ECLI:NL:RBMID:2009:BH3763

Rechtbank Middelburg

Datum uitspraak
23 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-715267-08
Instantie
Rechtbank Middelburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Ente
  • W. Woltring
  • A. Schröder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van buitenboordmotoren door een criminele organisatie

Op 23 februari 2009 heeft de Rechtbank Middelburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal door twee of meer verenigde personen van een groot aantal buitenboordmotoren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij een reeks diefstallen van buitenboordmotoren en andere goederen uit jachthavens in de regio. De diefstallen vonden plaats in de periode van maart tot en met mei 2008, waarbij de verdachte een centrale rol speelde in de organisatie die deze misdrijven pleegde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was, omdat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een aantal andere tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij het oogmerk had op de diefstal van een specifieke boot. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld en een aantal vorderingen toegewezen, terwijl andere partijen niet-ontvankelijk werden verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de rol van de verdachte binnen de criminele organisatie.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG
Sector strafrecht
parketnummer: 12-715267-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 februari 2009
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1980],
wonende te [adres],
gedetineerd in P.I. Noordsingel te Rotterdam, Noordsingel 115.
Raadsman mr. R.E. Drenth, advocaat te Breda.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 februari 2009, waarbij de officier van justitie, mr. G.V. van der Hofstede, en de verdediging hun standpunten hebben kenbaar gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging houdt in dat verdachte ervan wordt verdachte dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks na te noemen datum/data/periode te Wolphaartsdijk, gemeente Goes, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de jachthaven van Wolphaartsdijk heeft weggenomen
a) in of omstreeks de nacht van 4 op 5 mei 2008 een motorcruiser (merk Kanic blue) en/of en buitenboordmotor (merk Suzuki, model DF 140 TL) en/of een afstandsbediening voor die buitenboordmotor en/of een autoradio met cd-speler (merk Pioneer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(aangifte p.v.: blz.133 t/m 137)
en/of
b) in of omstreeks de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s)
(aangifte p.v.: blz. 104 t/m 107)
en/of
c) in of omstreeks de periode van 28 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F8 CMHL), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s)
(aangifte p.v.: blz. 109 t/m 113)
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de nacht van 4 op 5 mei 2008, in elk geval in of omstreeks de periode van 3 mei 2008 tot en met 5 mei 2008, te Wolphaartsdijk, gemeente Goes, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van Wolphaartsdijk heeft weggenomen een boot (voorzien van registratienummer 34-00-YL), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(aangifte p.v.: blz. 257 t/m 259)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrechtart 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de nacht van 1 op 2 mei 2008 te Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op een terrein van Marina Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F60cet1), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz.279 t/m 284)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 te Stavenisse, gemeente Tholen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kajuitzeilboot, liggende in de haven, heeft weggenomen een benzinetank met benzine en/of een jerrycan met benzine, in elk geval een hoeveelheid benzine, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(aangifte p.v.: blz. 242 t/m 251)art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
5.
hij in of omstreeks de nacht van 16 op 17 april 2008 te Kats, gemeente Noord-Beveland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kajuitzeiljacht, liggende in de Veerhaven heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4 AMHL), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz. 98 t/m 102)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
6.
hij in of omstreeks de periode van 30 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk Honda, type 2PK 4 stroke), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/ofde/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz.286 t/m 289)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
7.
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2008 tot en met 4 april 2008 te Yerseke, gemeente Reimerswaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een motorboot, liggende in de Prinses Beatrixhaven heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F40 BETL), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(aangifte p.v.: blz. 82 t/m 85)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
8.
hij in of omstreeks de nacht van 26 op 27 april 2008 te Herkingen, gemeente Dirksland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een boot, liggende in de jachthaven, heeft weggenomen (langstaart-) buitenboordmotor (merk Honda, type Bf50 ax) en/of een buitenlamp en/of een (GPS)antenne en/of eenbedieningspaneel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz. 271 t/m 275)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
9.
hij op of omstreeks 17 april 2008 te Stellendam, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (speed)boot en/of een (vis)boot,liggende/bevindende op een terrein van de Deltahaven, heeft weggenomen twee, in elk geval één buitenboordmotor(en) (merk Suzuki, type DF40 TL), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz. 291 t/m 297)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
10.
hij in of omstreeks de periode van 30 maart 2008 tot en met 12 april 2008 te Scharendijke, gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een zeil- kajuitboot, liggende in de jachthaven, heeft weggenomen een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F6BMH), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(aangifte p.v.: blz. 87 t/m 92)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
11.
hij in of omstreeks de periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 in de gemeente(n) Goes en/of Noord-Beveland en/of Reimerswaal en/of Tholen en/of Schouwen-Duiveland en/of Goedereede en/of Dirksland, in elk geval in de/het arrondissement(en) Middelburg en/of Rotterdam, althans (elders) in Nederland en/of in België (te Antwerpen), heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van hem, verdachte, met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere (onbekend gebleven) perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk diefstallen van buitenboordmotoren en/of (andere) goederen op of vanaf vaartuigen, dit in vereniging doormiddel van braak, verbreking en/of inklimming en/of de heling van die buitenboordmotoren en/of (andere) goederen;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis wordt gehecht.
4.2 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de -kort gezegd- diefstal in vereniging van een groot aantal buitenboord-motoren door middel van braak en aan deelname aan een criminele organisatie. Hij baseert zich daarbij op de diverse aangiftes, de verklaringen van medeverdachten en de processen-verbaal van bevindingen. Slechts van feit 2 vordert de officier van justitie vrijspraak, nu niet bewezen kan worden dat verdachte het oogmerk heeft gehad op de wederrechtelijke toe- eigening van de boot.
4.3 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte voert aan dat verdachte primair voor alle hem tenlastegelegde feiten dient te worden vrijgesproken, nu slechts de -vooringenomen- verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 3] resteren. De schrijfproef was negatief en kan als bewijs niet worden meegenomen en de als bewijs ingebrachte telefoongesprekken kunnen - gelet op de onvolledigheid van het dossier en de verklaring hieromtrent van mevrouw [vrouw van verdachte] - niet aan verdachte worden gelieerd.
Subsidiair dient verdachte eveneens voor alle afzonderlijke feiten te worden vrijgesproken. In alle zaken is het enige bewijs de door medeverdachte [medeverdachte 3] afgelegde verklaringen. Met betrekking tot feit 10 is er zelfs geen verklaring van medeverdachte [medeverdachte 3].
4.4 De bewijsoverwegingen
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van het onder 1a tenlastegelegde niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan de diefstal van de motorcruiser. Niet is gebleken dat zij het oogmerk hadden gericht op de diefstal van die motorcruiser, zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken. Wel is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte en zijn medeverdachten een buitenboordmotor met afstandbediening en een autoradio met cd-speler hebben weggenomen.
De rechtbank is van oordeel dat het onder feit 2 tenlastegelegde niet bewezen kan worden verklaard, aangezien niet bewezen is dat het oogmerk was gericht op de wegneming van de boot, terwijl voor zover het de buitenboordmotor betreft de diefstal niet is voltooid.
Voor wat betreft de feiten 1a, 1b, 1c, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 heeft verdachte zich, als deelnemer in een groep, in een periode van ongeveer twee maanden, schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging van een groot aantal buitenboordmotoren, een afstandsbediening voor een buitenboordmotor, een autoradio met cd-speler en benzine.
De medeverdachten hebben verklaard dat verdachte een duidelijke rol had bij het plegen van de strafbare feiten. Zij verklaarden dat zij regelmatig vanuit het woonhuis van verdachte vertrokken en na de diefstallen ook daar weer teruggekeerden, dat verdachte de GPS instelde, en hen betaalde voor de gepleegde diefstallen etc. Dat verdachte daadwerkelijk zelf bij de diefstallen van de buitenboordmotoren betrokken is geweest leidt de rechtbank bovendien af uit het tussen verdachten onderling gevoerde telefoonverkeer, in het bijzonder de telefooncontacten die plaatsvonden met het GSM-toestel waarvan het nummer eindigt op 600. Gebleken is immers dat de medeverdachten dit toestelnummer in hun GSM hadden opgeslagen onder de naam “[alias 1]” en/of “[alias 2]”, en beginnend met landennummer 0032 (België), waaruit de rechtbank afleidt dat hiermee slechts verdachte [verdachte] kan zijn bedoeld. Bovendien geeft de aanwezigheid van dit toestelnummer in de omgeving van Wolfaartsdijk, nog langdurig nadat andere verdachten aldaar zijn aangehouden door de politie, steun aan de verklaringen van [medeverdachte 3], en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] dat verdachte mede betrokken was bij de diefstallen van buitenboordmotoren, en daarbij ook zelf aanwezig is geweest. Dat, gevoegd bij de gedetailleerde verklaring van [medeverdachte 3] over diefstallen op andere locaties – waarbij [medeverdachte 3] verklaart over de aanwezige personen, de modus operandi, alsook de vindplaatsen van al gestolen maar nog niet opgehaalde motoren - maakt dat de rechtbank tevens de overtuiging heeft van daadwerkelijke betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde strafbare feiten. Tenslotte hecht de rechtbank betekenis aan de in de woning van verdachte aangetroffen handgeschreven “administratie” met betrekking tot merken en types buitenboordmotoren. De rechtbank vermag niet in te zien dat door een hovenier, welk beroep verdachte zegt uit te oefenen, een zodanige administratie zou worden gevoerd. Verdachtes enige verklaring dat de handgeschreven notities mogelijk al een jaar geleden zijn achtergelaten door derden acht de rechtbank ongeloofwaardig.
Ten aanzien van feit 11 overweegt de rechtbank als volgt: op grond van deze verklaringen van de medeverdachten, alsmede in het licht van de daarbij komende belastende omstandigheden als hierboven genoemd, ten aanzien van verdachte, acht de rechtbank tevens de deelneming van verdachte aan een criminele organisatie bewezen. Er was binnen de organisatie sprake van een duurzaam organisatorisch verband. Alle leden van deze organisatie waren bekend met het doel van de organisatie -het wegnemen van buitenboordmotoren- en waren op een of andere manier betrokken bij het plegen van deze misdrijven. Ieder lid had een eigen rol in het geheel. Met name waren medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] degenen die de strafbare feiten uitvoerden. [medeverdachte 3] was tevens chauffeur en bracht de daders naar de plaats van het misdrijf. [medeverdachte 2] was de bestuurder van de Chrysler Voyager en bracht, tegen betaling, de buitenboordmotoren naar Roemenië. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij vijf of zes keer naar Roemenië is gereden en dat hij twintig tot vijfentwintig buitenboordmotoren heeft vervoerd. De organisatie opereerde vanuit de woning van [verdachte] aan de [adres verdachte]. [verdachte ] regelde de diefstallen, zocht adressen op en voerde deze op de routeplanner in, deed de administratie en gaf onderdak aan een aantal van zijn medeverdachten.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat er sprake was van een criminele organisatie waarbinnen enige hiërarchische structuur bestond.
4.5 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat
hij op tijdstippen in na te noemen periode te Wolphaartsdijk, gemeente Goes, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de jachthaven van Wolphaartsdijk heeft weggenomen
a) in de nacht van 4 op 5 mei 2008 een buitenboordmotor (merk Suzuki, model DF 140 TL) en een afstandsbediening voor die buitenboordmotor en een autoradio met cd-speler (merk Pioneer), toebehorende aan [slachtoffer 1],
en
b) in de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een buitenboordmotor (merk Yamaha, type F4), toebehorende aan [slachtoffer 2],
en
c) in de periode van 28 april 2008 tot en met 5 mei 2008 een buitenboordmotor merk Yamaha, type F8 CMHL, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders de weg te nemen goederen telkens onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
3.
hij in de nacht van 1 op 2 mei 2008 te Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op een terrein van Marina Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor merk Yamaha, type F60cet1,toebehorende aan [slachtoffer 5], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
4.
hij in de periode van 27 april 2008 tot en met 5 mei 2008 te Stavenisse, gemeente Tholen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kajuitzeilboot, liggende in de haven, heeft weggenomen een benzinetank met benzine en een jerrycan met benzine, toebehorende aan [slachtoffer 6], waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
5.
hij in de nacht van 16 op 17 april 2008 te Kats, gemeente Noord-Beveland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kajuitzeiljacht, liggende in de Veerhaven heeft weggenomen een buitenboordmotor merk Yamaha, type F4 AMHL, toebehorende aan [slachtoffer 7], waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
6.
hij in de periode van 30 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 te Ouddorp, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een haven van Port Zeelande heeft weggenomen een buitenboordmotor merk Honda, type 2PK 4 stroke, toebehorende aan [slachtoffer 8], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak,
7.
hij in de periode van 27 maart 2008 tot en met 4 april 2008 te Yerseke, gemeente Reimerswaal, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een motorboot, liggende in de Prinses Beatrixhaven heeft weggenomen een buitenboordmotor merk Yamaha, type F40 BETL, toebehorende aan [slachtoffer 9], waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
8.
hij in de nacht van 26 op 27 april 2008 te Herkingen, gemeente Dirksland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een boot, liggende in de jachthaven, heeft weggenomen langstaart buitenboordmotor merk Honda, type Bf50 ax en een buitenlamp en een GPSantenne en een bedieningspaneel, toebehorende aan [slachtoffer 10], waarbij verdachte en zijn mededaders de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak,
9.
hij op 17 april 2008 te Stellendam, gemeente Goedereede, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (speed)boot en/of een (vis)boot, liggende/bevindende op een terrein van de Deltahaven, heeft weggenomen twee, buitenboordmotoren merk Suzuki, type DF40 TL toebehorende aan [slachtoffer 11],
10.
hij in de periode van 30 maart 2008 tot en met 12 april 2008 te Scharendijke, gemeente Schouwen-Duiveland, tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een zeil- kajuitboot, liggende in de jachthaven, heeft weggenomen een buitenboordmotor merk Yamaha, type F6BMH, toebehorende aan [slachtoffer 12], waarbij verdachte en zijn mededaders het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
11.
hij in de periode van 16 maart 2008 tot en met 5 mei 2008 in de gemeenten Goes en Noord-Beveland en Reimerswaal en/of Tholen en/of Schouwen-Duiveland en Goedereede en/of Dirksland, en in België (te Antwerpen), heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van hem, verdachte, met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en andere (onbekend gebleven) personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk diefstallen van buitenboordmotoren en/of andere goederen op of vanaf vaartuigen, dit in vereniging doormiddel van braak,
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, met aftrek van voorarrest.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van alle tenlastegelegde feiten.
De raadsman verzoekt de rechtbank, indien de rechtbank wel tot een bewezenverklaring komt, bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij is getrouwd, heeft een kind en een bedrijf en is niet eerder met politie of justitie in aanraking geweest.
Hierbij komt dat verdachte niet de leider is geweest zoals medeverdachte [medeverdachte 3] hem afgeschilderd, maar heeft slechts een beperkt in de zaken heeft gehad.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een groot aantal diefstallen in vereniging door middel van braak. Verdachte en zijn medeverdachten hadden het gemunt op dure buitenboordmotoren. Deze werden weggenomen met de bedoeling om deze naar Roemenië te vervoeren om daar te worden verkocht. De opbrengst van de verkoop werd of zou worden verdeeld.
Verdachte heeft daarover geen enkele verklaring afgelegd en is, ondanks de verklaringen van een aantal van zijn medeverdachten, zijn aandeel blijven ontkennen. Verdachte maakte deel uit van een organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven. Verdachte wist vanaf het begin wat het doel van de groep was, omdat er een duidelijke rolverdeling binnen de groep was. De deelnemende personen kwamen bijeen in de bij verdachte in gebruik zijnde woning op het bij verdachte in gebruik zijnde adres [adres verdachte] en gingen van daaruit op weg, kennelijk om strafbare feiten te plegen. De rechtbank is van oordeel dat er enige hiërarchie bestond binnen de organisatie. Zo regelde verdachte de diefstallen, zocht adressen op en voerde deze in de routeplanner in, deed de administratie en gaf onderdak aan een aantal van zijn medeverdachten.
Het spreekt voor zich dat de door de bewezenverklaarde feiten ontstane materiële schade groot is geweest. Niet alleen werden buitenboordmotoren weggenomen, maar daarbij werden de boten waar deze buitenboordmotoren van afgehaald werden vaak ook beschadigd. Dit heeft voor de slachtoffers tot gevolg gehad dat zij van deze feiten veel ergernis en ongemak hebben ondervonden.
De medeverdachten kennen aan verdachte een min of meer leidende, althans centrale, rol toe. De rechtbank heeft geen reden om hieraan te twijfelen: de verklaringen door verdachte bij de politie, de rechter commissaris en ter terechtzitting afgelegd, kunnen de rechtbank niet tot een ander oordeel brengen. Verdachte stelt immers tegenover de beschuldigen van zijn medeverdachten slechts blote ontkenningen. Anderzijds is de rechtbank niet tot de overtuiging kunnen komen dat de rol van verdachte beduidend groter was dan die van de medeverdachte [medeverdachte 3]. Gelet op het aantal ten laste van verdachte bewezen verklaarde feiten en de aan de medeverdachten in een eerder stadium reeds opgelegde straffen voor de ten aanzien van hen bewezen verklaarde feiten, is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten, aan verdachte een gevangenisstraf behoort te worden opgelegd voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.
7 De benadeelde partij.
7.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot betaling aan de benadeelde partijen van de volgende bedragen:
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] -hoofdelijk- tot een bedrag van € 125,00 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 125,00, subsidiair hechtenis voor de duur van 2 dagen, met niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij in het overige van zijn vordering;
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] -hoofdelijk- tot een bedrag van € 1.000,00 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedings-maatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 1.000,00, subsidiair hechtenis voor de duur van 20 dagen, , met niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij in het overige van zijn vordering;
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 9] -hoofdelijk- tot een bedrag van € 5.000,00 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedings-maatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 5.000,00, subsidiair hechtenis voor de duur van 60 dagen, met niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij in het overige van zijn vordering;
-toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] -hoofdelijk- tot een bedrag van € 78,27 en -in combinatie daarmee- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht tot een bedrag van € 78,27 subsidiair hechtenis voor de duur van 1 dag, met niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij in het overige van zijn vordering;
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft deze vorderingen volledig betwist. De vorderingen zijn onvoldoende onderbouwd en de benadeelde partijen dienen niet ontvankelijk te worden verklaard in de vorderingen.
7.3 Het oordeel van de Rechtbank
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 866,23 ter zake van feit 1a.
De rechtbank is van oordeel dat de schade althans ten dele een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering -hoofdelijk- zal worden toegewezen tot een bedrag van € 125,00, zijnde de kosten voor het terug inbouwen van de radio.
Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen. De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 2.444,00 terzake van feit 2.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij, aangezien verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard. De benadeelde partij kan zich wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 6] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 500,00 terzake van feit 4.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering -hoofdelijk- zal worden toegewezen tot een bedrag van € 78,27, zijnde de kosten voor de benzinetank en de jerrycan. Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen.De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
De benadeelde partij [slachtoffer 9] vordert schadevergoeding tot een bedrag van € 5200,00 terzake van feit 7.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit en acht de verdachte aansprakelijk voor die schade. Het gevorderde acht zij voldoende aannemelijk gemaakt zodat de vordering -hoofdelijk- zal worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000,00, zijnde de kosten voor vervanging van de buitenboordmotor.
Met betrekking tot de hiervoor toegekende vordering benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schademaatregel opleggen. De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu dit deel van de vordering niet voldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan zich, voor dit deel van de vordering, wenden tot de burgerlijke rechter.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 57, 140, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.3. is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten opleveren:
1. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
3. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
5. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
6. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
7. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
8. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
9. Diefstal door twee of meer verenigde personen;
10. Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
11. Deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van de som van € 125,00 te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil; Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], een bedrag van € 125,00 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk is in zijn vordering;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van de som van € 78,27 te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6], een bedrag van € 78,27 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 9] van de som van € 5.000,00 te vermeerderen met de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 9], een bedrag van € 5.000,00 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 60 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft;
Indien dit bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, is de verdachte niet gehouden dit bedrag aan de benadeelde partij te voldoen.
- verstaat dat voldoening aan de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen;
-verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 9] niet-ontvankelijk voor het overige van de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij deze slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ente, voorzitter, mr. Woltring en mr. Schröder, rechters, in tegenwoordigheid van Buyze, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 februari 2009.