ECLI:NL:RBMID:2008:BG4785
Rechtbank Middelburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Meeuwis
- A. Hopmans
- J. Schröder
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor wederrechtelijke vrijheidsberoving, belaging en aanranding
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Middelburg op 19 november 2008 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving, belaging, feitelijke aanranding van de eerbaarheid en schennis van de eerbaarheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 27 september 2006 de aangeefster, M.C. Corbijn, opzettelijk heeft beroofd van haar vrijheid door haar koffie te geven met daarin het slaapmiddel Dormicum, waardoor zij in slaap viel. Dit feit werd als wederrechtelijke vrijheidsberoving gekwalificeerd, omdat de aangeefster in een staat van onmacht werd gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van E. Goudt, door haar in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 11 november 2007 stelselmatig te achtervolgen met zijn auto, wat haar angst en vrees aanjoeg. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte op 10 juli 2007 E.K. Turon heeft gedwongen tot het dulden van een ontuchtige handeling, waarbij hij zich naakt voor haar heeft vertoond en haar heeft vastgehouden. Tot slot heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte op 9 juni 2005 zich op een openbare plaats heeft gemasturbeerd, wat als schennis van de eerbaarheid werd gekwalificeerd.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd, gezien de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet werd vervolgd voor het feit waaruit de schade voortvloeide.