of andere goederen op of vanaf vaartuigen, dit in vereniging doormiddel
van braak;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest en
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] –hoofdelijk- tot een bedrag van € 281,00 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 281,00, subsidiair hechtenis voor de duur van 5 dagen, met niet-ontvankelijk verklaring van die benadeelde partij in het overige van zijn vordering,
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] -hoofdelijk- tot een bedrag van € 2.444,00 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 2.444,00, subsidiair hechtenis voor de duur van 42 dagen,
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] –hoofdelijk- tot een bedrag van € 5.000,00 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedings-maatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 5.000,00, subsidiair hechtenis voor de duur van 55 dagen, met niet-ontvankelijk verklaring van die benadeelde partij in het overige van zijn vordering,
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] –hoofdelijk- tot een bedrag van € 557,80 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 557,80, subsidiair hechtenis voor de duur van 11 dagen, met niet-ontvankelijk verklaring van die benadeelde partij in het overige van zijn vordering,
-niet-ontvankelijk verklaring in zijn vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6].
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van het onder 2 primair, 5 primair en 8 primair tenlastegelegde feiten. Wel heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een aantal diefstallen in vereniging. Hij zegt door Gabriel Bucatariu te zijn gestrikt om mensen naar havens te brengen, die dan vervolgens strafbare feiten gingen plegen. Verdachte heeft een beperkt aandeel gehad in de zaken.
Nadat hij betrapt was heeft hij meteen volledig meegewerkt aan het onderzoek van de politie en zijn op zijn aanwijzing diverse buitenboordmotoren teruggevonden.
Verdachte zegt nu schoon schip te willen maken en toont oprechte spijt.
De raadsman verzoekt de rechtbank daarnaast, bij het bepalen van de strafmaat, rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij is een gevierd voetballer en wil daarmee een carrière opbouwen. Daarnaast is hij een bekend dj in Roemenië.
Verdachte is niet eerder met politie of justitie in aanraking geweest.
De raadsman van verdachte verzoekt de rechtbank om aan verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een groot aantal diefstallen in vereniging door middel van braak.
Verdachte en zijn mededaders hadden het gemunt op dure buitenboordmotoren. Deze werden weggenomen met de bedoeling om naar Roemenië te worden vervoerd en daar te worden verkocht. De opbrengst van de verkoop werd of zou worden verdeeld.
Verdachte heeft daarover openlijk, consistent en betrouwbaar verklaard. Hij heeft verklaard een rol als chauffeur te hebben vervuld. Hij heeft volledig meegewerkt aan het onderzoek van de politie. Verdachte heeft daarbij duidelijk aan de politie aangegeven waar, wanneer en welke goederen zijn weggenomen. Daarnaast heeft verdachte de plaatsen aangewezen waar goederen eerst waren of werden verborgen alvorens ze mee te nemen voor vervoer naar Roemenië.
De verklaringen van verdachte worden gestaafd door de verklaringen van -onder andere- medeverdachte [mededader 2].
Verdachte maakte deel uit van een organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven. Verdachte geeft aan dat deze organisatie opereerde in wisselende samenstellingen.
Verdachte wist vanaf het begin wat het doel van de groep was, omdat er een duidelijke rolverdeling binnen de groep was, de deelnemende personen kwamen bijeen in een woning aan de [adres] en gingen van daaruit op weg, kennelijk om strafbare feiten te plegen.
De organisatie opereerde vanuit deze woning welke in gebruik was bij [mededader 1]. De rechtbank is van oordeel dat er enige hiërarchie bestond binnen de organisatie. Zo regelde [mededader 1] de diefstallen, zocht adressen op, maakte valse facturen, deed de administratie en gaf onderdak aan een aantal van zijn mededaders. [mededader 1] en Lupau ronselden mensen in Roemenië om voor hen of samen met hen, diefstallen te plegen.
Het spreekt voor zich dat de door de bewezenverklaarde feiten ontstane materiële schade groot is geweest. Niet alleen werden buitenboordmotoren weggenomen, maar daarbij werden de boten, waar deze buitenboordmotoren van afgehaald werden, vaak ook beschadigd. Dit heeft voor de slachtoffers tot gevolg gehad dat zij van deze feiten veel ergernis en ongemak hebben ondervonden.
Gezien verdachtes proceshouding waarin hij ruimhartig openheid van zaken heeft gegeven, waarbij hij zichzelf niet heeft gespaard, heeft de rechtbank de indruk dat bij verdachte sprake is van oprecht berouw. Verdachte heeft in zijn laatste woord opgemerkt dat dit een goede levensles voor hem is geweest.
De eis van de officier van justitie is in het licht van hetgeen voor soortgelijke feiten wordt opgelegd alleszins te begrijpen. Het zijn slechts de bovengenoemde bijzondere, in de persoon van verdachte gelegen omstandigheden, die de rechtbank heeft doen besluiten hiervan in substantiële zin ten gunste van verdachte af te wijken. Enerzijds laat de rechtbank daarbij meewegen dat verdachte weliswaar een aanzienlijke rol heeft gespeeld in de criminele organisatie, anderzijds dat verdachte al vanaf het begin openheid van zaken heeft gegeven.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit, een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden op zijn plaats is, met aftrek van voorarrest.
6.4 Het ad informandum gevoegde
De rechtbank heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met de volgende door verdachte bekende en ad informandum op de dagvaarding vermelde strafbare feiten:
-700127-08 in de nacht van 26 op 27 april 2008, Herkingen, gem. Dirksland, diefstal in/uit in ver. dmv braak van buitenboordmotor. Aangifte p.v. 271-275
-700127-08 17 april 2008, Stellendam, gem., Goedereede, Diefstal in ver. dmv braak van buitenboordmotor, Aangifte p.v. blz. 291-297
-700127-08 periode van 30 maart 2008 t/m/ 12 april 2008, Scharendijke, Gem. Schouwen-Duiveland, Medeplichtigheid aan diefstal van buitenboordmotor. Aangifte p.v. blz. 87 t/m 92.
7 De benadeelde partijen.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 866,23 terzake van feit 1a.
De raadsman van verdachte heeft deze vordering betwist, in die zin dat de vordering slechts tot een bedrag van € 125,00, zijnde de inbouwkosten van de radio/cd-speler, kan worden toegewezen. Voor wat betreft de kosten voor het liggeld van de boot, is de raadsman van mening dat deze kosten evenwel toch betaald moeten worden, ongeacht of de buitenboordmotor op of aan de boot aanwezig is. De overige posten zijn onvoldoende onderbouwd.
De rechtbank is van oordeel dat de schade althans ten dele een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering –hoofdelijk- zal worden toegewezen tot een bedrag van € 125,00, zijnde de kosten voor het terug inbouwen van de radio.
Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 2.444,00 terzake van feit 2.
De raadsman van verdachte betwist deze vordering. De vordering is slechts gebaseerd op een offerte, zodat niet vastgesteld kan worden of de reparaties ook daadwerkelijk zijn verricht. Het gaat in deze om een aanzienlijke vordering. Deze vordering is niet voldoende onderbouwd of gespecificeerd, zodat de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering –hoofdelijk- zal worden toegewezen, in die zin dat de vordering, nu deze gebaseerd is op een offerte, naar redelijkheid en billijkheid, zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.000,00 als voorschot.
Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft een zogenaamd voegingsformulier benadeelde partij ingediend ter zake van feit 3. De benadeelde partij heeft echter in zijn voegingsformulier geen schadebedrag aangegeven, zodat deze benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering.
De benadeelde partij [slachtoffer 6] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 500,00 terzake van feit 4.
De raadsman van verdachte heeft deze vordering betwist, in die zin dat de vordering slechts tot een bedrag van € 60,77 en € 17,50, zijnde de kosten voor de benzinetank en de jerrycan, kan worden toegewezen. De overige posten zijn onduidelijk of onvoldoende onderbouwd zodat de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering –hoofdelijk- zal worden toegewezen tot een bedrag van € 78,27, zijnde de kosten voor de benzinetank en de jerrycan.
Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 9] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 5200,00 terzake van feit 7.
De raadsman van verdachte heeft deze vordering betwist. De vordering is niet gespecificeerd. Niet is vast te stellen wie de factuur heeft opgemaakt. Evenmin is vast te stellen wat de waarde van de buitenboordmotor is geweest. De gevorderde telefoonkosten zijn onduidelijk en niet gespecificeerd. De benadeelde partij dient niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade.
Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering –hoofdelijk- zal worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000,00, zijnde de kosten voor vervanging van de buitenboordmotor.
Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 10] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 3.367,80 terzake van feit 8.
De raadsman van verdachte heeft deze vordering betwist. De factuur ziet op de aanschaf van een buitenboordmotor ter waarde van € 2.000,00, terwijl de benadeelde partij een bedrag van € 2.310,00 claimt. De vordering kan slechts worden toegewezen voor een bedrag dat de tegenwaarde is van de gestolen buitenboordmotor. Nu deze waarde niet vast te stellen is, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering. De raadsman van verdachte voert tevens aan dat de overige kosten en de kosten voor immateriële schade niet zijn onderbouwd, zodat de benadeelde partij ook voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering onduidelijk en onvoldoende onderbouwd is. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
De benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft een zogenaamd voegingsformulier benadeelde partij ingediend. De benadeelde partij heeft echter in zijn voegingsformulier geen schadebedrag aangegeven. Daar komt nog bij dat het feit waarop dit voegingsformulier betrekking zou hebben niet aan verdachte is ten laste gelegd, zodat deze benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 57, 140, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 2 primair tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.5 is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten opleveren:
1. primair: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd,
2. subsidiair: Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen,
3. primair: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
4. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
5. primair: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
6. primair: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
7. primair: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
8. primair: Diefstal door twee of meer verenigde personen,
9. Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 16 (zestien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van de som van
€ 125,00, te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil; Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], een bedrag van € 125,00 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt de verdachte bij wijze van voorschot tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van de som van € 1.000,00, te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil; Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], een bedrag van € 1.000,00 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] niet-ontvankelijk is in zijn vordering;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van de som van
€ 78,27, te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6], een bedrag van € 78,27 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 9] van de som van
€ 5.000,00, te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil; Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9], een bedrag van € 5.000,00 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 55 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer mededaders is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 9] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 10] niet-ontvankelijk is in zijn vordering;
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 10] niet-ontvankelijk is in zijn vordering;
Dit vonnis is gewezen door mr. Lameijer, voorzitter, mr. De Jager en Kuypers, rechters, in tegenwoordigheid van Polderdijk, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 3 september 2008.