ECLI:NL:RBMID:2008:BG4913

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
15 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
64454/KG ZA 08-172
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.C. de Regt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het rooien en snoeien van bomen en heesters nabij erfafscheiding

In deze zaak vorderde eiseres, eigenaar van een perceel te Westdorpe, dat gedaagde, eigenaar van het naastgelegen perceel, bomen en heesters zou rooien en snoeien die zich te dicht bij de erfafscheiding bevonden. Eiseres stelde hinder te ondervinden van overmatige bladval, onthouding van licht en uitzicht, en overhangende takken. Gedaagde voerde verweer en betwistte het spoedeisend belang van eiseres, stellende dat de bomen en heesters zich niet binnen de verboden zone van artikel 5:42 BW bevonden en regelmatig gesnoeid werden. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres onvoldoende feiten had aangevoerd om aan te tonen dat er sprake was van een onrechtmatige situatie. De rechter concludeerde dat de vorderingen van eiseres niet konden worden toegewezen, omdat niet vaststond dat de bomen en heesters zich op een kleinere afstand dan wettelijk toegestaan bevonden. Eiseres werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op EUR 1.493,44 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 15 oktober 2008 door mr. M.C. de Regt.

Uitspraak

Uitspraak
vonnis
RECHTBANK MIDDELBURG
64464 / KG ZA 08-172
Sector civiel recht,
voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: 64464 / KG ZA 08-172
Vonnis van 15 oktober 2008
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Westdorpe,
eiseres,
advocaat mr. J. de Bliek,
tegen
[gedaagde]
wonende te Westdorpe,
gedaagde,
gemachtigde: mr. K. Colakoglu
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding
de fax d.d. 7 oktober 2008 met producties van mr. Colakoglu
de pleitnota zijdens [gedaagde], overgelegd ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 8 oktober 2008.
De feiten
[eiseres] is eigenaar van het perceel aan de [adres] te Westdorpe, gemeente Terneuzen, waarop een woning staat die door haar wordt bewoond. De woning bevindt zich deels op en deels zeer nabij de scheiding tussen het perceel van [eiseres] en het naastgelegen perceel dat eigendom is van [gedaagde].
Het perceel van [gedaagde] is (deels) beplant met heesters en bomen, welke zich nabij de erfafscheiding tussen de percelen bevinden.
Het geschil
[eiseres] vordert, kort samengevat, gedaagde te veroordelen primair tot het rooien van bomen en heesters op haar erf voor zover deze zich bevinden binnen een afstand van respectievelijk 3 meter en 50 centimeter te rekenen van de erfafscheiding en tot het op het op haar kosten laten snoeien van de heesters tot een hoogte van 1 meter binnen een afstand van 50 centimeter en 2 meter te rekenen vanaf de erfafscheiding, subsidiair tot het rooien van bomen die zich binnen een afstand van 2 meter te rekenen vanaf de erfafscheiding bevinden, het laten snoeien van bomen die zich tussen 2 en 3 meter van de erfafscheiding bevinden en het rooien van heesters voor zover die zich binnen een afstand van 50 centimeter te rekenen vanaf de erfafscheiding bevinden op straffe van een dwangsom. Zij stelt daartoe dat zij hinder ondervindt van de bomen en struiken op het perceel van Corvriendt in de vorm van overmatige bladval, onthouding van licht en uitzicht en overhangende takken. Zij verwijst daarbij naar de door haar overgelegde foto’s.
[gedaagde]t voert verweer. Zij betwist het spoedeisend belang van [eiseres] bij het gevorderde en stelt dat er geen sprake is van een onrechtmatige toestand aangezien de bomen noch de struiken zich binnen de verboden zone van artikel 5:42 BW bevinden en deze regelmatig gesnoeid worden. [gedaagde]t betwist voorts dat de aanwezigheid van bomen en struiken buiten de verboden zone een onrechtmatige toestand oplevert, nu zij niet onredelijk of onrechtmatig hoog zijn.
De beoordeling
Ten aanzien van het spoedeisend belang overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Uit de stellingen van partijen volgt dat het onderhavige geschil tussen hen al speelt sinds 2002. Door [eiseres] zijn, tegenover de gemotiveerde betwisting van het spoedeisend belang door [gedaagde]t, onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat thans een onmiddellijke voorziening noodzakelijk is. Daarbij komt dat gelet op de door beide partijen overgelegde foto’s en hetgeen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is aangevoerd, voorshands niet voldoende vast staat dat de bomen en struiken op het perceel van [gedaagde]t zich op een kleinere afstand dan de ingevolge artikel 5:42 BW toegestane 2 meter respectievelijk 50 centimeter vanaf de erfgrens bevinden. Op die grond kan dus niet worden geconcludeerd dat sprake is van een onrechtmatige situatie. [eiseres] heeft voorts onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd om vooralsnog te kunnen concluderen dat de betreffende bomen en heesters haar desondanks dusdanige hinder bezorgen dat deze onmiddellijk gerooid dan wel gesnoeid dienen te worden.
Gelet op het vorenstaande zullen de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- explootkosten EUR 85,44
- vast recht 254,00
- salaris procureur 1.054,00
Totaal EUR 1.393,44
De beslissing
De rechtbank
wijst de vorderingen af,
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op EUR 1.493,44.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2008